Wie is Amnesty?
Onlangs heb ik gecollecteerd voor Amnesty International.
Sommige mensen vinden dat een beetje vreemd. Maar Amnesty is een organisatie die er toe doet in de wereld
als het gaat om opkomen voor recht en gerechtigheid. Ik vind dat van groot
belang. Middels de schrijfacties van Amnesty en de jaarlijkse straatcollecte kan
ik daar een klein steentje aan bijdragen, en dat doe ik dus. Eén keer per maand
voeren we een schrijfactie en één keer jaarlijks collecteren we. Eén keer jaarlijks
slechts, maar dan doen we het wel goed.
Dit jaar bestreken we met zevenendertig collectanten een groot deel van Velp en een
deel van Rozendaal. Ik ging op pad door ‘mijn’ straten die ik al jarenlang
krijg toebedeeld. Dat heeft zo zijn voordelen: ik ken de mijnen en de mijnen
kenen mij, d.w.z. ze kennen mijn gezicht en ik hun geefgedrag. Tenminste een
beetje, want meestal worden de 50 en 20 eurocentmuntjes tussen duim en
wijsvinger discreet afgedekt door de drie overblijvende vingers. De twee
euromunt mag meestal wel gezien worden en het ineengevouwen papiergeld heeft natuurlijk
zijn kenmerkende kleur. De ‘gave’ is wat mij betreft nooit onderwerp van
gesprek, alle beetjes helpen voor een club die het uitsluitend moet hebben van vrijwillige
bijdragen. Vaak verontschuldigen mensen zich dat ze geen kleingeld in huis
hebben. Ik ken dat ongemakkelijke gevoel maar al te goed. Al die straatcollectes
doneer je niet met groot geld maar het voelt toch ongemakkelijk een collectant
af te doen met wat muntjes.
Voorgaande
jaren collecteerden we in januari dan wel februari. Vaak liep ik door sneeuw en
kou, en dat had geheel volgens het adagium van onze grote voetbalheld ook zijn
voordelen. Mensen waardeerden het als je in dikke sjaal gehuld met verkleumde
vingers de bel beroerde. (Wat zijn er trouwens veel huisbellen die slecht
functioneren, maar dit terzijde). Dit jaar collecteerden we echter in maart. Het was
veel langer licht, mensen konden zien wie er aan de deur stond en de deuren
gingen wat gemakkelijker open. Maar ik had ook de stellige indruk
dat er veel meer mensen uithuizig waren. Of eten mensen later als het langer
licht is en moet ik dan om acht uur ’s avonds aanbellen?
Er was nog een verandering dit jaar. Altijd had ik in mijn
straten één weigeraar. Uiteraard sla ik die nooit over, een beetje pesterig bel
ik elk jaar weer onbevangen aan, het leven is ook een spel niet waar? Maar dit
jaar had ik de eerste dag al drie weigeraars! De reden is mij onbekend.
Het scheelt als je jarenlang in dezelfde straten
collecteert, en zeker als dat ook nog eens in je eigen buurt is. Een bekend
gezicht dat helpt het geefgedrag een beetje. Een nieuwkomer in de buurt die in
het verleden weigerde, maar me nu herkent als buurtbewoner, zegt, naar woorden
zoekend, een beetje moeizaam: ik heb helemaal geen kleingeld. Maar hij weet dan
toch nog wat te vinden.
Een ander zegt: meneer Beltman, u heeft hier vroeger toch
gewoond? Ze vertelt dat ze gaan
verbouwen en vraagt: wilt u het nog een keer zien en nodigt me binnen. Met veel
belangstelling bekijk ik nog eens het huis waaruit we dertig jaar geleden
verhuisden! Zo zie je maar: collecteren is allerminst saai.
Achter een raam ontwaar ik een loopmaatje. Hij kijkt op het
horen van de bel door het raam. We zien elkaar. Hij opent de deur en zegt : die
collectant kan ik natuurlijk niet weigeren! Ik zeg: ja joh, vluchten kan niet
meer!
Zoals gewoonlijk komt het meeste papieren geld van mannen,
wat dat betreft is er tussen februari en maart weinig verschil. En ook in maart
blijken adolescenten zich te verontschuldigen: mijn ouders zijn niet thuis. En
ik maar denken dat de meeste adolescenten een baantje hebben als vakkenvuller.
Dat vak vult blijkbaar slechts met mate...
Onnavolgbaar was een oudere man. Wie is Amnesty?, mompelde
hij terwijl hij een pas terug deed. Amnesty International meneer, dat gaat om
de mensenrechten. Mensenrechten?, onderwijl zoekend in zijn portemonnee, die heeft toch iedereen? Ja maar er is nog een hoop werk te doen, zeg
ik. Hij geeft geen commentaar, haalt een tien eurobiljet uit zijn portemonnee,
kijkt me aan, en stopt die zonder een woord in de bus. Dan sluit hij de deur,
bedaard zoals een heer betaamt.