Muffin uit de hemel
Geen koorts, wel koorts, geen griep, wel griep, beetje griep
of toch niet? Ik ben het zat, dat duurt nu al ruim een week. Maar vanmorgen
voel ik me voor het eerst weer als vanouds. Als kip dus. Hoe ik aan die
uitdrukking kom weet ik niet, maar als ik me ‘als kip voel’, dan voel ik me
gewoon lekker. En laat het nou nog prachtig weer zijn ook!! Ik aarzel geen
moment! Al meer dan een week heb ik niet
gelopen. Alleen hardlopers weten dat lopen in de mond van een hardloper,
hardlopen betekent. Ruim een week gedwongen rust! Regelmatige hardlopers weten dat
dat afzien is en hunkeren, vooral dat laatste. Nu doet zich dus de kans voor en
natuurlijk grijp ik die. Naar buiten! Nog wel niet hardlopend maar wel op de
fiets!
Een uurtje later – want eerst moest nog mijn haar gekamd,
mijn kin geschoren, een sudocu gemaakt, een kopje koffie gedronken – zit ik op
de fiets. Het is nog koud maar op de dijk achter De Beemd voelt de zon heerlijk op de huid. Weggedoken in mijn
sjaal, zonnebril op, fiets ik onder de
A12 door langs de zuivelboerderij richting Westervoorstedijk.
Even later kies ik het fietspad door Het
Broek. Wat begint Arnhem toch een echte fietsstad te worden. Zonder één
stoplicht zoef ik over dat fietspad linea recta tot naar de Berekuil, de historische fietsrotonde
bij de John Frostbrug die rechtstreeks toegang geeft tot het
stadscentrum. In no time ben ik via de Eusebiusbinnensingel
tot bij V&D waar je – toegegeven – wel even ogen voor en achter moet
hebben. Ik heb nog net tijd om te
denken: V&D sic transit gloria mundi!
Maar dan sta ik al bij de gratis -
jawel: gratis! – fietsenstalling bij de Koepelkerk. En zo maak ik even
later vol verwachting mijn opwachting bij Stan&CO
, Arnhems nieuwste meet and greet point.
De begroeting is
verpletterend persoonlijk, alsof ik de VIP van de ochtend ben! Maar al ras merk
ik dat het personeel de deur steeds in de gaten houdt en voor iedereen deze
égards in huis heeft. Weer met beide voetjes op de grond bestudeer ik de kaart.
Ik neem cappuccino met een muffin berry
berry lady/chocolic. Dat lijkt me wel iets. Temeer daar de kaart vermeldt
dat Stan&Kirsten al het zoet en
lekkers maken bij patisserie Hemels in de Kerkstraat.
Mijn geduld wordt erg op de proef gesteld, maar allé de vasten
is net begonnen dus even oefenen Gerard, zo houd ik me voor. Hoe langer ik
wacht hoe meer ik last krijg van het volume van de muziek. Ik vind het
takkenlawaaierig hier! Maar dan komt er iemand mijn bestelling opnemen. Ik voel
de muffin berry berry al op mijn
tong! Maar het verlangen moet nog even rijpen, zo blijkt. De chocolic is al driemaal gesmolten op
mijn lip als ik eindelijk wordt bediend. Het moet gezegd, de muffin is
heerlijk. De chocolic echter zo klein
dat het nauwelijks lic genoemd mag
worden.
Ik maak een foto en stuur die naar Hemels. Onmiddellijk
antwoord van Kirsten: ‘die muffin is dus
niet door ons gemaakt.’ Ik ben helemaal van de wap: de kaart vermeldt dat
al het lekkers etc, bij Hemels in de Kerkstraat wordt gemaakt. Aldus app ik terug.
Ja, schrijft Kirsten, dat weet ik maar wij leveren de muffins dus niet.
Ik kan het niet meer volgen, maar ja, er is tegenwoordig wel
meer dat ik niet kan volgen. Als ik ga betalen en de bediening me vraagt of het
heeft gesmaakt, vraag ik belangstellend waar die muffin vandaan komt. ‘Dat komt van patisserie Hemels in de Kerkstraat,
meneer. Kijk maar dat staat op de kaart’. Ja , dat heb ik gelezen. Maar
levert die patisserie ook de muffins? Ja meneer, die levert alles! Vond u het
lekker? Ja, ik vond het lekker.
Nog wat in de war verlaat ik het pand. Wie valt er nu nog te
vertrouwen in deze wereld? Afkomstig uit een degelijk rooms nest weet ik
uiteraard dat er heel wat is gediscussieerd over goed en kwaad, hemel en hel.
Als geen ander heb ik er weet van dat dingen heerlijk kunnen zijn ook al zijn
ze niet des hemels. Niet voor niets is
tussen hemel en hel het vagevuur geschoven. Die muffins zo besluit ik –
inmiddels weer op mijn fiets - zullen
wel des vagevuurs zijn. Voortaan ga
ik voor echte hemelse muffins naar HEMELS in de Kerkstraat.