maandag 23 maart 2020





Een lesje nederigheid

Vorige week zei mijn spiegelbeeld dat ik me niet gek moest laten maken en maar eens rustig moest aanzien hoe het zich verder zou ontwikkelen.
Nou, dat heb ik gedaan, maar tjonge jonge wat een storm woedt er over de wereld.  Steeds vaker moet ik denken aan onze voorouders in vroeger eeuwen. Hoe klein, kwetsbaar en afhankelijk ze zich gevoeld moeten hebben tijdens pestepidemieën  of in tijden van cholera en tyfus om maar iets te noemen. Ze konden zomaar ziek worden en bijna van de een op de andere dag doodgaan. Hoezo, bestaanszekerheid? Er woedde een onzichtbare sluipmoordenaar rond en ze wisten niet waar en hoe ze zich konden wapenen. Eenieder maakte dit in zijn of haar leven een of enkele malen mee.
Maar ik had nooit gedacht dat wij moderne mensen die kris kras over de wereld reizen, stage lopen in Amerika of Hongkong, van ons pensioen genieten, skypen en videobellen dat het een lieve lust is, dat wij die toch ‘ons eigen leven maken’ en ‘recht hebben’ op alles wat het leven aangenaam maakt, dat wij met al onze wetenschap nog eens dezelfde onzekerheid en afhankelijkheid zouden beleven  als onze voorouders.
Ik doe de kastdeur maar eens open, daar staat hij weer levensgroot, mijn spiegelbeeld. ‘Wat vindt jij er nu van’, vraag ik.
‘Och’ zegt hij  ‘misschien is het wel eens goed voor jullie. Een klein lesje in nederigheid kan geen kwaad. Jullie virologen, epidemiologen, microbiologen, intensivisten en hoe ze ook mogen heten, ze slepen jullie er wel door.’
 ‘Ja,’ zeg ik, ‘ik denk het ook wel.’
‘ Maar’, zegt hij dan, ‘ik hoop wel dat jullie ervan leren wat werkelijk vitaal is in het leven, het zorgen voor elkaar, het schoonmaken en het omzien naar moeder aarde.’
Ik voel nattigheid en zeg dat over enkele minuten Rutte een persconferentie geeft en dat ik die graag wil volgen.
‘Is goed’, zegt hij. ‘We zullen elkaar nog wel vaker spreken. Corona heeft geen haast.’


vrijdag 13 maart 2020



Ik, een probleemgeval?

Er is geadviseerd niet bij mij op bezoek te komen. Ook is mij voorgehouden dat ik beter geen gebruik kan maken van het openbaar vervoer. Ik ben pensionado. Ben ik nu een probleemgeval? Aan de binnenkant van de kastdeur naast mijn bureau hangt een levensgrote spiegel. Ik ga er eens voor staan om mezelf eens goed te bekijken. En wat denk je dat ik zie ? Een lange, ietwat slungelige man met veel kenmerken van iemand die levenslang aan hardlopen heeft gedaan. Hij heeft best wel een vriendelijke uitstraling, als ik dat zo mag zeggen. Allesbehalve een probleemgeval, dat spiegelbeeld van me.
Maar wat niet is, kan worden. Je weet maar nooit in deze Coronatijd. Gisterenmiddag nog bestelde ik tickets voor ‘de beentjes van sint hildegard’ en vanmorgen las ik dat het filmhuis is gesloten. Ook de rondleidingen  die ik vandaag en morgen zou geven in het openluchtmuseum zijn geannuleerd. Het hele museum is gesloten. Alles is gesloten, ook museumpark Orientalis heeft me voorlopig niet meer nodig. Zelfs de collecte van Amnesty is afgeblazen, terwijl ik nota bene twee avonden in de weer was geweest met in de ene hand de collectebus en met de andere hand mijn stormparaplu.
Ik kijk nog eens on de spiegel en zwaai alvorens de kastdeur te sluiten. Hoe zal hij die mijn spiegelbeeld wordt genoemd er uitzien na drie, vier weken van isolatie, van geen kleinkinderen, geen bezoek, en met moeite geduld in het openbaar vervoer? Na drie/vier weken van lege tribunes en afgelaste wielerwedstrijden . Na drie/ vier weken overspoeld te zijn door rampspoed via krant, radio en TV?
Ik weet het niet, ik mag slechts hopen dezelfde ietwat slungelige man met vriendelijke uitstraling terug te zien. Om mezelf moed in te spreken bedenk ik dat het einde der tijden wel vaker is voorspeld.
Vroeger in Salland zeiden ze: gewoon doorgaan met ademhalen en dan zullen we wel eens kiek’n  hoe’t allemaol giet