dinsdag 26 februari 2013




Tutsels en frutsels

De vloerbedekking van Marian’s kamer is versleten. En als bij ons iets is versleten dan is het ook echt versleten: de gaten vallen erin! Wat gaan we doen? Laminaat? Vinyl? Linoleum? Vloertegels? En wat kost het dan, wat is het ons waard? En wie gaat het leggen? Het wordt  dus een heel proces, zoveel is alras duidelijk. En ook de koel/vriescombinatie in de keuken moet worden vervangen. Het  geval sluit niet goed meer, ook het koelgedeelte vriest en dat is toch niet de bedoeling. Bovendien maakt het steeds lawaai.
Deze week hebben we wat rondgekeken, eerst op de woonboulevard in Zuid. Marian was er vorige week al alleen op uit geweest om zich te oriënteren. We moeten naar BCC weet ze. Ik kijk mijn ogen uit: het lijkt wel een soort Mediamarkt en Action inéén. Daarna gaan we nog even naar de Kwantumhallen om naar vloerbedekking te kijken. Het is van hetzelfde pak een laken. Je kunt er zelfs koekjes en food kopen!  Maar wij keren vooralsnog onverrichterzake terug.
Vandaag dus naar IKEA. Wie IKEA zegt, zegt industrieterrein in Duiven. Eerst kijken we rond bij Leen Bakker en – ook hier - bij de Kwantumhallen. Dan gaan we naar IKEA. De firma heeft haar vestiging het afgelopen jaar uitgebreid, en de zaken maar direct goed aangepakt: het is een megavestiging geworden met een dito parkeergebeuren en een heus verkeerscirculatieplan. Als we het walhalla van koopjes-mindend Nederland betreden valt mijn mond open van verbazing. Niet dat ik er nog nooit geweest was, maar toch, het is weer een paar graadjes erger geworden: de vertutseling ten top.  Overal zie ik gadgets en hebbedingetjes, frutsels en tutsels, wat je al niet voor handige , handiger en nog handiger dingetjes kunt bedenken! Het meest wordt ik getroffen door al de opbergmanden-mandjes en dito systemen. Er is een heuse en alsmaar uitdijende opbergmarkt ontstaan. Ik zie een eindeloze variëteit aan gevlochten biezen en rieten mandjes. Plastic vakjes en bakjes in allerlei maten en vormen , al dan niet afsluitbaar. Grote en kleine bakken op wieltjes, passend onder bedden en kasten. Bakjes van hout, van stof, van papier en van karton, zoveel bakjes dat IKEA ze nu van uitleg gaat voorzien: handig om allerlei spullen in te bewaren lees ik op labels 
De konklusie is duidelijk: winkelend Nederland verkeert in crisis: we slepen met z’n allen zoveel spullen, frutsels en tutsels onze huizen binnen dat we weldra omkomen in onze opbergsystemen: dozen op zolder, in en op de kast , dozen onder de bedden, op de overloop en in de garderobe, in de kelder en in de garage…. Logisch dat we het overzicht kwijt raken, dat we door de dozen het bos niet meer zien! Maar gelukkig is er dan altijd nog een vestiging van Action of Xenox in de buurt.
Hoezo, al dat gepraat over budgetbeheer en schulden? Het kost bijna niks, toch?

donderdag 14 februari 2013


Een prangende vraag
Het is nog december, hartje winteropenstelling, de kermis op het Zaanse plein in het openluchtmuseum is in volle gang. Het is bijna drie uur, het tijdstip van de tombola, tevens het doel van mijn bezoek, want dat evenement heb ik deze winteropenstelling nog niet bijgewoond. Ik herinner me nog hoe vorig seizoen toen ik ook getuige was van dit oude volksvermaak een joch op de wagen werd gehesen dat zijn moeder was kwijtgeraakt. ‘Nou, verloot die dan ook maar’, riep iemand achter me. De man lachte zelf het hardst. Hij vond het blijkbaar een goede grap.  Op de kermis veroorloven mensen zich soms ander gedrag dan normaal. Ik zou er wel eens een paar dagen studie van willen maken, maar dan vanaf een lekker warm plekje, vanachter een van de veldkacheltjes bijvoorbeeld, die staan opgesteld bij de tent van de grientwerkers. Rondom de kermis vind je nl. exposities van allerlei winterberoepen.  
Maar goed, terug naar de tombola. Connie heeft het over de koude winter, maar het komt niet echt over, geloof ik. Koning winter heeft zich eind december nog niet echt aangediend.
Dan nadert het uur U, en we repeteren ik koor:
Juf-frouw-Mus, juf-frouw-Mus
draai eens aan de tom-bo-la-bus.

Na een schuchter begin rolt het deuntje over het plein, allen wenden zich nu richting juffrouw Mus. Tergend langzaam brengt ze de bus in beweging, daarna opent ze het deurtje en bukt zich langzaam. Achter me hoor ik (je kon erop wachten) : wat een muts! Ook nu lacht de grappenmaker zelf het hardst.
Connie deelt prijzen uit: een biezen mandje , een springtouw, en dan: … een bon voor de poffertjeskraam! Ho!, nu wordt het serieus, het is te merken aan het publiek. Die prijs had iedereen wel gewild. Een klein joch wint een fles lijnolie, je ziet de mensen denken: wat moet hij daar nu mee? Maar het is all in de game, ook hij mag trots naar voren treden en alle mensen klappen. Connie instrueert hem: met twee handen aanpakken, het is zwaar hoor! De overhandiging verloopt gelukkig goed, vooralsnog blijft de olie in de fles. Connie had eerst nog gewaarschuwd: ‘dit is niet om te drinken hoor’, en terwijl ze de ogen over het publiek laat gaan:  ‘want dan zit je dágen op je gemak’! Het joch, maar ook de overwegend jonge ouders hier verzameld, vatten het niet, zo te zien. Tja, als je nooit uitleg hebt gehad van een rondleider, dan vat je dit soort toespelingen niet.  Voor wie ook nog nooit in het boerderijtje uit Harreveld of achter het eerste Tilburgse huisje uitleg heeft gehad: het gemak, dat is de plee.  Meestal is dat een losstaand huisje buiten het huis, als het effe kan met afvoer direct op het water. Zie Giethoorn of bij de Kaats. En waarom is er dan zo vaak een hartje uitgesneden in de deur van zo’n gemak ?
Tja, dat lijkt me nu een mooi onderwerp voor in de kantine, voor als je bent uitgepraat over Rutte II of Benedictus.  Als rondleiders kwamen we er niet uit, maar wie weet, misschien heeft iemand het antwoord op deze prangende vraag.