zondag 24 juli 2016



De Vrede van Nijmegen

Als ik naar buiten kijk zie ik tot mijn schrik dat het regent. De hele week heeft de zon geschenen. Bloedwarm was het en kurkdroog. En dan nu, juist nu ik naar het station moet voor dag vier van de Nijmeegse Vierdaagse begint het te gieten. Vlug graai ik een papiertje uit het bakje voor onze boodschappenlijstjes en schrijf: plensbui, de auto staat geparkeerd op de parkeerplaats achter het station. Dat zal ze ongetwijfeld begrijpen.
Tien minuten later als de trein zich in beweging zet is het weer droog. Had ik toch maar net als gisteren de trein van 6.30 uur genomen, denk ik, dan was er niets aan de hand geweest. Toen had ik bij uitzondering die trein genomen maar vervolgens op de Wedren een half uur in de rij gestaan om mijn polsbandje te laten scannen. Dat zou me niet nog eens gebeuren dus ik koos weer de trein van 7 uur teneinde eenmaal op de Wedren zo door te kunnen lopen. Gelukkig bleek dat weer het geval te zijn, maar nauwelijks vijf minuten later braken de hemelvliezen opnieuw, en hoe! Met bakken kwam het uit de lucht. Gelukkig bood Pieter me een kilometer verderop, zoals gehoopt,  een kop koffie aan. Ik was niet de eerste, zijn hal en keuken waren al besmeurd door zompige schoenen van mijn voorgangers, dus ik aarzelde geen moment. De goeierd bood me ook nog een broodje aan. Misschien kwam die wel in mindering op de proviand voor de zes (!) lopers die bij hem logeerden en die hij later die ochtend elders op de route zou foerageren. De gastvrijheid in Nijmegen is in deze week grenzeloos.
Gesterkt voegde ik me luttele minuten later weer in het schier onafgebroken lint van plastic poncho’s en paraplu’s.  Na anderhalf uur echter hield het op en werd het weer wandelen als usual deze week. Dat wil zeggen: hoofdbedekking, factor 50 op armen en benen, en water, veel  water. Water om flesjes te vullen, want o wat is lauw water vies! En water uit tuinslangen. Wat zijn er langs de routes van de Vierdaagse veel mensen in het bezit van tuinslangen. En wat doen ze hun best om ons lopers af te koelen! Veel mensen vinden dat heerlijk, houden hun hoofd, hun hoed of pet, hun handdoek onder zo’n slang om z…nat hun weg te vervolgen. Ik ben echter duizend doden gestorven. Kijk je even naar links dan krijg je van rechts een spriet ijskoud water in je rug, kijk je even naar rechts dan staat er links een olijkerd die met de beste bedoeling een straal ijskoud leidingwater op je buik richt. Ik stuur een appje naar mijn kinderen waarin ik – hoewel lid van Amnesty -  kenbaar maak sinds deze Vierdaagse voor herinvoering van de doodstraf te zijn,  voor mensen die met tuinslangen op mensen richten wel te verstaan.
Hoe later in de middag hoe meer ik mijn aandacht moet richten op die gevaarlijke tuinslangen en hoe minder ik dus geniet van het vele waarvan te genieten valt. De vriendelijke haast dankbare gezichten van de mensen als je een tomaat, dropje, schijfje appel of iets anders uit hun mandje haalt. En dan te bedenken dat we met duizenden passeren en dat die vriendelijkheid twee uren later niet minder zal zijn.  Er zijn aanwonenden die er volgens mij kapitalen aan uitgeven, terwijl toch echt – zoals het raam van een kadootjeswinkel in Arnhem vermeldt – het mooiste geschenk hun glimlach is. Maar nee hoor, ze voegen er kilo’s pepermuntjes en tomaatjes aan toe.
Voor mij als taalliefhebber valt er ook veel te genieten. Wat is het Nederlands toch poëtisch denk ik vaak. Hoewel, niet alles ontstijgt het niveau van rijmelarij natuurlijk. Wat te denken bijvoorbeeld van stamp, stamp, stamp, naar het scoutingkamp ? of Hamer betonbedrijf, hart voor beton ? Maar Sinterklaas, - natuurlijk staat hij ook weer langs de route, malloten staan immers niet alleen bij de Tour de France - vindt het misschien wel leuk.
Het blijft een wonderlijk gebeuren die Vierdaagse. Later die dag treffend samengevat door good old Willibrord Frequin, eens vermaard en berucht journalist. Hij was diep emotioneel getroffen door de vriendelijkheid en hartelijkheid van de honderdduizenden langs de route. Als we al die machthebbers, tirannen, graaiers en andere malloten nou eens afschieten, zei hij, en alleen het Vierdaagse-volk overhouden, wat zou de wereld dan prachtig zijn.  Inderdaad, alleen jammer dat er wel eerst een genocide voor nodig is. Ik denk dat ik de internationale strafhoven iets alternatiefs ga adviseren: alle tirannen, graaiers, bankiers en korte lontjes onderdompelen in de ‘Vrede van Nijmegen’ door ze vier dagen verplicht mee te laten lopen.