zaterdag 27 december 2014


Gesprek in de Bedstee

In het Openluchtmuseum is tot eind januari een expositie ingericht over het circus in Nederland. Tijdens het openingsweekend stond er in het museumpark een grote maquette van een circusopstelling. Een pracht bouwwerk, ik sta me eraan te vergapen, zelden zo’n mooie maquette gezien! Jammer dat het glazen omhulsel beslagen is vanwege het natte weer. Ik neem me voor het de komende dagen nog eens beter bekijken. Ik blijf nog wat hangen bij een  wooncaravan uit het circus die daar eveneens staat opgesteld. Terwijl ik me sta te vergapen aan het interieur hoor ik naast me in onvervalst dialect: ‘Muj kiek’n joh, hier kuj drin kieken!’ Een hele familie ongetwijfeld afkomstig uit Salland verdringt zich vervolgens voor de omlaag geklapte ingangstrap. ‘Oh, da’s mooi!’ zegt een dertiger. ‘Muj dat oanrecht zieh, dat holtwark! En dat kassie! Hemoal bewarkt! Dat wulk ok hemm as ik een caravan zol hemm!
Ja wuj dat ok hemm?’, vraagt een van de vrouwen.
 ‘Ja, ak ’n caravan zol hemm, zeker weten, dan wok dat ok hemm!’
 Zonder dat ze me zien blijkbaar verdringen ze me bij het trappetje en ik besluit maar verder te lopen.
Een paar dagen later – het weer is dan veel mooier – besluit ik nogmaals de maquette en die wagen te bekijken, maar helaas zijn ze verdwenen. Teleurgesteld loop ik terug.
Ik loop nog even langs de boerderij uit Vierhouten. Ik heb gelezen dat boer Maas weer in de bedstee ligt. En ja hoor, hij ligt weer pontificaal, bijna opgebaard, in zijn bedstee. Ik blijf het een pracht tafereel vinden. De komende weken zal ook hier het ‘muj kiek’n’ wel veelvuldig klinken.  Plots schiet me een gesprekje te binnen dat enige tijd geleden in mijn lijfblad Trouw stond afgedrukt. Het was afkomstig uit een uitgave In Drentse Bedstee (jaren 50)  als ik het me goed herinner. Het ging ongeveer zo:
 ‘Hendrik’
‘Ja, Mina’
‘Wo’j mi nog bruken? Anders wend ik mi tot den Here.’
‘Is al laat, Mina. Morgen is’t weer vrog dag.’
‘Welterusten, Hendrik’
‘Welterusten, Mina’
Waarschijnlijk hapert u hier even met lezen. Leest u het gerust nog een keer.

Over vrede op aarde gesproken!  Wat een vrede spreekt er uit zo’n simpel gesprekje in een bedstee!


woensdag 17 december 2014

Dat is toch normaal!
Of ben ik nou gek?

Ja, die past goed bij de tafel, staat stevig, geeft veel licht tegen het plafond en het lampje naar de tafel is te buigen naar waar je maar wilt.  Hmm, en niet duur (iets van 70 euro). Zullen we? Ja, we zijn het eens, die kopen we!
Even kijken of lampjes zijn inbegrepen. Zal wel op de verpakking staan.
Nee dus, dat staat niet op de verpakking. Even goed kijken.
Ho, wacht eens, daar helemaal onderaan: lamps no changeable .
Moet je nou kijken: lamps no changeable…!!
Dus …als een lampje stuk is moet je de hele armatuur weggooien ?!?!  Die kopen we niet!! 
Geschokt over de alsmaar toenemende weggooimaatschappij gaan we richting uitgang. Bij de kassa uit ik verontwaardigd mijn verbazing  “ dus als een lampje stuk is moet je de complete lamparmatuur van 70 euro weggooien!”
Zegt de verkoopster doodgemoedereerd: “Ja, dat is tegenwoordig steeds meer de trend.” Ze begrijpt niets van onze verbazing. Dat vind ik nog choquerender dan die stomme lamp. Denkt ze dan helemaal niet na over wat ze verkoopt? En zijn er dan mensen die zoiets kopen? Als ik een lekke band heb, dan koop ik toch ook geen nieuwe fiets, dan ga ik toch die band plakken? Dat is toch normaal!
Of ben ik nou gek?

‘s Middags tuig ik de kerstboom op. Natuurlijk zijn er twee lampjes die het niet doen en natuurlijk hebben we geen reservelampje meer. Even met de auto naar Action om een paar reservelampjes te kopen. Ik weet het: 2 x helemaal fout, Action en met de auto. Maar ook ik ben maar een mens.
Heeft u ook reservelampjes voor kerstboomverlichting?
Ik had het kunnen weten: alleen van die LEDlampjes, niet voor ouderwetse verlichting die wij al 30 jaar gebruiken. Dan maar naar de Gelderse IJzerhandel, al 30 jaar mijn steun en toeverlaat, goudeerlijk en niks geen kinderhandjes.
Wat denk je: nee, die hebben we niet meer, het is tegenwoordig allemaal met die LEDlampjes… 
Oké, wij hebben nu ook een net met LEDlampjes over de boom. Zo word je dus de vooruitgang ingedrongen.

