Dubbele gevoelens
Een mens maakt wat mee. Nog op het voorplein ontmoet ik een collega. ‘Ga je naar de
bijeenkomst?’ ‘Ja, na alle geruchten wil ik het nu wel eens horen uit de eerste
hand.’ ‘Ik ben vanmorgen geweest, ‘die en die’ zijn boventallig verklaard, en
‘die ook’…’ Er komen bezoekers, ons gesprek stopt. Ik loop door richting Kasteelboerderij.
Daar hoor ik even later waar het allemaal om ging én om
gaat. Onze missie, de collectie, de afspraken met het ministerie: dat blijft
allemaal als een paal overeind. En: we blijven uitgaan van de bezoekers, die
staan centraal. Ja, ik snap het, en ik had het verwacht. Dan de mededeling over
36 boventallig aanzeggingen. Boem!!
Die komt aan! Meteen voel ik dubbelheid
over de klap voor de 36 en de opluchting voor velen. En die toch weer getemperd
door wat directe collega’s overkomt.
Onze Willem vertelt verder, er vervallen functies, er ontstaan functies,
boventalligen (naar ik begrijp vanaf nu
een nieuwe categorie naast medewerkers en vrijwilligers) kunnen daarop solliciteren. Een aantal zal
dus zeker terugkeren. Gelukkig maar.
Ook voor ons vrijwilligers blijven er een hoop vragen en bezorgdheden: hoe moet het straks, hoe gaat het straks, wie
lost dit op, wie lost dat op? En kennen
‘zij’ ons werk wel? En wie worden die ‘zij’? En hoe moet het met ‘die en die’, die boventallig zijn?
Willem vertelt ook mooie dingen. Ik onthoud ‘de collectie is
blijvend, wij zijn passanten.’ Dat vind ik een mooie. Evenals die over de bezoekers, die blijven
centraal staan, wat er ook gebeurt. Ik zie het voor me als ik de bijeenkomst
verlaat. Her en der lopen bezoekers, gastvrouwen en –heren zijn aan hun werk.
In de entree is het business as usual. Maar
schijn bedriegt, ... of verbeeld ik me dat?
Terug naar huis verbreed ik Willems uitspraak tot ‘het museum is blijvend, wij
zijn passanten.’ Ik herinner me de intentieverklaring met het Dorp ( u weet wel: van ons aller Mies), we krijgen typerende
jaren zestig gebouwen die perfect passen in de gewenste uitgroei. Twee dagen na
de bijeenkomst opent prinses Margriet ‘We
gaan naar Canada’ een nieuwe expositie over de naoorlogse emigratiegolf. En in ons communicatieblad lees ik over een
vakantiewoning met vele verhaallagen over Jodenvervolging, onderduiking en verzet.
Ja we zitten vol plannen, we stomen verder, de toekomst tegemoet. Maar die
dubbelheid, die blijft nog wel een tijdje, en die moeten we maar niet
verdringen. Toch?
Onze Willem vertelt verder, er vervallen functies, er ontstaan functies, boventalligen (naar ik begrijp vanaf nu een nieuwe categorie naast medewerkers en vrijwilligers) kunnen daarop solliciteren. Een aantal zal dus zeker terugkeren. Gelukkig maar.
Terug naar huis verbreed ik Willems uitspraak tot ‘het museum is blijvend, wij zijn passanten.’ Ik herinner me de intentieverklaring met het Dorp ( u weet wel: van ons aller Mies), we krijgen typerende jaren zestig gebouwen die perfect passen in de gewenste uitgroei. Twee dagen na de bijeenkomst opent prinses Margriet ‘We gaan naar Canada’ een nieuwe expositie over de naoorlogse emigratiegolf. En in ons communicatieblad lees ik over een vakantiewoning met vele verhaallagen over Jodenvervolging, onderduiking en verzet.
Ja we zitten vol plannen, we stomen verder, de toekomst tegemoet. Maar die dubbelheid, die blijft nog wel een tijdje, en die moeten we maar niet verdringen. Toch?