donderdag 19 juli 2018




Over kruizen en een schone zakdoek 

Het is Vierdaagse. Voor het eerst in 16 jaar loop ik niet mee. Ik zit rustig met een cappuccino en het lijfblad van treinend Nederland in de trein richting Rotterdam. Het voelt alsof ik vakantie heb. In Metro, zo heet het krantje, lees ik over droogte en hitte, warmte en water. Vooral over water, we plonzen er wat af volgens Metro. En inderdaad: de spetters vliegen van de foto’s af! Nog veel meer lees ik: over plaskruizen bijvoorbeeld. Dat die in en rond Nijmegen met deze warmte extra vaak gereinigd worden, dat ze daar zelfs extra personeel voor hebben aangetrokken. (Het zal je vakantiewerk maar zijn, maar dit terzijde). Ik had er nog nooit over gehoord, kende tot nu alleen maar het Latijnse, het Griekse, het orthodoxe, het Andreas, en vooruit: ook het Ierse kruis, maar je hebt dus ook het plaskruis. Het is maar dat u het weet. Kan handig zijn in geval van nood: mevrouw weet u misschien het dichtstbij zijnde plaskruis?
Ik lees dat studenten massaal kiezen voor kunstmatige intelligentie.  Misschien is het meer en meer gevraagd als aanvulling op het gebrekkig vermogen tot hoofdrekenen van diezelfde jeugd, zo denk ik. Maar dan wordt mijn gemijmer onderbroken door een ouder echtpaar dat zich met enige moeite op de bank tegenover mij schikt. Met wat passen en meten kunnen mevrouw en ik beiden onze benen kwijt. Meneer nestelt zich wijdbeens schuin tegenover mij, met beide handen steunend op zijn wandelstok die hij schuin tussen zijn benen plant, daarbij tevreden met zijn bovenlijf achteroverleunend. Zijn buik is behoorlijk aan de maat, zo constateer ik.  Dan ontvouwt zich de conversatie.
Zij: ik heb een jack meegenomen, hier en daar is een bui mogelijk.
 Hij: ik heb niets bij me, alleen een schone zakdoek.
 Stilte.
 Na vijf minuten:
Hij: gisteren de hele dag in Utrecht geweest. Met de rollator. Ging prima.
Stilte
Zij: we zijn wezen fietsen, We zijn (maakt brede armgebaren) zo en zo gefietst. Waar we allemaal niet geweest zijn, geen idee!
Hij: met de rollator kan je overal komen, én in de schaduw zitten. En je kan het langer volhouden. Prima dag!
Dan wordt het weer stil, hij kijkt peinzend voor zich uit.
Plots: heb je dat nieuwe terras gezien, bij het Jaarbeursplein? Nee, daar kom jij nooit. Pal naast de roltrap.
Zij: ik begrijp het.
Stilte.
In Rotterdam scheiden onze wegen. Ik kijk ze na, zie ze langzaam verdwijnen in de drukte. Zij met het jackje in haar tas, hij met zijn stok en zijn schone zakdoek.

maandag 9 juli 2018



Meneer Spruit en zijn citroenen. 

Op de radio hoorde ik een tirade tegen flexibel. Het is flexibel voor en flexibel na, de politiemensen zijn het echt helemaal beu, zegt ene meneer Spruit. Donderdag zal de Mars van de uitgeknepen citroenen plaatsvinden. Die uitgeknepen citroenen zijn de politiemensen, zo begrijp ik.
Ik denk aan de politiemensen in ons loopgroepje, maar liefst vier in getal. Ze zijn toch allesbehalve uitgeknepen citroenen? Ze maken altijd een heel montere indruk. Ik ben benieuwd of ze meedoen aan die mars.
Ik vind politiemensen geen uitgeknepen citroenen. Citroenen zijn zuur, en veel politiemensen zijn niet zuur, zeker de onze niet.  Ook hun Duitse collega’s zijn allesbehalve zuur. Onlangs nog kreeg ik met ze te maken, nota bene kort na het debacle van die Manschaft . In Lübeck reed ik pardoes door rood. Nou ja, niet helemaal pardoes, het was meer op zijn Hollands, net na oranje. Maar toen ik in de spiegel keek zag ik pal achter me een signaal boven een politiewagen! Met zijn drieën waren ze. ‘Fahrschein bitte – verstehen sie uns wenn wir Deutsch sprechen?’ – und so weiter. Maar ik voelde allang waar het heen ging en bekende dus maar ruiterlijk dat ik net even te laat het rode licht zag. Hoffelijk legden ze me uit dat zulks in Duitsland altijd 90 euro kost.  Ik deed alsof ik daarvan erg schrok en zei in mijn beste Duits: ‘ach, 90 Euro sagen Sie? dat is dan een duur einde van ons bezoek aan onze kinderen hier..’  ‘Ja, aber warten Sie, Herr Beltman’ en toen .. en toen .. vertelden ze me dat ze een bekeuring moesten uitschrijven maar als ik ermee akkoord ging dan konden ze het ook bij een waarschuwing laten.  En nogmaals: als u daarmee akkoord gaat..!  ‘Ja, gerne, selbstverständlich !’ ‘Oké, Herr Beltman, dann wünschen wir ihn einen guten Reise, fahren sie vohrsicht’.
Nog veel meer zou ik kunnen schrijven, want een mens maakt wat mee als hij een zaterdag  de Rozendaalse Bedriegertjes overslaat. Hoe heerlijk het is aan het strand bij de Lübecker Bocht bijvoorbeeld. En hoe leuk het is om met kleinkinderen te gaan eten bij de Italiaan. Of hoe heerlijk het is om ’s nachts te reizen in plaats van overdag in de files te staan. Vanaf 4.00 uur zie je de zon al aan de kim. Schitterend, het licht komt uit het oosten, echt waar!
Maar over dat alles wil ik niet schrijven. Eigenlijk had ik willen schrijven over hoe heerlijk het is om op warme dagen ‘s morgens rond 9.00 uur in mijn uppie over onze Rozendaalse parcoursen te lopen, door de dalen, in de schaduw van de bomen, soms even een briesje dat een vleugje koelte door mijn haren en over mijn schouders vleit. Heerlijk! Dat het dan geen straf is als ik een keertje op zaterdag niet kan. Maar mijn stukje wordt veel te lang als ik dat nu nog ga beschrijven. Bovendien: de meeste lezers weten al lang dat er  niets boven de parcoursen van de Rozendaalse Bedriegertjeslopers gaat. En meneer Spruit leest dit stukje toch niet. Die is veel te druk met zijn uitgeknepen citroenen.
Misschien is het wel een idee om meneer en zijn bonden eens uit te nodigen om tijdens diensttijd een trail door onze bossen te lopen, in plaats van een mars naar de Hofstad. Ik zie het voor me: de minister en de corpsleiding boos en de politiemensen weer allemaal zo fris als een hoentje…