Maar ik zweer je: vóór het kerst is  vind ik bij de kringloop, het Vincentrum of 2Switch reservelampjes. Misschien wel dertig, net genoeg om probleemloos honderd te worden.

zondag 14 december 2014


Er was een duiventil


 

Ik loop langs de boerderij uit Kadoelen, bij Vollenhove. Zoals bijna altijd als ik daar loop denk ik ook nu onwillekeurig aan Evert van Benthem. Het echtpaar Winters-van Benthem dat daar eens woonde had een zoon, genaamd Evert. Zoals bekend kwam die andere Evert, de tweevoudig Elfstedentochtwinnaar van ’85 en ’86, ook daar uit de buurt. Het zou dus zo maar kunnen dat beide jongetjes meer gemeen hebben dan alleen hun roepnaam. Ze zullen allebei geschaatst hebben op de Beulakkerwiede, al zal de een zich nog hebben bediend van houten schaatsen met een krul.

Evert Winters groeit dus op hier op deze boerderij in Landgoed Kadoelen, speelt op de deel bij de koeien en tussen de daar rondscharrellende kippen. Ik zie hem  knikkeren op de lemen vloer en touwtje springen met zijn zussen, pa zal het touw zelf wel gefabriceerd hebben of misschien meegebracht van de markt in Meppel. En ze zullen er zeker ook gebikkeld hebben met vier bikkels en een balletje. Ongetwijfeld kon Evert ook heel goed duiveneieren uitblazen. Ja, u leest het goed: duiveneieren uitblazen. Evert was nl. verzekerd van een constante voorraad duiveneieren. Hoe ik dat weet? Tja, daar hebben we onze documentatiemappen voor in de bieb. In de map Kadoelen vond ik tot mijn stomme verbazing foto’s van een grote duiventil in het land naast de boerderij!! Ook een krantenknipsel waarin sprake is van ‘de oude boerderij die met zijn markante duiventil naar het Openluchtmuseum zal verhuizen’!  Dat laatste is dus nooit gebeurd, maar er stond dus in situ wel degelijk een duiventil bij onze boerderij (en volgens Wikepedia staat die er nog in de paardenwei van het landgoed!).

Terug naar Evert. Als hij een normaal ventje is geweest zal hij ongetwijfeld wel eens stiekem eieren uit die duiventil hebben gepakt. Niemand die daar iets van merkt, duiven leggen eieren bij het leven, die weten niet van ophouden. En wat is er leuker en spannender dan twee gaatjes prikken in een ei, niet te smal maar ook niet te groot – het ei aan de mond en voorzichtig blazen. Niet gemakkelijk hoor! Ik zie het mezelf nog doen. Als je iets te hard blaast knijp je haast vanzelf met je vingers het ei kapot! Vieze boel en de anderen lachen! Evert zal ongetwijfeld bedreven zijn geworden in deze kunde.

De afbraak van zijn ouderlijk huis heeft onze Evert niet meer meegemaakt. Er woonde toen een andere boer in een nieuw huis ernaast. Hij zal ook geen weet hebben van hebben dat de 600 evacuees uit Arnhem die na het echec van Market Garden een aantal maanden in het museum bivakkeerden, de herbouw van de boerderij in het museum enige tijd hebben  opgehouden. Uit dankbaarheid hebben de evacués overigens nog tijdens hun verblijf  (al op 21 oktober) een inzameling gehouden ten bate van het museum. Toen ik dat onlangs hoorde viel bij mij het kwartje. Stel je voor: je bent directeur van het museum, je verwerft een mooie boerderij met ernaast in de wei een karakteristieke duiventil, en dan komt die duiventil niet mee..! Je wilt het plaatje graag kompleet ... én je krijgt pardoes een geldbedrag.. !  Dan wordt er dus besloten er maar een duiventil van elders bij te plaatsen, natuurlijk! En het is op dat moment nog een sprekend vredessymbool ook !!

De duiventil die er nu staat verbindt dus op een gelukkige manier de herbouw van Kadoelen met deze bijzondere periode in de geschiedenis van het NOM. Voortaan kan ik hiermee als rondleider wel uit de voeten!

Het zal Evert worst wezen. Ik denk dat hij het leuk vindt dat zijn duiventil in Kadoelen is gebleven. En die andere Evert, de schaatser? Hij zal dit verhaal niet kennen. Na een paar jaar zuivelbusiness op een boerderij in St Jansklooster, vertrok hij naar het verre Canada. Dichtbij Calgary, dat weer wel.