zaterdag 23 november 2019



Rijgeschikt

Nee, zei de keuringsarts, ik doe het liever niet digitaal, want er gaat zo ontzettend veel mis bij het CBR. Ik geef je een verklaring op papier en die kun je het best zelf afgeven op het dichtstbijzijnde kantoor van het CBR. Dan weet jij in elk geval dat het in bezit van het CBR is.
Zo gezegd, zo gedaan, half april van dit jaar. Mijn rijbewijs zal pas in december verlopen, mij kan niets gebeuren, hoe groot ook de achterstanden bij het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen, dacht ik.
Zeven maanden later, half november, en nog maar één maand te gaan, sloeg de twijfel toe. Zeven maanden, is dat niet wat erg lang om een enveloppe te openen en in één oogopslag te zien dat de keuringsarts mij helemaal oké heeft bevonden? Zou mij dan ook treffen wat zoveel anderen inmiddels overkomt? Ik die zo slim was geweest om acht maanden tevoren actie te ondernemen?
Ik besloot opnieuw slim te zijn: gewoon de klantenservice van het CBR bellen en met veel tact en begrip iedereen voor me innemen. Ik ben vast de enige die dat doet want er staat klip en klaar dat een telefoontje naar de helpdesk 90 (negentig!) cent per minuut kost! Iedereen die ooit een overheidsdienst heeft gebeld en weet heeft van de worsteling met het keuzemenu, van de hoeveelheid ‘wachtenden voor u’ en van de eindeloos herhaalde muziek op het moment dat je denkt aan de beurt te zijn, laat het wel uit zijn hoofd om de klantenservice van het CBR te bellen, toch? 
Helemaal verkeerd gedacht!  Ze zijn heel aardig en heel begripvol daar bij het CBR!  In no time weet een allervriendelijkste dame mij na het onvermijdelijke mag ik uw naam, geboortedatum, postcode, nummer te vertellen dat ‘het keuringsverslag door ons is ontvangen!’  O zo, dat heb ik intussen bereikt, denk ik.  En als ik vraag hoelang het nog zal duren voor ik daarop een reactie zal ontvangen, zegt ze klip en klaar dat ik tussen nu en half december een bericht zal ontvangen. En mocht dat niet het geval zijn dan moet ik na 13 december beslist even telefonisch contact opnemen. (Ja, en weer 90 cent per minuut denk ik, maar dat zeg ik niet, in plaats daarvan bedank ik haar voor haar heldere en adequate reactie. Dat vindt ze fijn om te horen. En dan vraag ik nog even met wie ik nu gesproken heb. Heel slim, altijd doen bij een helpdesk!). Luttele seconden later wensen ‘Jasmine van de afdeling rijgeschiktheid’ en ondergetekende elkaar een prettige voortzetting van deze dag.
Toeval of niet: vijf dagen later ligt er een brief van het CBR op de deurmat: ik ben rijgeschikt voor personenauto, bestelauto, driewielers, aanhangwagen en als extra toetje: voor tractor!
Toeval, zegt u? Nee hoor, ik ben er heilig van overtuigd dat ‘Jasmine van de afdeling rijgeschiktheid’ me dank zij mijn vriendelijkheid en onze wederzijdse click bovenop de stapel heeft gelegd. En ook die tractor heb ik, zeker weten, aan haar te danken!
En nu maar hopen dat de boeren weer snel besluiten tot een rit naar het Malieveld!

P.S. de naam Jasmine is gefingeerd

woensdag 6 november 2019


Met BAM, slimme meters, wat kan ik voor u doen?
Ik wil graag een afspraak maken voor het vervangen van de meters.
Dat kan meneer, het kan ook via de website dan kunt u …
Ja dat weet ik, maar ik doe het liever even per telefoon.
Dan moet ik even een paar vragen stellen, mag ik uw naam?
Mijn naam is Beltman .
En uw voorletter meneer Eltman?
nee, Beltman, niet Eltman maar Beltman met een B.
Goed meneer Beltsman, en uw voorletter?
Nee geen Beltsman maar Beltman, zonder S in het midden. Dus B E L T en dan man.
Moment, ik noteer het even goed.
En uw voorletter, meneer Beltman?
G
Ja en nu moet ik nog vragen naar uw geboortedatum.
Die noteert ze in één keer goed. Dan het adres:
Burgemeester Brandtlaan 33
Wilt u het nog een keer zeggen?
Burgemeester Brandtlaan 33 
Burgemeester Randlaan  13 en uw postcode?
Nee mevrouw, niet Randlaan maar: Brandtlaan. En Brandt met d en t. Ik zal het voor u spellen.
 Dan heb ik Burgemeester Brandtlaan.
Ja dat is goed, en niet 13 maar 33
33 Zegt u?
Ja, 33
En uw postcode?  
Ik vrees opnieuw het ergste, maar ze herhaalt het in één keer goed.
Ze weet nu blijkbaar wat ze weten moet. Ze gaat nu kijken, zegt ze,  wanneer een monteur langs kan komen. We zijn het gauw eens: woensdagmorgen tussen 9.30 en 11.30 uur.
Die ochtend verplaatsen we de kinderstoel en de kist met speelgoed van de kleinkinderen teneinde de meterkast vrij toegankelijk te maken. Maar wie er komt: geen monteur.
De volgende ochtend opnieuw gebeld.
Onmiskenbaar dezelfde dame met dezelfde stem:
met BAM spreekt u, slimme meters.
Mag ik uw naam, dan kan ik in het planningrooster kijken.
Woensdagmorgen tussen 9.30 en 11.30 uur. (Haha, dat klopt in elk geval, denk ik.) En de monteur is niet geweest zegt u?
Nee, er is niemand  geweest en we hebben ook geen enkel bericht ontvangen.
Ik kan hier in het planningrooster niet zien waarom de monteur niet is gekomen, dus ik weet het ook niet.
Dat is jammer, maar ik wil nu graag een andere afspraak maken, kan dat?
Volgt een warrig verhaal dat iemand van het planningrooster niet aanwezig is, eindigend met de vraag of ik over een uurtje terug kan bellen, dan kan ze wel een afspraak maken.
Oké, dan bel ik tussen 11 en 11.30 uur, is dat goed?
Ja dat is goed. Volgt weer dat iemand van het rooster niet aanwezig is, maar ik onderbreek het.
Nog geen tien minuten later terwijl ik nog stoom afblaas naar mijn vrouw gaat de telefoon:
Met Viola van BAM, meneer Beltman, nu kan ik een afspraak maken. Ik weet ook niet waarom de monteur niet is gekomen.
Zegt u het maar, wanneer kunt u ons opnieuw inplannen?
Zonder enige hapering maken we een nieuwe afspraak.
Terwijl ik ophang hoor ik nog net iets over: onze excuus.  
Het is goed, Truus!            

 het adres en de naam Viola  zijn gefingeerd


vrijdag 18 oktober 2019



Meten met twee maten


Ik heb veel sympathie voor boeren. Als boerenzoon kan dat ook moeilijk anders. Prachtig vind ik het dat programma’s van Yvon Jaspers boerderijen in beeld brengen in al hun diversiteit. Ik mis geen uitzending. Tegelijk besef ik de keerzijde van veel boerenbedrijven en met name van het landbeleid. Al veel te lang is het beleid bijna eensporig gericht op vergroting van productie. En dat is uiterst schadelijk voor het milieu. Om de afspraken van Parijs te halen moeten we hoe dan ook bijsturen. Het is allang geen vijf vóór twaalf meer, maar al geruime tijd kwart over twaalf! Wetenschappers tonen het steeds opnieuw aan, maar wat doe je als boeren met tractors de snelwegen opgaan,  hekken omver rijden en het hele land ontregelen? Ga je ze dan oppakken? Welnee, dan zeg je dat ze alle lof verdienen en verander je met knikkende knieën snel je beleid, zo blijkt.  Afspraken van Parijs blijken weinig waard als tractors de snelweg opgaan.
Hoe anders gaan overheden om met verontruste burgers als die van Extinction Rebellion. Zeer verontrust over de toekomst van generaties na ons – dus niet voor hun eigen belang ! – beginnen ze vanwege het alsmaar uitgesteld worden van beleid, wegen en soms een brug te blokkeren. Ze worden bij bosjes door de politie opgepakt.
Hoezo: meten met twee maten?
Gisteren was ik naar een bijeenkomst van de grootouders voor het klimaat. Achter het Binnenhof las ik in steen gebeiteld: eenieder die zich op ons grondgebied bevindt ….. zal in gelijke situatie ….gelijk behandeld worden.(art. 1 van de grondwet)
Hoezo: gelijk behandeld?



maandag 16 september 2019




Tussen plaggenhut en Jaknikker

‘We zijn een recalcitrante familie meneer, hou er maar rekening mee!’ Het wordt door meerdere personen lachend beaamd. ‘Nou, dat treft,’ zeg ik, ‘want ik ben ook een recalcitrant figuur. Dus we zullen we zien wat het wordt’.
Bij de eerste stop van de tram knalt Dylan met zijn hoofd tegen de ruit. Moeder sust een dreigende ruzie tussen de twee neefjes.  Bij de plaggenhut is al niets meer van het incident te merken. Ik stel voor dat de groep zich opdeelt in tweeën, maar er valt niets op te delen, even later staan we met zijn allen lijf aan lijf in de kleine bedompte ruimte. Moesten ze hier in wonen, vraagt iemand. Ik zeg: ja en ook nog de luiers of de natte strozak van de kleinsten zien droog te krijgen. Want de helft van de tijd is het buiten natuurlijk nat en mistig. Commentaar alom.
Wat later blijkt het merendeel van de familie onder de indruk van de grote boerderij uit Zeijen. Een groter contrast met de plaggenhut is haast niet mogelijk. Ik vertel dat de muurankers aan de voorgevel het jaartal 1769 vormden maar dat ze bij de overbrenging naar het museum ontdekten dat de boerderij nog veel ouder moet zijn geweest en dat daarom het hele gebouw is ‘terug gerestaureerd’ naar een beeld van ergens midden 1500. Het zal ze een zorg zijn, het open vuur, het altijd tussen de dieren leven en de attributen van de vlasbewerking zijn veel interessanter voor Olivier en Dylan, en ook voor de ooms en tantes, merk ik.  Er lopen meer bezoekers in de grote ruimte, iemand maakt mij attent op een hoogbejaarde man uit het Drentse Zeijen. Hij herinnert zich de boerderij nog zoals die vóór 1953 in het dorp stond. Met veel belangstelling kijkt hij naar de foto die ik daarvan in mijn tas heb. Het roept nog meer herinneringen bij hem op maar ik moet verder met mijn gezelschap. Even later zitten we met ons allen in het schooltje, eveneens uit Drenthe. Natuurlijk gooi ik de pechvogel naar Dylan, volgt een tik met de plak en krijgt een van de tantes voor straf het ezelbord om haar nek. Andere tijden, andere zeden, nietwaar.  Bij de Jaknikker vraag ik Olivier en  Dylan wat het apparaat uit de grond pompt. Die vraag blijkt nog niet zo eenvoudig. Ook enkele ooms  en tantes hebben geen idee.  Ik vertel ze over de olie, en later het gas, dat we toen plotseling verwarming kregen, voor het eerst het hele huis gingen verwarmen, op gas gingen koken, ja zelfs de Deltawerken konden betalen en de hele opbouw van de verzorgingsstaat. Het lijkt ze allemaal ver weg. Maar even later blijkt dat ze zich ‘’Dolle Mina’’, ook vijftig jaar geleden, wel kunnen herinneren. Ons geheugen is selectief blijkbaar. Jaknikkers verdwijnen als roest in het landschap maar de letters Baas in eigen Buik zien ze nog voor zich.
Ik vraag me af of de oude man van zojuist zich ook Dolle Mina’s in Zeijen kan herinneren en of de vrouwen daar hun buiken ook beschreven! Ik denk het niet, maar ik zal het nooit weten, hij is uit het zicht verdwenen.

maandag 19 augustus 2019



Als Noach en Hansje Brinker


Het lijkt al weer zo lang geleden. Nog maar twee weken geleden reikte de thermometer hier een paar dagen tot boven 40 graden. Inmiddels is het afgekoeld en lijkt het klimaat weer een beetje in gewone doen te geraken. Maanden heb ik lopen zwoegen met emmertjes water, ouderwets geput met een touw met knopen erin. Ik vrees zelfs dat er daardoor iets in mijn wervels is verschoven maar dat terzijde. Het heeft inmiddels geregend, en hoe!  Een tropische bui werd over ons heen gestort,  het hield maar niet op! Ik vreesde voor lekkage in de keuken, maar onze investering in vernieuwing van het plat dak bleek zijn geld waard! Opeens kreeg ik een ingeving: als je vanuit de hal bij de voordeur schuin omhoog kijkt zie je precies de punt van de dakgoot. Tjeetje! Zie ik daar teilen water over de rand stromen, een complete rivier! Even voelde ik me als eens Noach door een luik in de ark naar de zondvloed kijken! Weliswaar was ik alleen met vrouwlief, zonder kinderen en al helemaal zonder dieren, maar toch, ik zag een muur van water! Ik haastte mij naar de kelder. En jawel: ik moest laarzen aan! Toen ik samen met Marian de ravage in ogenschouw nam zagen we dat het keldergat droog was. Maar we hoorden wel water klotsen. En toen wisten we : dit is niet oké, het water hoort niet onze ark in te stromen!
Ik haastte me naar boven, ik wist waar de zaklantaarn lag en ook dat de batterijen nog goed waren. (Een ingeving - van wellicht JHWH?-   had me dat gisteren nog laten controleren). Even later zagen we met ontstentenis een stroom water met een boog de kelder inspuiten. Gewoon uit een gaatje in de muur van wat onze veilige ark leek! Vijf/zes seconden stonden we vertwijfeld te kijken. Er moest gehandeld worden, te veel water en de gevolgen zouden niet te overzien zijn.  Tuinman als ik ben vloog ik de kelder uit naar de garage (onze ark heeft een aanbouw) en gewapend met een bamboestok en een vaatdoek viel ik terug de kelder in. Laat nou het bamboestokje precies in het gaatje passen! Zo zie je maar, JHWH waakt over Noach dacht ik in een moment van zelfoverschatting. Snel bond ik een vaatdoekje om het stokje en zie:  als eens Hansje Brinker weerstond ik de vloed!
Inmiddels zien we duiven rondvliegen, de aarde is weer droog. Maar het probleem is niet opgelost, evenals bij Hansje Brinker moet de dijk, in ons geval de muur, nog wel gedicht worden. En na de  vloed heeft JHWH  vanwege de slechtheid van de mensen nu de noordpool in brand gezet. En dat veroorzaakt een rookveld zo groot als de EU !
Vannacht droomde ik dat de mensheid nu met man en macht en met veel technisch vernuft hypermoderne arken gaat bouwen. Maar JHWH zei in diezelfde droom dat dat ons mooi niet zal helpen als we blijven doen wat we altijd doen, met al die vliegtuigen en al dat plastic en zo. En toen werd ik weer wakker. Ik ben naar het openluchtmuseum gegaan, met de auto. Had ik niet moeten doen, misschien.
Maar het regende zo.
Ik weet het niet.

woensdag 24 juli 2019



Met zijn allen op de knieën voor tante Riek

Help, mijn hypothalamus maakt overuren! Het is half tien in de ochtend en ik merk dat mijn zweetklieren al opengaan. Hij is dus al aan het werk, mijn hypothalamus. Sinds gisteren weet ik dat ik die heb, een regelcentrum in de hersenen dat de warmtehuishouding regelt. Het zet de zweetklieren open en verwijdt alle kanalen  om warmte en zweet daarnaar af te voeren. Geweldig vind ik het, zeker in bange dagen waarin de buitentemperatuur hoger is dan de lichaamstemperatuur.  Eerst hadden we alleen te dealen met een stijgende zeespiegel die de rivieren belemmert water af te voeren. Nu komt daar een temperatuurstijging bij die de regulateur belemmert om onze lichaamswarmte af te voeren.  Als straks ook nog de economie instort, wat dan? Wie is er dan om ons te helpen? Hebben we naast een fysieke hypothalamus ook een sociaal maatschappelijk equivalent? De politiek zegt u?  Nou, Angela is op haar retour, Macron wil wel maar heeft gele hesjes, Boris zit in zijn eigen Brexit, en Mark wil niet naar Brussel.
Gelukkig hebben we nog meneer Elbers van KLM.  Neem wat vaker de trein, roept hij. Daarvan ondervinden namelijk  alleen prijsbrekers met hun cityhoppers nadeel, maar dat zegt hij er niet bij. Vliegen is prima, zegt hij, zolang je het met mate doet.  En Schiphol vindt dat beperkt doorgroeien best kan. Mijn krant (inderdaad, misschien wel ‘de beste krant van Nederland’) vergelijkt het met drinken om van de alcohol af te komen.
Groei en vakantievluchten, ze zijn als alcohol: ze maken meer kapot dan je lief is. We zullen er hoe dan ook van af moeten. Zo niet, dan hebben onze kleinkinderen geen wereld meer om in te leven, want het gaat sneller dan de meeste mensen willen weten. KLM is immers wel zo verstandig geen landingsrechten te kopen op het ontdooiende permafrost.
Sinds vorige week zet ik mijn hoop op de Zwarte Cross.  Daar hebben tienduizenden mensen een gelofte gedaan aan (ik meen) Tante Riek om voortaan hun afval te scheiden.  Kijk, als dat nou eens massaal navolging vindt, op Terschelling, in Landgraaf, Biddinghuizen, en in heel festivalliserend Nederland:  met zijn allen op de knieën voor tante Riek!  Dat zou een droom zijn…


vrijdag 21 juni 2019



Aan de keukentafel hoor je nog eens wat


Aan de keukentafel hoor je nog eens wat, vooral s morgens in aansluiting op het radionieuws.  ‘We zijn het hele land doorgegaan, helemaal van Zwolle tot Den Haag, om de stem van jongeren een plek te geven.’ Jammer voor de jongeren in Noord, Oost en Zuid Nederland, denk ik dan, maar dit terzijde. De jongeren blijken zich erg veel zorgen te maken en hebben tal van goede ideeën. Het is belangrijk dat die gehoord worden, zeker nu er binnenkort  - zo hoor ik de verslaggever zeggen – een flinke klap gegeven gaat worden op het klimaatakkoord. Minister Kaag wil haar collega Wiebes aansporen nog ergens een gaatje te zoeken om enkele van die ideeën daar in te schuiven. Nou, ik hoop er het beste van. Misschien is het goed om dan toch ook enkele jongeren uit Groningen erbij te betrekken.
De jongeren kunnen trouwens wel degelijk veel invloed uitoefenen als het om het klimaat gaat. De verslaggever spoort ze aan om toch vooral met de ouders te praten. Vooral aan de keukentafel. Daar blijken jongeren vaak hun ouders over de streep te trekken bij beslissingen over bijv. zonnepanelen of elektrisch rijden. Ook praten in de sauna is erg belangrijk, zegt de verslaggever. In één adem voegt hij daaraan toe dat hij niet vegetarisch is. Hij houdt nl. niet van nepvlees maar wel van gesmolten kaas. Het waarom van deze persoonlijke ontboezeming ontgaat mij volledig maar wellicht heeft het te maken met zijn bezoeken aan de sauna.
Ik hou ervan om na het ontbijt een half uurtje aan de keukentafel te vertoeven. Als pensionado kan ik mij dit veroorloven: kopje thee, sudoku erbij , radio aan. Alles wat wel en niet groeit of bloeit passeert, en nog gratis ook.
In dezelfde uitzending hoor ik dat vandaag de twintigste verjaardag van de euro wordt gevierd. Alle ministers van financiën  zijn daarvoor in Portugal. Ze zijn lyrisch: 75% van de mensen in de eurolanden steunt de euro en nog nooit was er zo weinig werkeloosheid in Europa! In een kort item hieraan gewijd rept de verslaggever tot driemaal toe over hosanna!  Ik vraag me af of hij enig weet heeft van de bijbelse achtergrond van het woord: Hosanna in den hoge, hij die komt in de naam van de Heer, hosanna in den hoge.
Hosanna voor de euro! Ik vind het wel een mooi plaatje van de religiositeit anno 2019 in Nederland  ‘van Zwolle tot Den Haag’!
Wat zegt u: ‘het is dat hij is verrezen, anders zou hij zich omkeren in zijn graf?’ Nou, in het hedendaags algemeen betwijfeld geloof zijn we zelfs daar niet zo zeker meer van, toch?


