woensdag 21 oktober 2015


Over concentratiekampen en een nieuw woord.

Onlangs heb ik Gedänkstette Esterwegen bezocht. Het is een informatie en herdenkingscentrum  voor de concentratiekampen in het Emsland. (Het gebied langs de grens met Groningen en Drenthe.) Toen Hitler in 1933 aan de macht kwam begon hij meteen tegenstanders van het Nationaal Socialisme gevangen te zetten. Tot de eerste kampen behoorden er enkele in het Emsland. In totaal kwamen er vijftien (15 !) concentratiekampen op slechts enkele kilometers van de Nederlandse grens. (Het kamp Esterwegen ligt het verst van de grens) De gevangenen moesten voornamelijk dwangarbeid verrichten in het veen. Soms maar een paar honderd meter van de grens vandaan, maar wie vluchtte werd ter plekke neergeschoten. En wie erin slaagde Nederland te bereiken werd teruggestuurd…! Van 1933 tot 1945 hebben er ongeveer 200.000 mensen vast gezeten!  Waaronder 100.000 Russische krijgsgevangenen die als honden werden behandeld. Tussen de 14.000 en 26.000 Russen zijn er gestorven, doodgehongerd, mishandeld, ziek… Naamloos want slechts ‘Untermenschen’! (En nog 10.000 anderen zijn er omgekomen)
Waarom zijn deze Emslandkampen bijna volledig onbekend? Waarom kennen we wel Dachau, Neuengamme, Buchenwald etc., maar niet deze kampen net over de grens? Waarom heb ik hier op school nooit een woord over gehoord? Het moet toch bekend geweest zijn in de grensstreken van Drenthe en Groningen? Collectief afwenden en stilzwijgen…Terwijl ik in het herdenkingscentrum rondliep bedienden zich de demonstranten van Pegida in Dresden ( tegen de opvang van vluchtelingen) opnieuw van symbolen van het Nationaal Socialisme…

Om toch maar met iets luchtigers te eindigen:  de nieuwe Van Dale is uit! Allerlei nieuwe woorden staan erin. Maar het nieuwste woord staat er niet in. Dat is – met dank aan Volkswagen – sjoemelsoftware. Het is zeker een blijvertje want nog veel meer concerns ‘besjoemelen’ de boel. Wen er dus maar aan.
Leuk spelletje: probeer eens tienmaal luid en snel achter elkaar sjoemelsoftware sjoemelsoftware  sjoemelsoft   je weet niet wat je hoort!


zaterdag 3 oktober 2015


Dan toch maar liever de mannen in huis

Ik loop in het Openluchtmuseum door de Gelderse buurt terug naar de entree. Ter hoogte van het boerderijtje uit Vierhouten nadert een drietal dames van 35 – 40 lentes naar ik schat. Twee snellen naar voren en stellen zich op voor de voorgevel van de boerderij. De derde maakt een foto van het vrolijke duo. Ik blijf even staan en geniet van het tafereel: een plaatje om te zien. Dan - ik had het kunnen vermoeden – vraagt dame drie me of ik een foto van alle drie samen wil maken. Natuurlijk wil ik dat. De dames stellen zich op naast elkaar onder de druivenrank. Ze hebben de grootste lol samen en de zon beschijnt het tafereel feeëriek. Als ik ze op de gevoelige plaat heb vereeuwigd en denk aan afscheid nemen verrast dame drie me nogmaals: ook nog een foto op de rand van de waterput! Ik weet niet of het een vraag of gebod is, maar ik voldoe er maar al te graag aan. De dames schikken en schuiven zich samen op de rand van de waterput. De hoofden ietwat in de schouders getrokken vanwege de balk boven de put. Een pracht schouwspel met het boerderijtje op de achtergrond. En ik mag de fotograaf zijn, wat kan het leven toch mooi zijn! Tuurlijk maak ik niet een maar twee foto’s en dan bekijken we het resultaat. Om het moment even te rekken vraag ik belangstellend of ze ‘iets hebben’ met het boerderijtje. Ja, zegt een van de dames , ons droomhuis.
Hoe zegt u?
Ons droomhuis, maar onze mannen willen niet!
Tja, zeg ik, dat is een probleem waar ik liever buiten blijf. (Als museumedewerker hecht ik eraan enig afstand te bewaren in dit soort gesprekken.) Maar gelukkig rekt dame drie wederom even ons samenzijn. Ze vraagt me zonder omwegen: kunnen we hier misschien logeren als we onze mannen zat zijn?

Tja, zeg ik, ik wil niet…maar u kunt eens informeren. En dan vertel ik over ons Waldhuisje uit Damwoude. Dat daar eens een familie met een aantal kinderen een week lang heeft gelogeerd. Misschien zou u dat ook mogen, maar dan wel in de omstandigheden van toen, dus zonder water in huis, en zonder elektra. (Damwoude had dat laatste wel, maar Vierhouten volgens mij niet). Ik vertel ze dat ik eens een brief heb gelezen van een kleindochter van de laatste bewoners aan het museum, waarin ze de weekdagen van haar oma beschrijft: naaien, breien, kousen stoppen, het vee verzorgen, wassen (alles met de hand !!) koken, boenen, te voet met een mand eieren naar de markt in Harderwijk (15 kilometer heen en terug) en – zo voeg ik toe -  uiteraard half rechtop dicht tegen elkaar slapen in de bedstee. Daar schrikken ze toch wel een beetje van. Ze kijken elkaar eens aan en besluiten : ‘dan toch maar liever de mannen in huis’.