donderdag 27 september 2012



Lekke band

Regelmatig bezoeken groepen ouderen het openluchtmuseum, zo ook vandaag.  Enkele rolstoelers hebben een eigen begeleider, zie ik. Het gezelschap wordt in drie groepen verdeeld. Tot mijn vreugde tel ik in mijn groep maar twee rolstoelen. ‘Dat is een makkie!’, denk ik optimistisch. Ik duid ze voor mezelf als C en E (conventioneel en elektrisch).

Bij het aan de achterzijde binnenrollen van de woonboerderij uit Hoogmade, roept  C: ‘Meneer ik geloof dat ik een lekke band heb!’ Even kijken: nou dat is te zien, zo plat als een dubbeltje en half naast de velg! Goede raad is duur. Ik besluit eerst de hele groep naar binnen te loodsen. Het duurt nogal want vele helpende handen maken de gang door smalle deuropeningen niet makkelijker! Op de deel, bij de zitkuil bij het schilderij van mevr. Van Leeuwen (de laatste bewoonster), bel ik collega’s van de Entree om ze, zoals afgesproken, op de hoogte te stellen van mijn probleem. Uit de herrie aldaar kunnen mijn dove oren echter geen bruikbaar advies destilleren.  
Wat te doen? Een rolstoel halen op de parkeerplaats (als er überhaupt nog een beschikbaar is!)? Maar dan moet de  groep hier wel een kwartier wachten.
Met instemming van C besluiten we maar door te gaan. De meest vitale man in het gezelschap biedt zich spontaan aan als rolstoelduwer. Hij heeft nog geen terreinkennis van de Waterberg, maar dat zal veranderen!!

Als iedereen uiteindelijk Hoogmade via de voordeur heeft verlaten blijft mevr. E achter, haar rolstoel past niet door de voordeur!  Ik instrueer de groep te wachten op de kruising naar de Molukse Barak en ga met E terug via kantoor en zomerwoning. De bocht om het boerderijcomplex is tergend wijd, ik wijs E in het voorbijgaan op de afweerkruisen aan de buitenzijde van de kelder en in de hoogste versnelling  voegen we ons bij de groep.
Dan zie ik dat een collega juist een van de andere groepen de Barak binnenloodst!
Geen nood, rondleiden is aanpassen. Ik verleg de koers naar het boerderijtje uit Beltrum. Voor de zekerheid leid ik de groep eerst om het huisje naar de voorkant, want ik weet dat rolstoelen die drempel aankunnen. Maar dan blijkt ook die deur te smal voor het hightech-vervoermiddel van E.  Gaan jullie maar naar binnen’, zegt ze manmoedig, ‘ik blijf wel wachten’. 

Even later stuur ik E vooruit om de monumentale boerderij uit Staphorst te ‘passen’. Over het liefdesgedicht dat is aangebracht op de tuintegels (voor velen niet de eerste associatie bij Staphorst, evenmin trouwens als het in een zijkamertje getoonde ‘venstervrijen’, maar dit terzijde) rolt ze zich hoopvol naar de voordeur. Ze hoeft het niet eens te proberen: ‘zal niet gaan’, roept ze. We zwenken af naar de grote Stolpboerderij. Even geen problemen, heerlijk!

We hebben afgesproken het hele gezelschap te verzamelen bij de poffertjeskraam in de Zaanse Buurt. Daartoe moeten we echter over de ophaalbrug. Wel eens geprobeerd een mevrouw in een rolstoel met lekke band over een ophaalbrug te duwen ? Ik wel dus… Uiteindelijk bereiken we met vereende krachten de top van deze Alpe d’Huez, waarna het voertuig tijdens de afdaling gevaarlijk naar links wil afbuigen. We corrigeren met man en macht.

Eenmaal aangekomen bij de poffertjeskraam is de begeleidster van het gezelschap nog niet gearriveerd. Niemand weet van de regeling m.b.t. de consumpties. En ‘waar is hier het toilet, meneer?’ Tja, een gehandicaptentoilet hadden ze vroeger niet bij de kermis. Maar zie, als de nood het hoogst is, is de redding nabij: ik ontwaar de leidster van het gezelschap bij de wasserij Overveen. Ik snel haar tegemoet en troon haar mee naar de poffertjeskraam.

Na een hartelijk afscheid wis ik me het zweet van het voorhoofd.
Wat ik nu maar zeggen wil: rondleiden is leuk (meestal)!

 

dinsdag 11 september 2012



Een ideetje

Op een zomerse dag besluit ik eens de groene route door het openluchtmuseum te verkennen. Ik volg de rood-witte paaltjes zonder verdere routebeschrijving. Verkeerde zuinigheid natuurlijk want het boekje is voor twee euro te koop aan de balie. Bij de watermolen raak ik het spoor kwijt. Verdwaald in mijn eigen museum, mijmer ik met lichte frustratie. Gelukkig loop ik in mijn uppie, zonder groep.

Ik zwerf wat door de kwekerij en beland later bij de Friese boerderij uit Midlum. Er zijn veel scholen op bezoek. Hier en daar zitten leerkrachten vredig met hun leerlingen in een cirkel. Ik voeg me bij zo’n kring. Het behoort tot mijn taakopvatting dat ik als rondleider op de hoogte moet zijn van wat er zoal in het museum gebeurt, inclusief de educatieve programma’s.  De kids moeten verschillende soorten graan voorzien van de juiste benaming. De leerkracht, kennelijk in tijdnood, neemt het heft in handen, ‘dat is dat’ verklaart hij druk gesticulerend ‘en dan is dit dit: spelt! Ja ? Dan draaien we de foto’s om en dan lezen we:  mo – na – le –ar’? Een lichte aarzeling is hoorbaar. Onverstoorbaar vervolgt hij: ‘Foutje,’ hij wisselt snel na-le  ‘en wat staat er nu: molenaar! Juist, nu gaan we naar de molenaar!’ Heel de groep staat op en verkast naar een schuur.

Op een akkertje lopen kinderen met eggen rond te zeulen, een heuse inspanning en dat is ze aan te zien. Nu weet ik maar al te goed dat eggen heel zwaar werk is. Niet voor niets gebeurde dat bijna altijd door twee paarden. En menig tractor is achterover gekieperd doordat er teveel eggen aan bevestigd waren. Achter me hoor ik een juf verklaren : ‘die boeren moesten vroeger echt hard werken!’Ongevraagd corrigeer ik : ‘niet alleen vroeger mevrouw’! Even later beluister ik een vermaning: ‘Als je vervelend doet dan laat ik je de hele schooltuin omploegen!!’ Nou, bij dit tafereel wil je dan wel luisteren!

Bij de Groningse boerderij uit Beerta zie ik de dorsvlegels liggen. Gevaarlijk met die kinderen, maar mij wordt verzekerd dat het tot nu toe altijd nog goed gegaan is. Ik heb echter wel eens groepen V.M.B.O. rondgeleid die ik deze vlegels toch liever niet ter hand zou willen stellen…

Wannen – zeven – breken – stampen - malen tot grof en fijn meel: ik kijk mijn ogen uit. Natuurlijk draai ook ik even aan een van de maalstenen: dat gaat nog zwaar ook!! En dan gaan de kinderen terug naar het Kindererf om daar brood te bakken.

Wat een educatie: het hele proces van zaaien tot zelf brood bakken! Ze weten nu allemaal de voorgeschiedenis van het brood.  Op mij heeft het meer indruk gemaakt dan alle lijsttrekkersdebatten van de laatste weken bij elkaar!

Misschien is het een idee om bij de volgende verkiezingscampagne lijsttrekkers die op een leugentje worden betrapt bij wijze van taakstraf twee uurtjes te laten eggen in het openluchtmuseum!