dinsdag 21 mei 2019




De lamme en de blinde

Ervaringsdeskundig als ik ben met vrouwen gaat mijn belangstelling eerst uit naar hun schoeisel. Gelukkig geen hoge hakken, blijkbaar zijn ze voorbereid op de bospaden van Museumpark Orientalis, ook wel bekend als De Landstichting. Een van de dames gebruikt een rollator.  ‘Zo mevrouw’, zeg ik tegen haar, ‘ik zie dat u het personeel hebt meegebracht. Heel goed, want er zijn hier nogal wat bospaden. Zou het gaan, denkt u, of moet ik een karretje voor u arrangeren?’ ‘Nee dat hoeft niet’, zegt ze, ‘met de rollator kan ik me overal redden’. Ze klinkt uitermate zelfverzekerd, maar ja ze kent nog niet de kinderkopjes en ongemakkelijke trappen en drempels die verderop in het museum op haar liggen te wachten.  Ik acht het niet mijn roeping om reeds nu een deuk in haar zelfvertrouwen te slaan en verklaar - een beetje schijnheilig, dat zij toegegeven – dat me dit gerust stelt.
Welgemoed gaan we op stap. Als ik halverwege de lange opgang naar het binnenmuseum even stop om mijn intro te doen loopt zij geconcentreerd in stevig tempo verder.  Corrrie, roept de hele groep, je moet even wachten!
Enkele minuten later op weg naar het joodse dorp ontdekt ze dat de straten in de Midden Oosten niet zijn aangelegd voor dames met een rollator, maar vrouwmoedig worstelt ze met haar karretje voorwaarts.
Ze weet zich zelfs met rollator en al in het ‘huisje van Maria’ te wurmen tussen de andere vrouwen. 
Het is de bedoeling dat we de synagoge gaan bezoeken.  Ik wijs de groep de weg via een trap omhoog en wil met Corrie een klein omweggetje maken zonder lastige keien en trappen. Ze wijst echter heel beslist mijn gezelschap af. ‘Kom, geef mij maar een arm’, zegt ze tegen een mevrouw met een zonnebril, en samen gaan ze welgemoed op pad. Ietwat bezorgd sla ik ze gade, Ik volg dan maar het vrouwengilde dat inmiddels de trap omhoog neemt. Wat later melden zich beide vrouwen ook in de synagoge, blij dat ze kunnen gaan zitten want de keien waren toch wel een uitdaging geweest. Alle aandacht gaat uit naar de thora rollen – de menorah – de gebedsriemen – het gebedskleed  - de yat  -  de ramshoorn en alles wat er te zien is. Hun aandacht stimuleert mij om enthousiast uitleg te geven.  Als we naderhand verder lopen instrueert Corrie de dame met de zonnebril hoe de grootste keien te vermijden. Dan bemerk ik dat haar metgezel blind is, ze heeft dus in de synagoge niets kunnen zien…
Ik maak mijn excuses dat ik haar de voorwerpen niet in de hand heb gegeven, maar ze wil van geen excuses horen. Ze had het heel goed gevolgd en zich een voorstelling kunnen vormen, zegt ze. En dan neemt Corrie het weer over. ‘Neem mijn andere arm want hier rechts ligt een kuil’.
En zo zie ik het voor mijn ogen gebeuren: de lamme leidt de blinde… Maar we lopen dan ook door het Bijbelse land!  Een eindje verder doemen bij het veld de herders op, ze hielden vol trouwe de wacht…

dinsdag 7 mei 2019



Van hemelse gezangen tot klagelijk gebalk 

Baraque de Fraiture klinkt al een beetje vertrouwd.  Op zijn Frans geschreven en op zijn Nederlands uitgesproken voelt het een beetje als Belgische friet, net een beetje te vet. Een klein half uurtje later slingeren we onder tal van viaductjes door langs de oevers van de Maas zonder stoplichten helemaal door Luik. Tunneltje in, tunneltje uit, hier een kromming naar links, daar weer eentje naar rechts. Ik waan me er als jongetje vroeger op een kermis. En dan plotseling gaat de weg over in een heuse snelweg pal langs de rivier. Zoals elke keer als we hier rijden twijfel ik even of het echt wel zo is. Verstand en gevoel sporen niet helemaal. Maar ik weet dat het mag, dus druk ik het gaspedaal in tot boven 100 km en scheuren we naar mijn gevoel veel te hard, langs de Maas in no time naar het vaderland. Eijsden en St. Geertruid, het voelt als thuiskomen maar toch nog een beetje buitenlands. Maastricht passeren we ondergronds – wat een herademing vergeleken bij vroeger – vliegveld Beek en dan voorbij het bordje Ohé en Laak  voelen we ons weer echt op vaderlandse bodem. Ontspannen karren we door tot bij Romeinse Put, waar we even stoppen om onze benen een beetje te bewegen. We lezen de informatie over de archeologische vondsten van een Romeinse hoeve en nog oudere bewoning die hier zijn aangetroffen. Fascinerend vind ik dat. Op historische grond mijmeren over een nu onzichtbaar maar nog net aanraakbaar verleden. Zoals we dat ook de afgelopen week gedaan hadden, in Taizé, Cluny, en Paray-le-Monial. 
Diep in de kraag van onze zomerkleding gedoken hadden we , terwijl het in Eijsden en St Geertruid sneeuwde,  rondgewandeld op het plein van de op één toren na volledig verwoeste, eens zo machtige abdij van Cluny. Ze stond aan de top van een duizendtal abdijen verspreid over heel West Europa. Waar wij liepen ontwikkelde zich tussen 900 en 1200 de romaanse bouwstijl gekenmerkt door tongewelven die - zo lees ik in Wikipedia -  een bijzonder goede akoestiek boden voor de gregoriaanse zang. Er ligt geschiedenis in Cluny, beroemde abten als Odo, Hugo, en Petrus Venerabilis voerden er de scepter. Maar rijkdom en macht waren ook een steen des aanstoot voor diehards die terug naar het echie wilden, die totale afwending van de wereld wilden én vonden in de bossen van Citaux en vele andere plaatsen. Op het plein van Cluny is het allemaal moeilijk voor te stellen, al doen ze in het museum met een prachtige maquette en met video-impressies nog zo hun best. Om een indruk te krijgen van de eens zo machtige abdijkerk moet je 50 km westelijker naar  Paray-le-Monial. De monniken van Cluny hebben daar in de 11e  eeuw  een kerk gebouwd naar beeld en gelijkenis van grote broer (of moeder,) in Cluny. En inderdaad: de kapellenkrans om de driebeukig hoog opgetrokken kerk, de kleine ramen hoog in het middenschip en de tongewelven geven een schitterend idee. En als iemand verderop in de kerk het nodig vindt  een stoel te verslepen, blijkt ook de akoestiek fenomenaal! Terwijl ik dit enkele dagen later 150 km ten noorden van Ohé en Laak zit te tikken doet het schurend lawaai nog pijn aan mijn oren!
Het gregoriaans moet er duizendmaal hemelser hebben geklonken! Meer zoals de mantra’s die we elke dag gezongen hoorden door wel duizend mensen, gezeten op de vloer in de eenvoudige kerk van de monniken in Taizé.
Als ik dit alles nog even nalees zie ik in gedachten ook de drie baudets in de wei van ons B&B in Taizé. Lieve beesten waren het, heel rustig. Maar eentje kon het niet laten af en toe wat klagelijk te balken over zijn verre neef die zijn naam schrijft met een hoofdletter…

maandag 15 april 2019




Contradictio in terminis

 Een wonder is het! Het is principieel niet te zien en toch is het gefotografeerd! Alle kranten kwamen er mee op hun voorpagina: de eerste foto van een zwart gat! Nou ja, niet van het gat zelf, maar van de omtrek. Een vage rood-gelige cirkel, volgens natuurkundigen de omtrek van het zwarte gat. Ze wisten dat ze bestaan: zwarte gaten. Geweldige massa’s energie waarvan de zwaartekracht dusdanig sterk is dat alles erin verdwijnt, zelfs licht. En licht is het snelst van alles wat bestaat. Er kan dus niets ontsnappen uit zo’n gat, zelfs licht niet! En daarmee zijn zwarte gaten dus principieel onzichtbaar! Alleen uit de theorie weten natuurkundigen van het bestaan ervan. En nu hebben ze er een toch zichtbaar gemaakt, nou ja, iets van de randen ervan.  
Wat gebeurt er in die zwarte gaten, hoe zijn ze ontstaan, hoe ontwikkelen ze zich? Niets weten we ervan, helemaal niets. Ze bestaan, maar zijn van een andere orde. De wetten der natuurkunde lijken niet toepasbaar op dit mysterie. Voetje voor voetje hopen de natuurkundigen nu verder te komen. Hoewel, ook dit begrip past niet, want ‘verder’ ruikt naar afstand en ruimte, maar die begrippen zijn hier niet bruikbaar.
Een foto van het zwarte gat, het is een contradictio in terminis, en toch te zien in de krant! Hoe gek wil je het hebben?   Dat is nog even iets anders dan : een hele, een halve of een harde Brexit, of een mevr. De Haan, woordvoerder van de Bond van Pluimveehouders, of een: mevr. Kolenbrander woordvoeder van een platform voor duurzame energie!  Of een onstuimig groeiende nieuwe politieke partij onder leiding van een zekere Baudet ( = frans voor: 1.ezel  2. dommerik !!)  Dat alles went. Maar het principieel onzichtbare zichtbaar gemaakt! Dat is andere koek, toch?
En laat ik nu vanmorgen in de krant lezen dat een paar studenten en promovendi van ‘onze’ Radboud Universiteit Nijmegen eraan hebben meegewerkt! Hebben we ondanks Thierry toch iets om trots op te zijn!

vrijdag 22 maart 2019








De ene beschavingsoorlog is de andere niet

Meermalen hoorde ik de laatste dagen: ‘nu krijgen we toch zeker een stukje over Baudet?’ Helaas, ik ben zo geschokt dat het me niet  lukt lichtvoetig over de jongste verkiezingsuitslag te schrijven, laat staan grappig. Want het is allesbehalve grappig. Een zelf verklaarde profeet omschrijft zich als de uil van Minerva die ons allen staande aan de rand van de afgrond, ten langen leste dan toch de ogen geopend heeft. Strooiend met wat quasiwetenschappelijke termen verklaart hij de klimaatverandering tot baarlijke nonsens. Dat 95% van alle klimaatwetenschappers daar anders over denkt deert hem niet. Hij weet het beter. Journalisten zijn allemaal links, universiteiten idem dito. (Nog even, en de rechters ook.) Het is alsof ik Trump hoor, of die ‘sterke mannen’ in Turkije, Hongarije en Polen. Hij predikt het ‘omvolkingsgedachtegoed’ van Breivik. De grenzen moeten dicht en we moeten uit de EU., daarbij de chaos in Groot Brittannië ongenoemd latend. Ons land is in gevaar, en daarmee 'de grootste beschaving die de mensheid heeft voorgebracht'. Onze historicus heeft blijkbaar geen oog voor de donkere kanten van de V.O.C.  Weet niet dat we er na de Franse tijd weer bovenop kwamen dankzij het Cultuurstelsel in de koloniën! Hij strooit wat Griekse termen maar Multatuli laat hij onvermeld. En ook de holocaust, toch ook een episode van de grootse Boreale cultuur? Hij zal me wel een oikofoob noemen, iemand die zijn eigen cultuur verfoeit. Zo is het niet natuurlijk, maar ik pas ervoor onkritisch te winkelen in ‘de grootste beschaving die de mensheid ooit heeft voortgebracht.’ En ik doe mijn best keer op keer wetenschappelijk beproefde inzichten tot me toe te laten, ook als ze onwelgevallig voelen en me nopen tot verandering van leefstijl.
Ik heb zijn speech aandachtig beluisterd en ben nog steeds geschokt. Het was één groot nostalgisch verlangen naar een - nooit bestaande -wereld van vroeger, waar alles beter was. Helaas voor al wie zich hoopvol tot hem wendt: de geschiedenis laat zich niet terugdraaien. We leven in één mondiale wereld die voor grote uitdagingen staat, en waarin alle landen en culturen meer en meer onderling verbonden zijn.  Hij predikt een beschavingsoorlog in termen van front en veldslag. De beschavingsoorlog die mij voor ogen staat is dat we de  uitdaging oppakken om deze wereld en deze aarde leefbaar over te geven in handen van komende geslachten. Laten we in godsnaam verder kijken dan de korte termijnbelangen van de Boreale witte mannen! 
Om toch wat hoopvol te eindigen: het schijnt dat driekwart van zijn kiezers witte mannen zijn. Wat mij betreft weer een bewijs dat de toekomst van de mensheid wellicht beter af is in handen van vrouwen dan van mannen…  


donderdag 7 maart 2019





Kijk naar die ronding! 

Buiten alle proporties vond ik het. Ze hadden toch verloren? Er zou toch een wonder moeten gebeuren als ze het zouden overleven daar in dat grote Bernabéu stadion? Voor mij was het duidelijk. Wonderen gebeuren niet.  Hier niet en nergens niet, toch? Van wonderen mag je dromen, en genieten, maar daarna graag weer met beide voeten aan de grond.
Ik vond het dan ook ongepast dat er in de weken voorafgaand aan hun reisje naar Madrid zoveel aandacht werd besteed aan de Amsterdamse lefgozertjes. Oké, ik weet wel dat  de redacties van de talkshows bij voorkeur rondneuzen op de grachtengordel en omgeving. Maar toch, doe een beetje gewoon zeg! PSV heeft fantastische wedstrijden gespeeld in de Champions Leaque, daar hoor ik ze niet meer over. En de voetbalbond heeft er geen seconde aan gedacht om ze een vrije zondag te schenken in voorbereiding op een Europese wedstrijd. Maar nu het Ajax gold was niets te gek. De Amsterdammers kregen pardoes een vrije zondag ter voorbereiding op hun bij voorbaat kansloze missie in Madrid. Dat PEC Zwolle – mijn PEC Zwolle !! – daarmee ernstig gedupeerd werd, was van geen belang, vond de bond. Ik had er de pest over in. Van nature ben ik al niet zo van Ajax, maar nu helemaal niet meer. Het had maar een haar gescheeld of ik had helemaal niet gekeken. En dan had ik haar gemist! De ronding van de bal, ik kan er nog niet over uit!
Toegegeven, de jonkies speelden subliem. Ze dartelden over het veld, maakten de prachtigste passeerbewegingen en konden elkaar bijna blindelings vinden. In een flow vlinderden ze over de mat in het grote Bernabéu. Ook ik werd enthousiast. Helemaal toen een van de jochies, ik weet zijn naam niet want ik ben niet zo van Ajax, op even onbegrijpelijke als snelle manier de bal wist binnen te houden en nog voor te geven ook.  Góóóóóóal !!  3 – 0 voor AJAX!!
En toen gebeurde het. Herhaling, de video-scheidsrechter (de VAR in het jargon) – stilte – nog een herhaling, en nog een. De verslaggever legt uit, het gaat om de ronding, de ronding van de bal. Kijk naar die ronding! Heel Nederland keek, van alle kanten werd ze begluurd, de ronding van de bal. Ook ik deed dat. Ik betrapte me dat ik op het puntje van mijn stoel zat, nooit eerder heb ik zo een ronding van alle zijden begluurd. En maar genieten!
De rest van de wedstrijd verliep zoals bekend. Het hoogtepunt was geweest, Bernabéu sidderde nog na, het Ajax-vak het langst.
In de huiskamer keken we elkaar aan, we hadden allebei genoten.
In het reclameblok erna passeerden – waarschijnlijk niet geheel toevallig – vluchtig nog enkele rondingen, maar bij uitblijven van herhalingen waren die gauw vergeten. Maar die ene, ik hoef mijn ogen maar te sluiten en ik zie haar nog voor me.


donderdag 7 februari 2019




Allemáál heethoofden?

Om 10.30 uur zouden de Grootouders voor het Klimaat verzamelen bij het pannenkoekenhuis op het Malieveld. Om dat bekende veld in de Hofstad te betreden moet je eerst langs dat pannenkoekenhuis. Kan niet mis dus. Maar er is wel een probleempje: met mijn NS kortingskaart mag ik pas vanaf 9.00 uur reizen, en dan is het onmogelijk om 10.30 uur in Den Haag te zijn.  Even nadenken hoe dat op te lossen. Dan herinner ik me van vroeger dat demonstraties altijd wat later beginnen dan gepland, altijd moeten eerst verschillende hotemetoten even het woord voeren, en die willen nog wel eens wat ruim tijd nemen.  Het zal dus echt wel 11.00 uur zijn vooraleer de stoet zich in beweging zet, zo bedenk ik.  En dan is ook opa er wel. Want als mijn kleinkinderen mij later vragen: en opa waar was jij?, dan wil ik in elk geval kunnen zeggen dat ik voor hun toekomst (zeg: hun kwaliteit van leven, maar die uitdrukking is veel te plechtstatig) lid was van de pressiegroep ‘grootouders voor het klimaat’ en dat ik natuurlijk solidair was toen de jongeren zelf in actie kwamen.
Met een beetje geluk bemachtig ik een zitplaats in de trein richting Utrecht. De coupés zijn mudvol jongelui, het is een gekakel en gelach van jewelste. Op Utrecht C.S. perron 19 kun je over de hoofden lopen. Als ik (Japanse toestanden) de trein ingestouwd ben blijk ik in een eersteklascoupé beland te zijn. De scholieren zijn zo fatsoenlijk door te lopen naar de overvolle tweedeklascoupés. Pas als opa zegt dat ze vandaag hier best mogen gaan zitten omdat de conducteur er toch niet door kan, doen ze dat met graagte. Fatsoenlijk opgevoed dus, geen spoor van baldadigheid. Wel een spandoek: politici, op deze manier worden we allemáál heethoofden. Maar die is voor doordenkers bedoeld. En doordenken, dat doen ze. In korte gesprekjes blijkt me de hele ochtend dat de scholieren serieus met het onderwerp bezig zijn en menigeen moet van school extra aan de bak (spreekbeurt, presentatie e.d.) vanwege dit uitstapje. Er blijkt met leraren, medeleerlingen en ouders heel wat over het klimaat én leefstijl gediscussieerd te worden.
Op het Malieveld aangekomen is het zoeken naar een speld in een hooiberg, de grootouders zijn waarschijnlijk al op pad. (Heel zelfbewust hadden de scholieren nl. alle hotemetoten de microfoon geweigerd en de demonstratie had zich op tijd in beweging gezet.)
Toen ik na enig dralen om 11.15 uur de kop van de stoet het Malieveld al weer zag naderen ben ik toch maar op eigen houtje te midden van duizenden scholieren op pad gegaan. Hier en daar liepen nog enkele volwassenen. Ik zal niet beschrijven wat ik allemaal om me heen zag en hoorde. Het was een vrolijk en tegelijkertijd serieus gebeuren. Wat misschien wel het meest indruk maakte was dat er zich bij terugkomst op het Malieveld nog steeds drommen scholieren in beweging zetten om aan hun rondje door de stad te beginnen. Het waren er vele duizenden méér dan waarop was gerekend. De politie sprak van ruim meer dan 10.000. De organisatie hield het op 30.000.  Opa denkt dat het er in elk geval wel 20.000 waren. Het geeft hem hoop dat zoveel scholieren in hun klassen, op hun scholen en tijdens de maaltijden thuis het klimaat en hun toekomst aan de orde stellen.
 

woensdag 2 januari 2019




Boompjes planten in het nieuwe jaar 

Beste wensen, gelukkig nieuwjaar, een gezond 2019, een enkeling schrijft over ‘vrede en alle goeds,’ en tweemaal nog ontvingen we een zalig nieuw jaar. Die kaarten kwamen resp. van de zusters van een abdij en van,  jawel, de bisschop en zijn hulpen. De kardinale kaart valt echter telkens van de muur! Als dat geen teken is, een teken van de wand zogezegd.
Een neef plakte een kaart van een Zweedse puber op zijn facebookpagina. Zoiets in de trant van: als de volwassenen de wereld naar de knoppen helpen, waarom moet ik me dan nog inspannen, en dat in een aantal riedeltjes herhaald. Zoiets doet het altijd goed, al duizenden mensen hadden de kaart gedeeld. Ik moet me dan altijd inhouden om niet te reageren met riedels van tegenovergestelde strekking. Maar ik ben niet zo vaardig in plakken en knippen. Tegen de tijd dat ik heb gekopieerd, geknipt en geplakt, en dan van het ene medium in het andere is facebook al weer mijlen verder. Dat ligt niet aan facebook, dat ligt aan mijn jaarringen natuurlijk.
Ik had neef willen vertellen van good old Luther. Niet bepaald mijn vriend, maar een aan hem toegeschreven quote die mij altijd bijgebleven is, luidt: als ik weet dat morgen de wereld vergaat, dan plant ik vandaag nog een boompje.  Niet omdat dat boompje de wereld zou redden maar omdat het gewoon goed is om boompjes te planten. Dat inzicht gun ik die Zweedse puber en allen die haar tekst verder delen. ‘Boompjes planten’, het was niet toevallig de tekst van een brochure die ik ooit heb rondgedeeld. En van Vaclaf Havel had ik willen vertellen. De Tsjechische dissident en later president die dichtte:
Hoop is ergens voor werken
omdat het goed is
niet alleen
omdat het kans van slagen heeft

Het gaat niet om kansberekening, had ik neef willen laten weten. Je doet iets vanuit de overtuiging dat het goed is, dat het zinvol is, wat ook het resultaat moge zijn. Neef werkt in het onderwijs. Wat ik de pubers van tegenwoordig toewens is dat ze op school iets van dit inzicht of van deze houding leren. Als dat zou lukken dan zou 2019 wat mij betreft, om met de nonnen en de kardinaal te spreken, een zalig jaar worden.