dinsdag 30 augustus 2016

Ik ga op reis en neem mee

Slaven hadden natuurlijk geen bagage bij zich.  Maar ze namen wel verhalen mee, vooral Anansiverhalen, die hadden ze in hun hoofd. Wat in hun hoofd zat ging mee aan boord.  En Anansi zelf was ook aanwezig, die spon draden waarlangs hij op en neer kroop in de scheepsruimen. Overal ging hij met hen mee,  ook op de plantages zagen ze hem overal. Aldus Julian, de verteller van vandaag, in het theekoepeltje in het openluchtmuseum. In dat koepeltje worden sinds enige tijd Anansiverhalen verteld. Al twee keer eerder was ik ernaartoe  gegaan, maar beide keren zat ik moederziel alleen onder de daar opgestelde Anansiboom. Vandaag probeer ik het opnieuw, driemaal is scheepsrecht. Ik tref Julian.
Even denk ik dat hij verhalen gaat vertellen aan het groepje Russen dat tot onze verbazing de koepel betreedt, maar nee de Russen gaan weer verder.  Anansi dus niet naar Rusland vandaag. Even later komt Leila binnen met broertje en ouders, en net als Julian wil beginnen komt ook Nienke met haar ouders en broertje.  Julian vertelt dat Anansi een echte spin is maar ook wel een beetje op een mens lijkt. Kijk maar, zegt hij, wijzend op de afbeelding. Ja, de kinderen beamen het, hij heeft ook een beetje een mensengezicht.
Anansi wil naar een feest maar moet betalen om binnen te komen, hoe moet dat nu? Dan verneem ik dat Anansi heel slim is, veel ziet en met zijn spinnenoortjes heel goed kan horen. Ik leer dat kakkerlakken heel harde werkers zijn en dat de haan ‘s morgens heel hard roept: kukkelekúú, ik wil niet op het menúú, en nog veel, veel meer leer ik.   Het wordt leuk als Anansi eenmaal op het feest –natuurlijk lukt het hem daar te komen -  wil dansen met Leila en ook Nienke in het verhaal wordt betrokken. Iedereen luistert geboeid hoe Anansi iedereen te slim af is.  Na afloop doet zelfs het kleine broertje van Nienke een tekening van Anansi in het verzamel-vogelkooitje. Blij verrast door dit onverwachte intermezzo verlaten de ouders met hun kroost het koepeltje met die vreemde Anansiboom.

Als ik een uurtje later vanwege de regen even wil schuilen in de boerderij uit Kadoelen ontwaar ik daar een aantal kinderen met vier moeders. Ze zitten met zijn allen in een grote kring op de lemen vloer. Ze zitten met de ogen dicht, tenminste dat lijkt de bedoeling, ik zie er een aantal smokkelen.  Een van de moeders loopt al huppelend met een doekje in de hand  rond de kring en allen zingen het mij bekende riedeltje:
 Zakdoekje leggen,
Niemand zeggen,
Ik heb de hele nacht gewaakt.
Twee paar schoenen heb ik afgemaakt:
Ergens in mijn bovenkamer springt een deurtje open en moeiteloos haak ik in:
Een van stof en één van leer,
hier leg ik mijn zakdoekje neer.
Op weg naar huis bedenk ik dat ook dit liedje ongetwijfeld als eens Anansi in de hoofden van landverhuizers meegegaan is naar Zuid Afrika, Canada en elders.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten