donderdag 14 februari 2013


Een prangende vraag
Het is nog december, hartje winteropenstelling, de kermis op het Zaanse plein in het openluchtmuseum is in volle gang. Het is bijna drie uur, het tijdstip van de tombola, tevens het doel van mijn bezoek, want dat evenement heb ik deze winteropenstelling nog niet bijgewoond. Ik herinner me nog hoe vorig seizoen toen ik ook getuige was van dit oude volksvermaak een joch op de wagen werd gehesen dat zijn moeder was kwijtgeraakt. ‘Nou, verloot die dan ook maar’, riep iemand achter me. De man lachte zelf het hardst. Hij vond het blijkbaar een goede grap.  Op de kermis veroorloven mensen zich soms ander gedrag dan normaal. Ik zou er wel eens een paar dagen studie van willen maken, maar dan vanaf een lekker warm plekje, vanachter een van de veldkacheltjes bijvoorbeeld, die staan opgesteld bij de tent van de grientwerkers. Rondom de kermis vind je nl. exposities van allerlei winterberoepen.  
Maar goed, terug naar de tombola. Connie heeft het over de koude winter, maar het komt niet echt over, geloof ik. Koning winter heeft zich eind december nog niet echt aangediend.
Dan nadert het uur U, en we repeteren ik koor:
Juf-frouw-Mus, juf-frouw-Mus
draai eens aan de tom-bo-la-bus.

Na een schuchter begin rolt het deuntje over het plein, allen wenden zich nu richting juffrouw Mus. Tergend langzaam brengt ze de bus in beweging, daarna opent ze het deurtje en bukt zich langzaam. Achter me hoor ik (je kon erop wachten) : wat een muts! Ook nu lacht de grappenmaker zelf het hardst.
Connie deelt prijzen uit: een biezen mandje , een springtouw, en dan: … een bon voor de poffertjeskraam! Ho!, nu wordt het serieus, het is te merken aan het publiek. Die prijs had iedereen wel gewild. Een klein joch wint een fles lijnolie, je ziet de mensen denken: wat moet hij daar nu mee? Maar het is all in de game, ook hij mag trots naar voren treden en alle mensen klappen. Connie instrueert hem: met twee handen aanpakken, het is zwaar hoor! De overhandiging verloopt gelukkig goed, vooralsnog blijft de olie in de fles. Connie had eerst nog gewaarschuwd: ‘dit is niet om te drinken hoor’, en terwijl ze de ogen over het publiek laat gaan:  ‘want dan zit je dágen op je gemak’! Het joch, maar ook de overwegend jonge ouders hier verzameld, vatten het niet, zo te zien. Tja, als je nooit uitleg hebt gehad van een rondleider, dan vat je dit soort toespelingen niet.  Voor wie ook nog nooit in het boerderijtje uit Harreveld of achter het eerste Tilburgse huisje uitleg heeft gehad: het gemak, dat is de plee.  Meestal is dat een losstaand huisje buiten het huis, als het effe kan met afvoer direct op het water. Zie Giethoorn of bij de Kaats. En waarom is er dan zo vaak een hartje uitgesneden in de deur van zo’n gemak ?
Tja, dat lijkt me nu een mooi onderwerp voor in de kantine, voor als je bent uitgepraat over Rutte II of Benedictus.  Als rondleiders kwamen we er niet uit, maar wie weet, misschien heeft iemand het antwoord op deze prangende vraag.

 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten