Flexblazer
Er staan al mensen te wachten als ik kom aanlopen voor mijn
laatste rondleiding van het jaar. Met
15 personen ga ik op stap. Op het entreeplein staat een wintervrijwilliger met
een midwinterhoorn, een zogenaamde flexblazer.
Hij wil wel enige informatie geven. Inderdaad: wilgenhout - aan elkaar gelijmd enz.
– ‘nee, niet meer na Driekoningen want als Herodes het zou horen zou hij het
kind alsnog kunnen doden.’ Ik kijk langs de gezichten en constateer dat het
merendeel geen idee heeft waar flexblazer nu op doelt… (of het nu over
eierkolen, een kolenkit of over Herodes gaat, wat praten we toch gauw voor
velen onbegrijpelijke taal, maar dit terzijde) In een opwelling zeg ik: ‘die
ene meneer daar met die bril wil graag een keer proberen of hij er geluid uit
krijgt, mag dat?’ Flexblazer vindt
het geen probleem, routinematig bevestigt hij een schoon mondstukje en geeft
meneer de hoorn. Meneer kan natuurlijk moeilijk weigeren, de groep kijkt
gespannen toe. En dan horen we zowaar een moeizame roep van een koe bijna melodieus
uit de hoorn opklinken. Blijkt meneer een trompettist te zijn !!
De toon is gezet, welgemutst stappen we de Gelderse buurt
in. In de boerderij uit Harreveld staan de mensen lijf aan lijf, ook de kamer
in Vierhouten staat vol. Maar ik moet toch ergens naar binnen, dus probeer ik met
een allervriendelijkst gezicht mijn groep toch nog naar binnen te loodsen. Ik
wijs op de foto van een van de laatste bewoners. Die man, zeg ik, heeft tot vijf maal toe ‘een kissie moeten maken.’ zoals een kleindochter in een brief aan
het museum schreef, voor zijn gestorven kinderen. Dat maakt indruk.
Op de deel staat een wanmolen. Maar probeer kinderen eens
kernachtig uit te leggen waar die voor dient als ze niet eens weten wat graan
is, dat dat korrels bevat en ook nog nooit van dorsen hebben gehoord. Ik krijg
voor de volwassenen bij zo’n wanmolen wel het
kaf van het koren gescheiden, zeker als ze de schoepen in het apparaat
zien. Maar voor de kinderen is dat een brug te ver. En ze hebben er – net als
de volwassenen – geen idee van hoeveel stof dat produceert. Eigenlijk zou ik
hier deze voor een boerderij basale activiteit moeten kunnen demonstreren. Wat
zou dat ons pogen verlevendigen!
We trekken verder het museum in. Inmiddels begint de decemberkou aardig tot in
onze botten te trekken. Uit de woonkeuken van de Betuwse boerderij komt ons een
behaaglijke warmte tegemoet. Het ruikt er heerlijk naar soep! Maar helaas, we
vissen achter het net. Bij de tafel met weckpotten vertelt de boerin dat we die eigenlijk aan Napoleon te danken hebben. Hij loofde een beloning uit voor
manieren om voedsel te conserveren ten dienste van zijn veldtochten Europa in.
Tussen Varik en Hoogmade vertelt een collega flexblazer dat de midwinterhoorn ook
gebruikt werd om signalen aan elkaar door te geven, bijv. als er razzia’s
plaatsvonden. ‘Het was dus eigenlijk een voorloper van whatsapp,’ zegt
hij. Die houden we erin, denk ik!
Later die middag bij de Kop-van-Jut ( op de winterkermis) heft
een forse man te midden van een grote kring toeschouwers de grote hamer hoog boven zich en
slaat dan pardoes… mis!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten