dinsdag 22 april 2014


De Pelgrim
Ha, u bent er! Welkom! Kom binnen!
Een week eerder had ze gebeld. Ik was bijna vergeten dat we op een lijst pelgrims voor pelgrims staan. Slechts eenmaal eerder heeft zich iemand gemeld om te overnachten. De meeste wandelaars of fietsers die vanuit Noord Nederland naar het verre Santiago trekken vlgen eerst het Pieterpad, 60 km oostelijker van ons. Zij niet dus. Om kwart voor vier staat ze voor de deur. Op haar rugzak zie ik een grote schelp en het vignet van het Nederlands Genootschap van St. Jacob.

Zal ik mijn schoenen maar buiten laten staan?
Hulpvaardig neem ik haar rugzak, even later staan we wat aarzelend  tegenover elkaar in de keuken. Wat is dit voor iemand en waar kom ik vandaag terecht, taxeren elkaar. Maar, zoals gebruikelijk bij Santiago-gangers, het ijs is snel gesmolten. Hoe ging het vandaag? Welke route heb je gelopen, waar heb je vannacht geslapen, wanneer ben je vertrokken en dat soort vraag-en-antwoord spel.  Binnen tien minuten liggen de routeboekjes al op tafel en zijn de aarzelende beginner en de ervaringsdeskundige in geanimeerd gesprek.
Ja, een beetje jammer, die Duitstalige route, maar de Nederlandse uitgave hadden ze niet. Even kijken, ach, die heb ik hier, nou dan ruilen we toch want ik gebruik dat boek toch niet. En zo is vóór het eerste kopje thee de eerste transactie al gesloten!
Ze vertelt dat het best wel een beetje moeilijk is, zo alleen op pad. Gisterenavond in het bed en breakfast kamertje was het koud geweest, ze had niet zo goed geslapen, en vandaag alleen door die bossen, kortom: het is eigenlijk best wel een beetje alleen. 
O ja, zeg ik, als ervaringsdeskundige, ik kan het me helemaal voorstellen, de gevoelens van de eerste dagen .  Dat heeft iedereen, dat had ik ook,het komt vanzelf wel. Welke route ga je volgen?
Ze toont me een helemaal, van dag tot dag voor 90 dagen uitgeschreven loopschema met bijbehorende afstanden!
Dat is mooi uitgekiend zeg ik, en steeds zo rond de 20 - 25 km.  En dan probeer ik wat te relativeren.  Heel goed dat je dat zo gedaan hebt, dat doet iedereen, maar bij iedereen loopt het toch een beetje anders, dat zal bij jou ook wel zo gaan. Probeer het maar niet allemaal vast te leggen,laat het maar op je af komen.
Ze vertelt dat het de bedoeling was geweest samen met haar man te lopen maar hij is ziek geworden en kan nu niet lopen. Maar je moet wel gaan!, had hij gezegd. Toch voelt het niet lekker, hij ziek, zij van huis weg nu. Ze hebben veel gelopen samen. Hij altijd met het routeboekje, hij wist altijd precies waar ze zaten, ik volgde hem altijd gewoon, en nu moet ik het allemaal zelf kunnen. Het valt me eerlijk gezegd niet mee hoor. Gisterenavond had ze hem gebeld en ook vanmiddag nog. En later die avond nog een keer en zal ze vertellen dat ze zich helemaal thuis voelt nu ze er zo over kan praten.
We praten over de camino, over gevleugelde woorden loslaten, openstaan voor wat op je af komt, het maar te nemen zoals het komt, en: alles wat je thuis laat is meegenomen. De camino is één grote oefening in deze deugden, zo weet ieder die naar Santiago trok uit eigen ondervinding.
Ze begrijpt het wel, maar , zegt ze: nu ben ik nog helemaal niet los, ik ben steeds met thuis en met mezelf bezig. Het zal wel komen misschien en ik kan natuurlijk ook stoppen als ik in Vezelay kom bijvoorbeeld. Ik zie haar hardop denken, wikken en wegen. En vooral: worstelen, deze eerste dagen van wat bedoeld is als een tocht van drie maanden over 2600 kilometer.  Ik herken het maar al te goed, ik vroeg me de eerste dagen ook af waar ik aan begonnen was. Maar gaandeweg zak je in het nu. Ik hoor Marian zeggen: Gerard zei altijd vandaag hoef ik alleen maar tot Culemborg (eerste dag). Inderdaad, dat is een van mijn grote ontdekkingen geweest.
We kijken wat naar the passion op TV en praten onderwijl over de camino. Overmorgen zal een vriendin uit Limburg haar tegemoet komen en zullen ze enkele dagen samen lopen. Later komen er anderen een stukje meelopen, en in België misschien haar man. Ik ken de verhalen over meelopend thuisfront, dat vaak geen idee heeft van de wereld van de Santiago-pelgrim en voor wie het aangewende ritme helemaal vreemd is. Maar dat vertel ik niet.  Ze kijkt er nu naar uit, het helpt in de eerste moeilijke fase.
Tevreden zoekt ze haar kamer en de volgende ochtend blijkt ze een prima nacht te hebben gehad. Ze heeft manlief al gebeld en besluit de eerste kilometers tot de markt in Arnhem mee te liften bij Marian in de auto. Manlief had gezegd: nu al in de auto, doe je dat echt? Maar wat kan mij dat schelen, zegt ze, dat scheelt toch mooi een stukje? Tuurlijk, zeg ik, iedereen gaat zijn eigen camino. Er zijn zoveel camino’s als er mensen zijn op de camino.

Toch benieuwd of er in augustus een kaart uit Santiago komt!

vrijdag 18 april 2014

Geen Nederlands en geen Engels

Weet u dat een onderzoeksbureau heeft uitgedokterd dat er wel acht mentality communities te onderscheiden zijn?  Het is echt waar, en twee ervan zijn van groot belang voor het openluchtmuseum, te weten: de hoogopgeleide, scherpzinnige verdiepingzoekers en de impulsieve amuseerders. Omdat deze omschrijvingen niet lekker bekken  heeft het museum ze gepersonaliseerd als resp Jan-Willem en Miranda. Mijn lezers zijn uiteraard allemaal Jan-Willems, maar dit terzijde.
Jan-Willem bezoekt alvorens naar het museum te komen eerst de website en verkent de achtergronden, zodat hij vrouw en kroost net iets extra’s kan bieden en Miranda is in de leesportefeuille bij de kapper steeds op zoek naar events, zo hoorde ik tijdens een voorlichtingsbijeenkomst. Jan-Willem staat voor de waarom-persona’s en Miranda voor de must sees.
Toen ik dit thuis aan Marian vertelde, zei ze: ‘het is geen Nederlands en het is geen Engels, maar het bekt wel lekker’. En zo is dat. Ik ga weer lekker bekken dit seizoen want – zo is ons gezegd - het is belangrijk om levend te presenteren. Dat geldt als een van de ijkpunten in mijn functiehuis rondleidingen. Functiehuis? Ja zeker, functiehuis, denk maar niet dat alleen de ambachtsmensen in het museum hun meesterstuk moeten kunnen, nee dat moeten ook wij, rondleiders.
Ons werd tijdens de voorlichtingsbijeenkomst op enthousiaste wijze wel een half uur lang een visioen geschilderd van de nabije toekomst, want er gaat veel veranderen. Het eindigde heel verrassend met :  als je het gezien hebt dan is het heel spectaculair, kortom: veel geluk,plezier en succes! Nou, aan mij zal het niet liggen, het  applaus klatert nog in mijn oren.
Ik hoorde ook over interessante nieuwe projecten van de afdeling educatie, ik popel om kennis te maken met de vrijwilligers van Stichting Welkom in Andersland, en om een andere taal te leren bij de Chinees. Dat moet wel een héél  andere taal zijn, ongetwijfeld hét museummeesterstuk van functiehuis educatie! Ik begreep dat er ook iets is waar veel handsome dingen in zitten en dat de kinderen van Miranda en Jan-Willem gaan bouwen met vrije inloop. Nou, dat zal Jan Willem toch zeker even gaan goochelen!  
En alsof dat allemaal nog niet dynamisch genoeg is staat ons ook nog de Canon van de Nederlandse Geschiedenis te wachten, voortaan kortweg: ‘De Canon’.  Denk hierbij vooral niet  aan de canon van de heilige schrift want voordat je het weet heb je dan ook nog allerlei apocriefe canonvensters en dat willen we natuurlijk niet. Niet voor niets wordt er gewerkt met  een projectleider en een art-director . Het team is al een eind op weg met een vlekkenplan en storelines, een conceptmaker en iets dat klinkt als moodbord. Ik moet bekennen dat ik het even niet begreep, maar het troostte me dat mijn buurvrouw Anneke het ook niet precies begreep. Wel begrepen we dat geprobeerd wordt de beste prijs naar binnen te krijgen. Kijk, daar is geen woord Chinees aan, toch?  
Er wordt hard gewerkt om de canon zowel leuk (Miranda) als interessant (Jan-Willem) te maken. We gaan ze laten zien wat gewone mensen die zaten te prutsen met hun kinderen en met koeien meekregen van de Grote Geschiedenis. Nou, denk ik: als dat geen must see is!
Alle bezoekers krijgen een polsbandje, en terwijl ze zich door de canonvensters bewegen functioneert dat bandje als hun geheugen. Het is zoiets als de klantenkaart van Albert Heijn, het onthoudt al hun likes en geeft ze tips op maat.  Miranda denkt dat ze kiest, maar in werkelijkheid wordt ze ….(Nee, fluistert buurvrouw Anneke , nu concludeer je te snel.).
En gaat HollandRama , onze unieke theaterweergave van onze geschiedenis, dan verdwijnen, wilde iemand weten. Ja, dat gaat verdwijnen. Maar we krijgen wel heel veel terug, met veel hightech en snelle loops. Boven ons komt een spannend ding, een machine die steeds de geschiedenis laat tikken, we gaan van boven Nederland zien met polders en water, en het Nederland van vroeger ontmoeten we in één grote interactieve wand , ja zelfs  een heel groot aquarium… Weer kijk ik naar buurvrouw Anneke: dat is voor tijdelijke tentoonstellingen fluistert ze. Maar er komt ook een speltafel met  spelletjes van allerlei soort die ook sterretjes op de website opleveren. En met het polsbandje kunnen we films triggeren. Ik begrijp dat we connectie gaan maken met een soort cloud , een platform als nu.nl zodat het gezin van Jan-Willem, maar natuurlijk ook buurvrouw Anneke en ik als verdieping zoekende rondleiders, kunnen binnenhalen wat er overal is.
Over twee jaar moet het klaar zijn en dan moet echt iéderéén weten dat hier de canon is al moet het door een stuk van het gebouw uit te zagen!

Aan mij, en aan mijn buurvrouw van zojuist zal het niet liggen. Laaiend van enthousiasme gaan we beginnen, want .. 2016 is eerder dan je denkt! 

donderdag 3 april 2014


De directie loopt niet, Suzanne wel
Hardlopend Nederland spoedt zich in groten getale naar het museum voor het Rondje Nederland. Het is dit jaar nadrukkelijker dan ooit gepromoot als een mooie loop, eentje die je niet mag missen. Dat gaat dus ook niet gebeuren.
Al ruim een uur vóór het startsein sta ik onder een boom naast mijn fiets te schuilen,  en even  later als er geen boom in de buurt is word ik getrakteerd op de eerste echte hagelbui van deze winter. Toegegeven, sinds drie dagen is het lente, maar deze maartse bui trekt zich daar niets van aan. Mijn hardloopschoenen zijn al doorweekt als ik mijn fiets in de fietsenberging zet. Ik ben niet bepaald amused, maar dat verandert  als ik in het hoofdgebouw Suzanne ontwaar. Suzanne is - als een van de weinige museummedewerkers, maar dit terzijde - een onmiskenbaar looptalent, zo heb ik eerder al eens kunnen constateren.
Ha Suzanne! Jij doet ook weer mee? Wat ga je lopen vandaag?
Vandaag de tien.
Mooi, dat kun je makkelijk, maar het is een pittig parcours hoor, zeg ik, terwijl we afdalen naar beneden, het museum ligt nl. in de meest letterlijke zin op De Waterberg , in heel Nederland bekend vanwege het naastgelegen knooppunt van de A12 . Ik attendeer haar op op twee lange gemene stukken in het parcours. Het zal geen makkie worden.
In  het entreegebouw (dat ligt dus beneden) is het een drukte van belang. Zelden heb ik er zoveel mensen opeen gepropt gezien. Vandaag fungeert het als inschrijfbureau, omkleedruimte, koffiehuis én schuilplaats tegen de regen.Vele honderden mensen staan er opgehokt en proberen zich door elkaar heen te wringen. Voor de medewerkers van de Entree een mooi begin van het nieuwe seizoen dat morgen van start zal gaan.
Tijdens het warmlopen zie ik  de directievoorzitter met een bekertje koffie ter hoogte van de rosoliemolen uit Zieuwent. Ik stel een retorische vraag: He, loopt de directie vandaag niet mee? Even kijkt hij ietwat verbouwereerd en antwoordt dan: Nee, de directie loopt niet. Wat mij betreft eentje om te onthouden, een formulering die zich bij feesten, jubilea en reünies dankbaar laat hanteren. Spelend met die formulering begeef ik me naar de start. 
Suzanne laat zich niet ontdekken in de meute. Ze moet er ergens staan, maar ik zie haar niet, evenmin als enkele anderen want er moeten nog een paar collega’s meelopen, heb ik gehoord.
Koud 300 meter na de start, nog tijdens het stuk vals plat tussen de witte boerderij en de achteruitgang begint het te regenen. Tijdens de afdaling richting A12 als we langzaam weer controle over de adem krijgen, staat er iemand te plassen tegen een boom. 70 Euro roept iemand. De plasser plast onverstoorbaar verder, gefocust noemde Bert van Marwijk dit.
Op de zandpaden in het bos is het oppassen geblazen. Ik moet focussen op de vele boomwortels, stukken modder en plassen. De meute is doodstil, individueel overleven is het nu het motto. Waar zou Suzanne zich bevinden? Geen idee. Ik heb koude handen en natte voeten. Gelukkig staat er een drankpost bij de radmakerij uit Winterswijk. Dankbaar enkele flinke teugen en dan verder. Opnieuw dat lange zware stuk omhoog langs kwekerij en Budel (Brabant). Het begint te hagelen, op enkele stukken in het bos kleurt het aan beide zijden van het parcours wit. Met koude vingers probeer ik al glibberend en hollend mijn bewasemde brillenglazen schoon te vegen, een operatie die ik meermalen moet herhalen. De dijk bij Varik (Betuwe) ben ik me de tweede keer niet echt bewust. Wel het vals plat een eindje verder. Bij Beerta (Groningen) realiseer ik me dat ik inmiddels Midlum (Friesland) ongezien gepasseerd ben. Is dit ook focus of uitval door vermoeidheid, of flow?  Hoe dan ook, ik vervolg mijn tocht terwijl mijn brillenglazen weer beslaan. Het lukt me nauwelijks op de bocht bij de Molukse Barak links de schaapskooi uit Ede in het vizier te krijgen. Het is winter in het openluchtmuseum, dampend en zwoegend nader ik de finish. In de bocht bij Harreveld , terwijl ik mijn best doe om kwiek en sterk-ogend te finishen, moedigt een onverlaat me aan: hup opa ..!

Van je collega’s moet je het hebben!