Taizé
Een heel klein gehucht boven op een heuvel in de Bourgogne,
net boven Cluny. Misschien twintig huizen, meer niet. Een vlek in Frankrijk,
minder dan een stip op de aardbol, de planeet die om de zon draait, aan de rand van ons melkwegstelsel. Dat telt nog
een paar honderd miljard andere zonnen en – zo las ik laatst – er zijn nog
minstens honderd miljard andere
zonnestelsels! En misschien / wellicht zijn er meerdere heelallen.
Dit alles denk ik terwijl ik stil in het kerkje in Taizé
zit. Het kerkje wordt er steeds kleiner door. En des te wonderlijker komt mij
de aantrekkingskracht voor die de oecumenische gemeenschap van broeders hier op
dit vlekje uitoefent. Met duizenden komen ze, jongeren (maar ook ouderen) uit alle landen
van Europa en uit andere werelddelen.
Elke morgen –middag –avond is er een kerkdienst. Dan worden
alle programma’s stilgelegd en allen verzamelen zich in de kerk. Wij ouderen zitten op een bankje met rugsteun
tegen de muur. Zo’n 30 minuten tevoren zijn die bankjes al bezet. De eerste
jongeren komen dan ook al binnen en gaan stil op de grond zitten. Straks zal de
hele ruimte gevuld zijn met vier à vijfhonderd jongeren en naar schatting zo’n
80 broeders. Van overal komen ze, van Denemarken tot Japan, van Brazilie tot Korea.
En dan zullen de bekende Taizé-mantra’s klinken als Bless the lord my soul, Ubi Caritas , etc. In eindeloze herhalingen
met stiltes tussendoor. Je vindt er talloze op You Tube. Indrukwekkend: een
kerk stampvol op de grond zittende jongen mensen, geen krampachtig gehoest of
gegiechel, gewoon doodstil. Dan weer zo’n gezang, korte gebeden tussendoor. Ik
hoor allerlei talen. Ik hoor West Europese en Slavische talen, Koreaans, Japans,
Bahassa Indonesia, en ook heel regelmatig Nederlands.
Luisterend naar de steeds herhaalde korte liedteksten en de
intense uitdrukking ziend van de tussen de liederen in stilte zittende mensen
denk ik spontaan aan het adagium van Augustinus: onrustig is ons hart tot het rust vindt in u.
Na afloop blijven vele tientallen jongeren nog een tijd stil
op de grond zitten, sommigen wel 15 minuten. Na de avonddienst zie ik er na een
half uur nog velen op de grond voor zich uit zitten staren/bidden/mediteren, zitten
zingen of zitten schrijven. ‘s Middags niet, dan staan ze meteen na de dienst
in lange rijen voor ‘de keuken’ een grote half open tent. Rechts en links
eveneens open tenten met overal in driehoek opgestelde banken voor de vele
‘themagroepen’ die elke morgen en middag plaatsvinden.
Bij de ingang van de kerk staan enkele tot ‘security’
gebombardeerde jongeren. May I have a
look in your bag? vragen ze schuchter verlegen . Want ja, dat vraag je als
twintigjarige niet zo gemakkelijk aan iemand van zeventig. Marian is zo handig
om te zeggen dat ze alleen maar een mesje
in haar tas heeft om een appel te schillen. Het meisje lacht
schaapachtig en laat haar door. Maar binnen komt meteen haar compagnon
aanlopen: do you have a knife, may i have
a look? Natuurlijk kwam het allemaal
goed. Maar toch. Ze regelen het wel. Net zoals die jongens die in de kerk langs het op de grond zittende volk
lopen, verlegen en onhandig manoeuvrerend met hun bord ‘SILENCE’. Veelal overbodig
want hoe druk het ook is, er heerst spontaan een grote stilte.
We hebben een mooi plaatsje, daar enkele treden hoog tegen
de muur. We kunnen het geheel prachtig overzien, maar het is geen theater, het
stemt hoe dan ook tot inkeer. Hetgeen niet belet dat ik stilletjes hoop dat de corpulente
dame niet opnieuw pal voor ons plaats zal nemen, en alle uitzicht zal
belemmeren. Zelfs in gewijde sferen blijf je mens, nietwaar?
Thuis gekomen zal zoonlief tegen Marian zeggen: wat ben je toch een muts! Wie vertelt nou
dat ie een mes in de tas heeft, dan ben je toch echt wel een eind van de
wereld!
Ik kan niet anders dan instemmend lachen.
Maar uitgedacht over het fenomeen Taizé ben ik nog lang
niet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten