woensdag 18 oktober 2017


Met Feijenoord naar het consultatiebureau


De deelnemers aan het internationaal wandelvoetbaltoernooi op Papendal laten op zich wachten. Terwijl we wat grappen maken over wandelvoetbal vult de hal zich plots met een grote groep luid lachende en zich soepel bewegende vijftigers. Het kan niet mis, dit zijn ze. Ik ontwaar de logo’s van Club Brugge, van Schalke 04, van nog enkele buitenlandse clubs en van Feijenoord. ‘Geef mij maar Feijenoord’ roep ik en binnen enkele minuten begin ik voor een grappend en grollend gezelschap aan mijn introductie. Ik vertel ze dat we langs een aantal highlights van het Ned. Openluchtmuseum zullen gaan en onderweg ook even de kroeg zullen bezoeken. Dat laatste maakt de stemming nog vrolijker! 
Maar als ik na ons bezoek aan het boerderijtje uit Harreveld vertel dat het een Amsterdamse kroeg is, moeten enkelen toch even slikken. Mijn belofte dat we daarna een ritje met een antieke tram uit Rotterdam zullen maken, vergoedt echter veel. Eenmaal in de kroeg reikt weldra een hand naar een borrelglaasje, maar dat blijkt vastgelijmd. Ik vertel dat hier nog wel eens wat verdwijnt en dat we daarom alles vast moeten lijmen. ‘Tja, die Amsterdammers, vertel ons wat meneer,’ is de reactie. Als even later ‘geef mij maar Amsterdam’ door de kroeg klinkt, wordt het twee mannen teveel, ze verlaten ostentatief de kroeg. De anderen lachen en een enkeling begint zelfs mee te zingen met tante Leen.
Dan gaan we richting tram. Tot hun en ook mijn verrassing meldt zich uitgerekend lijn 12 FEIJENOORD !! Zeventien mannen grijpen evenzoveel fototoestellen, het trampersoneel staat van opzij toe te kijken hoe ze zich als groep pal voor de tram onder het woord FEIJENOORD opstellen voor de groepsfoto.  In de tram vertellen enkele mannen me dat ze zich lijn 12 nog heel goed herinneren uit hun jeugd, dat ze er zelf in hebben gezeten.

Het museum scoort nog meer goodwill als ik ze even later vertel over de juist gesloten expositie Helden aan de bal. Hoe daar was te zien hoe vele doelpunten uit de Kuip (van Coen Moulijn, Willem van Hanegem en anderen) hebben bijgedragen tot de oranjegekte. Als een soort experiment besluit ik het kruisgebouw met ze te bezoeken. Met Feijenoorders naar het consultatiebureau, dat lijkt me wel wat. En ja hoor, verrast door de wijkzuster, de man in bad, en de andere poppen komt het tot een heel gesprek over het belang van de kruisvereniging. Deze 50 plussers weten zelf nog van het bezoek aan het badhuis, van TB-krasjes, van het lenen van bedklossen en ondersteken. Een paar keer hoor ik: ik vind het hier wel interessant. En iemand zegt: ‘wat hebben ze dit verdomd goed nagemaakt’, waarop ik voor de derde keer vertel dat alles in het museum echt is en geen namaak!
In de Tilburgse huisjes komen ze daarna ogen te kort. En passant zegt een duivenliefhebber wel te kunnen voorzien in de blijkbaar ontvreemde duivenklok. Natuurlijk gaan we nog langs de brouwerij, (hun volgende wedstrijd zal pas morgen zijn), en daarna nemen we als echte vrienden afscheid in Budel. In de beslotenheid van dat boerderijcafé vraagt de aanvoerder een applaus voor de gids. Het klinkt alsof ik in De Kuip sta!