dinsdag 29 januari 2013

 

Deegrolletjes

Een van de slogans van het openluchtmuseum luidt: in het museum is altijd iets te doen. Zo ook vandaag op de kille zondagmiddag:
Een jongetje staat met een stok te porren in een vuurton. Snel laat hij zijn stok vallen als hij mijn badge ziet, even later is hij weer druk aan het porren.
Rijnstad Vocaal Theater trekt veel belangstelling: het kerkje zit vol, ik zit helemaal opzij achterin, lekker warm boven een verwarmingsrooster. Pech voor het vrouwvolk bedenk ik, want dat zat in het midden.  Even later realiseer ik me dat ze die vloerverwarming  vroeger in ‘sHeerenhoek helemaal niet hadden natuurlijk.
Na afloop zie ik meerdere mensen in de Huissense kas. Aha, ook even kijken. Als ik de deur open wordt ik bijkans bedwelmd door heerlijk geurende seringen. Wauw! Hoe krijgen ze het klaar dat die nu hartje winter bloeien?
Bij de Delftse molen is het een drukte van belang. Er staat een lange rij bij de opgang naar de sleetjesbaan. De molenaar ontpopt zich als een ware sleetjesvanger. ‘Nog geen ongelukken gebeurd?’
‘Nee, soms denk je dat komt niet meer goed, maar ze staan toch zo weer op !’
Op het Kindererf heerst topdrukte, het krioelt er. Er zijn meerdere vuurplaatsen op het erf, allemaal rondom tot de laatste plaats bezet. Een vrolijke boel, ieder warmt zich aan de vuurtjes en alle ogen zijn gericht op de deegrol aan het uiteind van de stokken.
Binnen weten ze me te vertellen dat ze al 2200 deegrollen hebben gedraaid….! Ik kijk op mijn horloge, het is nog maar kwart over vier! Ze moeten dus nog een paar uur!!
In de woonkeuken is het alle hence aan dek: de tafel doet dienst als werkblad voor de productie van deegrolletjes. Op een kruk helemaal achteraan in de uiterste hoek zit R heel genoeglijk het geheel te aanschouwen. Hij wenkt me vriendelijk lachend en voor ik er erg in heb heeft hij mij ingeschakeld bij het deegrollen! Niks geen handenwassen, er staan honderden kinderen te wachten en nog vele trams zijn onderweg! Er moet aangepakt!
Al na vijf minuten krijg ik het warm, jas uit, mouw opstropen, en verder: rollen maar, rolletje na rolletje leg ik op het servet in de mandjes.  Al gauw voel ik mijn schouder, ik zie dat de collega’s van het Kindererf elkaar afwisselen, rollen draaien, stokken prepareren, uitdelen etc. Maar ik zie zo een-twee-drie nog geen collega rondleider die mij afwisselt, en R is er inmiddels van tussen…., de slimmerd! Na 20 minuten vind ik het wel goed, ik heb - zeker weten - mijn PR deegrolletjes draaien verbeterd! Met een grapje en een hopelijk acceptabele smoes maak ik me uit de voeten, diep onder de indruk van het vele werk dat op een dag als deze wordt verricht op het Kindererf.

 

  

zondag 13 januari 2013


Jos en Magdaleentje

Ik bevind mij na een tocht door het donker in ons kleine kerkje uit ‘sHeerenhoek. Tijdens zo’n toch laten we mensen de duisternis ervaren zoals die vroeger moet zijn geweest toen er nog geen verlichting was. Terwijl in mijn lange zwarte cape afdoe komen enkele bezoekers  binnen. Zo te zien en te horen een keurig Hollands echtpaar, goed gekleed, verzorgd taalgebruik, IZA-verzekerd. Dat laatste veronderstel ik want we worden vandaag overspoeld door IZA clientèle. De vrouwelijke helft van het stel kijkt belangstellend rond in deze haar totaal onbekende religieuze ruimte. Ze vraagt zonder enige gêne ‘meneer is dit een katholieke of een protestantse kerk?’ Zover is de secularisatie dus voortgeschreden, denk ik. Ik schrik er een beetje van . Oké, je hoeft van mij niet kerkelijk te zijn, maar je moet onze  klassieken toch een beetje kennen. Dat mensen met schooldiploma’s op zak (want IZA-verzekerd)  zo weinig idee hebben van reformatie en contrareformatie dat ze er in een kerk niets van kunnen terugvinden, dat gaat mijn pet te boven.
Maar goed ik ben de beroerdste niet en wijs op de centrale plaats van de preekstoel en op de afwezigheid van een altaar en van heiligenbeelden. Protestants dus. Ik heb geloof ik ook nog verteld dat in protestantse kerken alles draait om de bijbel, beschouwd als het woord van God en om de uitleg daarvan vanaf die preekstoel. De mensen zaten letterlijk onder het Woord, zeg ik, omhoog wijzend naar de kansel, maar dit idioom ontgaat haar. In  katholieke kerken, zo zeg ik, staat de altaartafel centraal, daar is de mis het belangrijkst, de uitleg van het woord is daarbij een onderdeel. Tja, als ik dan toch bezig bent dan doe ik het afwezige katholieke gebouw er maar bij.
Ze kijkt me aan met een ontroerend open blik en bedankt me vriendelijk voor de uitleg.
Op weg naar huis zie ik in gedachten dominee de kansel bestijgen en hoor hoe ’s mans woorden de ruimte van ons kerkje vullen. Ik zie de kerkgangers voor me, de vrouwen met bedekt hoofd in het midden, de mannen aan beide kanten terzijde. Plots stel ik me voor hoe Jezus uit Nazareth zich incognito tussen de mannen bevindt.  Zou hij in ’s mans woorden en in de hele entourage iets herkennen uit zijn zo lang geleden vorig leven?  Waarschijnlijk zou hij zich in goed Hollands Jos v. N. noemen.  En dan, terwijl ik moet wachten voor een stoplicht, zie ik tussen het vrouwvolk Maria Magdalena  zitten.  Ik meen te zien hoe Jos en Magdaleentje af en toe heimelijk oogcontact hebben, daar in ons kerkje uit ’s-Heerenhoek. Een blik van verstandhouding, zo van: ‘had je dat nou bedoeld Jos?’ Of: ‘weet je nog van die kruik, toen ik je de voeten waste?’ Ik zie bij Jos een klein glimlachje. Het is leuk fantaseren zo in de auto.

Mijn vrouw zegt later die avond: ‘dat van die kruik kun je beter weglaten, ik denk dat de helft van het museumvolk dat al niet meer begrijpt’. Tja, dan weet ik het ook niet meer.  Maar misschien ging het oogcontact alleen maar over straks na afloop van de dienst, ‘ga je mee, de tocht door het donker?Er schijnt een wolf gesignaleerd, spannend…!’    

P.S. De spellingscontrole adviseert voor Magdaleentje: zangtalentje of maagtabletje…..