De Vrede van Nijmegen
Als ik naar buiten kijk zie ik tot mijn schrik dat het
regent. De hele week heeft de zon geschenen. Bloedwarm was het en kurkdroog. En
dan nu, juist nu ik naar het station moet voor dag vier van de Nijmeegse
Vierdaagse begint het te gieten. Vlug graai ik een papiertje uit het bakje voor
onze boodschappenlijstjes en schrijf: plensbui,
de auto staat geparkeerd op de parkeerplaats achter het station. Dat zal ze
ongetwijfeld begrijpen.
Tien minuten later als de trein zich in beweging zet is het
weer droog. Had ik toch maar net als gisteren de trein van 6.30 uur genomen,
denk ik, dan was er niets aan de hand geweest. Toen had ik bij uitzondering die
trein genomen maar vervolgens op de Wedren een half uur in de rij gestaan om
mijn polsbandje te laten scannen. Dat zou me niet nog eens gebeuren dus ik koos
weer de trein van 7 uur teneinde eenmaal op de Wedren zo door te kunnen lopen.
Gelukkig bleek dat weer het geval te zijn, maar nauwelijks vijf minuten later
braken de hemelvliezen opnieuw, en hoe! Met bakken kwam het uit de lucht.
Gelukkig bood Pieter me een kilometer verderop, zoals gehoopt, een kop koffie aan. Ik was niet de eerste,
zijn hal en keuken waren al besmeurd door zompige schoenen van mijn
voorgangers, dus ik aarzelde geen moment. De goeierd bood me ook nog een
broodje aan. Misschien kwam die wel in mindering op de proviand voor de zes (!)
lopers die bij hem logeerden en die hij later die ochtend elders op de route
zou foerageren. De gastvrijheid in Nijmegen is in deze week grenzeloos.
Gesterkt voegde ik me luttele minuten later weer in het
schier onafgebroken lint van plastic poncho’s en paraplu’s. Na anderhalf uur echter hield het op en werd
het weer wandelen als usual deze week. Dat wil zeggen: hoofdbedekking, factor
50 op armen en benen, en water, veel water.
Water om flesjes te vullen, want o wat is lauw water vies! En water uit
tuinslangen. Wat zijn er langs de routes van de Vierdaagse veel mensen in het
bezit van tuinslangen. En wat doen ze hun best om ons lopers af te koelen! Veel
mensen vinden dat heerlijk, houden hun hoofd, hun hoed of pet, hun handdoek
onder zo’n slang om z…nat hun weg te vervolgen. Ik ben echter duizend doden
gestorven. Kijk je even naar links dan krijg je van rechts een spriet ijskoud
water in je rug, kijk je even naar rechts dan staat er links een olijkerd die
met de beste bedoeling een straal ijskoud leidingwater op je buik richt. Ik stuur een appje naar mijn kinderen waarin ik – hoewel lid
van Amnesty - kenbaar maak sinds deze
Vierdaagse voor herinvoering van de doodstraf te zijn, voor mensen die met tuinslangen op mensen
richten wel te verstaan.
Hoe later in de middag hoe meer ik mijn aandacht moet
richten op die gevaarlijke tuinslangen en hoe minder ik dus geniet van het vele
waarvan te genieten valt. De vriendelijke haast dankbare gezichten van de
mensen als je een tomaat, dropje, schijfje appel of iets anders uit hun mandje
haalt. En dan te bedenken dat we met duizenden passeren en dat die
vriendelijkheid twee uren later niet minder zal zijn. Er zijn aanwonenden die er volgens mij kapitalen
aan uitgeven, terwijl toch echt – zoals het raam van een kadootjeswinkel in
Arnhem vermeldt – het mooiste geschenk hun glimlach is. Maar nee hoor, ze
voegen er kilo’s pepermuntjes en tomaatjes aan toe.
Voor mij als taalliefhebber valt er ook veel te genieten. Wat
is het Nederlands toch poëtisch denk ik vaak. Hoewel, niet alles ontstijgt het
niveau van rijmelarij natuurlijk. Wat te denken bijvoorbeeld van stamp, stamp, stamp, naar het scoutingkamp
? of Hamer betonbedrijf, hart voor beton ?
Maar Sinterklaas, - natuurlijk staat hij ook weer langs de route, malloten
staan immers niet alleen bij de Tour de France - vindt het misschien wel leuk.
Het blijft een wonderlijk gebeuren die Vierdaagse. Later die
dag treffend samengevat door good old
Willibrord Frequin, eens vermaard en berucht journalist. Hij was diep emotioneel
getroffen door de vriendelijkheid en hartelijkheid van de honderdduizenden
langs de route. Als we al die machthebbers, tirannen, graaiers en andere
malloten nou eens afschieten, zei hij, en alleen het Vierdaagse-volk
overhouden, wat zou de wereld dan prachtig zijn. Inderdaad, alleen jammer dat er wel eerst een
genocide voor nodig is. Ik denk dat ik de internationale strafhoven iets
alternatiefs ga adviseren: alle tirannen, graaiers, bankiers en korte lontjes onderdompelen
in de ‘Vrede van Nijmegen’ door ze
vier dagen verplicht mee te laten lopen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten