zondag 21 oktober 2018





Er knaagt  iets

Heerlijk gefietst! Wat is de herfst mooi! En toch knaagt er iets. Het is 21 oktober en de meeste fietsers en wandelaars op de Veluwezoom zijn slechts gekleed in een T-shirt.
Tja, de zomer van 2018. Ik zie bomen en vooral struiken die verdroogd als ze zijn, het loodje hebben gelegd. In mijn tuin zijn een aantal struiken zichtbaar in de war, ze vertonen kenmerken van zowel herfst als voorjaar, sommige bloeien voor de tweede keer.
Ik onderga het met gemengde gevoelens en word er een beetje kriegel van als mensen alleen maar lyrisch doen over de mooie nazomer. Alsof er helemaal niets aan de hand is! Toen mijn vrouw deze week haar zorg uitte over de zichtbare klimaatverandering kreeg ze van een bejaarde welgestelde dame ten antwoord: “och, toen vroeger de mijnen in Limburg sloten riepen de mensen ook dat hun niets ergers kon overkomen maar het is toch allemaal wel meegevallen.” Hoe kortzichtig kunnen mensen zijn, of: hoe inventief om zichzelf in slaap te sussen!
Hieraan lag ik te denken toen ik na het fietstochtje even mijn benen strekte (ook bij mij hopen de jaarringen zich op, maar dit terzijde). En ik lag me er een beetje over op te winden hoe de meeste mensen zich alleen maar juichend over het mooie weer uiten, alsof er niets aan de hand is. Het lijkt not done om er in het openbaar een kanttekening bij te plaatsen. En ik herinnerde me een radiopraatje van eerder deze week over de toeristenindustrie die draait als een tierelier. Met name cruise-vakanties zijn booming. En dat terwijl een cruiseschip tot wel een miljoen maal meer vervuilend is als een auto! Twee dagen later reageerde een columnist in het dagblad Trouw dat het nog erger was dan gedacht: op jaarbasis stoot een cruiseschip zeker 1,7 miljoen maal meer CO-2 uit dan een auto ! Maar het zal de verveelde pensionado’s in hun ligstoelen worst wezen, zoiets schreef hij. En ik droomde hoe ik op een cruiseschip folders uitdeelde van "grootouders voor het klimaat’’, en de pensionado’s uitnodigde lid te worden van deze club die zich zorgen maakt over de wereld van onze kleinkinderen. Het trof me hoe menig pensionado, gebruind, de zonnebril modieus in het haar gestoken, welwillend bereid was het manifest van deze beweging te ondertekenen, om vervolgens met vermoeide arm naar het borrelglas te reiken op het tafeltje naast de ligstoel. “Natuurlijk, uiteraard, goed zaak, moet je zien hoeveel plastic er drijft,” en dergelijke hoorde ik in mijn droom. Maar blijkbaar viel bij niemand het kwartje, tenminste niemand die opstond richting loopplank om het cruiseschip te verlaten. En juist toen ik me opmaakte om als eens gebeurde in een tempel te Jeruzalem, in heilige verontwaardiging de hele meute uit de ligstoelen te zwepen en tussen omvallende tafeltjes en rinkelende borrelglaasjes door op te jagen richting loopplank, toen bracht  een stem van onder aan de trap me tot bedaren: “Gerard, het eten is klaar, kom je?”

maandag 1 oktober 2018




Over hazuren, hardlopen en een diepe gedachte

Hij viel. Sprong weer op zijn fiets, soleerde terug naar het peloton, passeerde de hele meute en won met drie minuten voorsprong. Het gebeurde tijdens het WK wielrennen voor beloften. De verslaggever was lyrisch, hij noemde het een hazurenstuk (let wel: niet huzaren maar hazuren).
De volgende ochtend lag er ijs op het plat dak. Voor alleen een dun loopshirt was het veel te koud.  Ik besloot mijn loopjack uit de kast te halen en eenmaal buiten sloot ik de rits zover als kon. Op ons verzamelpunt beek bijna iedereen voorbereid op lage temperaturen. Ik kon het niet nalaten de enige collega in zomerse outfit aan zijn mouw te plukken en toe te voegen: daar krijg je spijt van joh! Ons gesprek werd echter onderbroken door een camper die ietwat onhandig de parkeerplaats opreed en daarbij pardoes een geel waarschuwingsbordje naar de Filistijnen hielp. Vervolgens zagen we hem bij het parkeren bijna de stuwwal afglijden.
‘Cees, waar gaan we heen?’ vroeg iemand. Cees aarzelde geen moment: de vorige keer zijn we die kant uitgegaan, dan gaan we nu (wijzend in Velpse richting) die kant uit. Met ons allen zetten we ons in beweging. Langs de spotvelden, over het smalle pad langs een vroegere zwembad richting Beekhuizen. Ingewijden weten dat de heuvels daar pittig zijn, maar Bedriegertjeslopers gaan geen uitdaging uit de weg. En dus gingen we bij herhaling heuvel op en heuvel af. De een na de ander ontdeed zich van het loopjack. Vroege wandelaars zagen met verbazing een vijftiental lopers naderen met op allerlei manieren  een jack om hun middel geknoopt. Heerlijk om zo rond te struinen! Sjoukje dacht ‘als ik dan toch moet vallen dan maar hier’, en boem! daar ging ze, klassiek met haar neus in het zand. Een heuveltje of wat verder dacht Bas: wat zij kan, kan ik ook. En boem! daar lag hij. Maar ervaringsdeskundig als hij is, krabbelde hij weer overeind, om vrolijk converserend verder te hollen alsof er nergens boomwortels te bekennen waren.
Zelf bewaar ik graag wat afstand, om beter te kunnen zien waar ik loop en om wat te kunnen mijmeren. Want mijmeren en hardlopen gaan prima samen. Ter hoogte van het kerkhof was het plots alsof ik hoorde wat ik onlangs ergens las:
wat jullie zijn, waren wij,
wat wij zijn, zullen jullie worden.
En zo, nu eens hijgend en puffend, dan weer vrolijk kletsend of mijmerend, soms even op elkaar wachtend en dan weer achter elkaar in draf, naderden we onze parkeerplaats, én de koffie en thee uit Nancy’s kofferbak. Onbetaalbaar, zo’n zaterdagochtend!
Later die dag hoorde ik op de radio iemand spreken over de grens van Friesland met Duitsland en beweerde Trump voor het forum van de VN dat hij de wereld beter had gemaakt! Soms geloof je je oren niet!
’s Middags zette Anna van de Breggen de achtervolging in, bereikte de vluchters, passeerde ze en won met meer dan drie minuten voorsprong de wereldtitel. Voorwaar, een hazurenstuk!

Hier had ik het bij willen laten. Het stukje was al lang genoeg. Maar toen las ik vanmorgen de Abel Herzberglezing die Sigrid Kaag heeft uitgesproken. Wat een speech, echt een HUZARENSTUK! Hier past geen grap, alleen een diepe buiging.