dinsdag 18 maart 2014


Het Varken

Ik ga even kijken bij het restauratiewerk in de Staphorster boerderij. Het zal ergens in augustus-september zijn geweest. De restaurateurs zijn in serene rust uiterst geconcentreerd bezig met de verf in de tredmolen. Ik vraag of het bijzonder is. Nee, zegt een van hen, goedkope verf, gewoon huisvlijt. Er is gewoon wat beenderenlijm gebruikt.
En dat gebruikt u nu ook, vraag ik. Ja, zegt hij, en toont me zijn jampotje met lijm, gewoon konijnenlijm.
Een konijn vermalen tot lijm…
 Ik denk dat ik even verbaasd heb gekeken als Monique en Arthur – ik schreef al eerder over ze – toen ik ze vertelde dat vogeltjes werden gevangen om te worden opgegeten.
En de zwaarlijvig, rijkelijk getatoeëerde man die ik eerder deze zomer aantrof bij het varken in Kadoelen. Toen ik vertelde dat het dier wellicht in oktober zou worden geslacht, toonde hij zich één bonk verontwaardiging. Hoe wij dat in ons hoofd haalden, of we ons niet schaamden, vroeg hij me, terwijl zijn dochter aandachtig luisterde. Zo’n dier opeten… Nog zie ik hem staan, wijdbeens, zijn ene arm stevig in zijn zij gepoot, de andere met tatoe en al zwaaiend in de lucht. Ik probeerde het gesprek te verleggen naar de vleeswarenafdeling in de supermarkt, maar nee, dat was heel wat anders.
Zo erg was het niet met mij gesteld in Staphorst, maar het raakte me toch even. Ik had er nooit bij stilgestaan: lijm van dieren… 
Thuis gekomen heb ik nog even gegoogeld op beenderenlijm. En jawel hoor: gebruikt bij de bouw en reparatie van muziekinstrumenten als viool, piano en kerkorgel. En bij restauratie van antieke meubels. Daarnaast ook wel gebruikt als inferieure gom bij postzegels. Onwillekeurig moet ik eraan terug denken dat mijn postzegels zo dikwijls los zwierven door mijn album… Had ik dat toen geweten, had ik waarschijnlijk nooit postzegels gespaard!
Bij lezing van het intern communicatieblad van eind januari  moest ik terugdenken aan de ontmoeting met die boze man. Ik las dat twee varkens van 200 kilo helemaal tot worst waren gedraaid én opgegeten. De conclusie luidde: we kunnen wel 10 varkens van 200 kilo tot worst maken want ze vlogen de kantine uit!
Leuk om te lezen dat de vroegere bewoners van onze boerderijen en het huidig museumpersoneel niet zoveel van elkaar verschillen!  Misschien is het iets voor een tekstbordje bij het varkenskot, het leidt ongetwijfeld tot boeiende gesprekken!