woensdag 21 oktober 2020

 


 

 

B e e n o p a u z e

Het is weer zover, sinds een tweetal maanden heb ik mij te verhouden met een onwillige kuitspier.. Sinds een paar jaar doet het zich voor. Zomaar uit het niets is er iets in mijn kuit dat zich pijnlijk verstrakt. Uit ervaring weet ik dat doorlopen geen optie is, dan gaat het van kwaad tot erger. Ik heb al eens geschreven: een kuit is net een vrouw, het leven lacht je toe, alles is in orde, je ziet geen wolkje aan de hemel en dan opeens zegt ze: stop, ik ben er ook nog,  je gaat alsmaar door,  ik doe het niet langer!  Er moet gepraat, er moet geluisterd, en vooral:  samen op de bank.
Maar hoe ik ook mijn best doe, wat minder loop, wat vaker empathisch met haar op de bank zit, het mag niet baten. Twee maanden geleden trok ze – een kuit is vrouwelijk – opnieuw aan de bel. En nu houdt ze voet bij stuk. We zitten uren samen op de bank, kijken samen terwijl ik haar liefdevol aai en streel, naar Giro en Vuelta, maar zo gauw ik in de buurt van mijn loopschoenen kom verstrakt ze.
 Al luisterend en luisterend, de Giro loopt inmiddels ten einde, meen ik haar lichaamstaal een beetje beter te verstaan. Het is geen onwil van haar, daar ben ik zeker van. Mijn kuit en ik: we hebben jaren en jaren samen gefietst, tot het tijd werd de toerfiets te ruilen voor  de hardloopschoenen. En nu – zo vrees ik -  probeert ze me duidelijk te maken dat het tijd wordt weer iets nieuws te laten bloeien. Ik meen te verstaan dat ze me duidelijk wil maken dat er in een mannenleven zoiets bestaat als een ‘B e e n o pa u z e’ . Een soort grensovergang, een rite de passage naar een leven zonder hardlopen. Ik heb het er wat moeilijk mee, kan het me nog niet helemaal voorstellen, een leven zonder hardlopen.  Ooit fietsend en wandelend op de wegen naar Santiago heb ik wel geleerd : de weg loopt altijd anders dan je denkt, je hebt het maar te nemen zoals het komt. Leven met open hand en open mind noemen ze dat. Maar toch, ik moet het er vanmiddag tijdens de bijna laatste etappe van de Giro en tweede van de Vuelta nog eens met haar over hebben: of er toch, wellicht, een modus voor te vinden is. Als ik nu eens een beetje minder zus en een beetje vaker zo .., of dan misschien die b e e n o p a u z e niet toch een beetje uit te stellen is. (Tot na Corona bijvoorbeeld, dan weet ik zeker dat ik nog wel een paar jaartjes verder kan hollen, maar dat zal ik maar voor me houden).