zaterdag 3 oktober 2015


Dan toch maar liever de mannen in huis

Ik loop in het Openluchtmuseum door de Gelderse buurt terug naar de entree. Ter hoogte van het boerderijtje uit Vierhouten nadert een drietal dames van 35 – 40 lentes naar ik schat. Twee snellen naar voren en stellen zich op voor de voorgevel van de boerderij. De derde maakt een foto van het vrolijke duo. Ik blijf even staan en geniet van het tafereel: een plaatje om te zien. Dan - ik had het kunnen vermoeden – vraagt dame drie me of ik een foto van alle drie samen wil maken. Natuurlijk wil ik dat. De dames stellen zich op naast elkaar onder de druivenrank. Ze hebben de grootste lol samen en de zon beschijnt het tafereel feeĆ«riek. Als ik ze op de gevoelige plaat heb vereeuwigd en denk aan afscheid nemen verrast dame drie me nogmaals: ook nog een foto op de rand van de waterput! Ik weet niet of het een vraag of gebod is, maar ik voldoe er maar al te graag aan. De dames schikken en schuiven zich samen op de rand van de waterput. De hoofden ietwat in de schouders getrokken vanwege de balk boven de put. Een pracht schouwspel met het boerderijtje op de achtergrond. En ik mag de fotograaf zijn, wat kan het leven toch mooi zijn! Tuurlijk maak ik niet een maar twee foto’s en dan bekijken we het resultaat. Om het moment even te rekken vraag ik belangstellend of ze ‘iets hebben’ met het boerderijtje. Ja, zegt een van de dames , ons droomhuis.
Hoe zegt u?
Ons droomhuis, maar onze mannen willen niet!
Tja, zeg ik, dat is een probleem waar ik liever buiten blijf. (Als museumedewerker hecht ik eraan enig afstand te bewaren in dit soort gesprekken.) Maar gelukkig rekt dame drie wederom even ons samenzijn. Ze vraagt me zonder omwegen: kunnen we hier misschien logeren als we onze mannen zat zijn?

Tja, zeg ik, ik wil niet…maar u kunt eens informeren. En dan vertel ik over ons Waldhuisje uit Damwoude. Dat daar eens een familie met een aantal kinderen een week lang heeft gelogeerd. Misschien zou u dat ook mogen, maar dan wel in de omstandigheden van toen, dus zonder water in huis, en zonder elektra. (Damwoude had dat laatste wel, maar Vierhouten volgens mij niet). Ik vertel ze dat ik eens een brief heb gelezen van een kleindochter van de laatste bewoners aan het museum, waarin ze de weekdagen van haar oma beschrijft: naaien, breien, kousen stoppen, het vee verzorgen, wassen (alles met de hand !!) koken, boenen, te voet met een mand eieren naar de markt in Harderwijk (15 kilometer heen en terug) en – zo voeg ik toe -  uiteraard half rechtop dicht tegen elkaar slapen in de bedstee. Daar schrikken ze toch wel een beetje van. Ze kijken elkaar eens aan en besluiten : ‘dan toch maar liever de mannen in huis’.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten