vrijdag 12 oktober 2012


Het presenteerblad

Bedsteden mogen zich altijd verheugen in meer dan gewone aandacht. Moderne stervelingen kunnen zich niet voorstellen hoe onze voorouders in deze kleine muurkastjes hebben kunnen slapen, liefhebben, baren, ziek zijn en sterven.  Omdat de groep vrijwilligers van de Parkinsonvereniging die ik vandaag rondleid bepaald niet tot de jongste generatie behoort, doe ik in het boerderijtje uit Harreveld  een gok: Wie van u heeft vroeger als kind in een bedstee geslapen? Ja hoor, zelfs twee personen! En met hoeveel kinderen lag u erin? De een heeft met drie, de ander zelfs met vier kinderen in een bedstee geslapen! ‘We lagen als sigaren in een kissie’ zegt een meneer, en dat ging best in zijn herinnering.
Het bevordert de groepssfeer en ook ik krijg vleugels: ik schilder vanuit mijn eigen jeugdervaring hoe de jongens en de meisjes (uiteraard gescheiden) eenmaal per week op rij opgesteld naast een teil  gewassen werden. Weer raak: verschillende gasten delen dezelfde herinnering.

Druk pratend steken we over naar een boerderijtje uit Vierhouten waar de gastvrouw ons vertelt over het opknappersgoed. Ze maakt een opmerking over de slechte kwaliteit stijfsel tegenwoordig. Meteen krijgt ze advies vanuit de groep: ‘dan moet je aardappelsago gebruiken!’

Ik amuseer me kostelijk en geef de gastvrouw een hint door op te merken dat ik de kleding toch wel een beetje donker van kleur vind. ‘Oh maar  het vrolijke hebben we ook wel, dat hebben we eronder’ zegt ze terwijl ze kast in duikt. Ze haalt een fleurig gekleurde damesonderbroek te voorschijn. Het is een broek zonder kruis erin , toont ze de verbaasde bezoekers. ‘Kijk eens wat een mooi open rijtuig’, terwijl ze het voor houdt. ‘Na een lange kerkdienst was het op de terugweg wel heerlijk als je even naast de weg kon gaan zitten als je hoge nood had. En dan was die open broek onder je lange rok wel makkelijk!’ Ze vertelt dat het ook wel het gluurgordijn werd genoemd.
Even later komt de lange herenonderbroek te voorschijn. Een broek met een grote klep van
voren. ‘Weet u hoe die klep ook wel werd genoemd?’ vraagt de gastvrouw? Nee, dat weten ze niet. Ze buigt zich een beetje naar voren en zegt met zachte stem: ‘ze noemden het ook wel het presenteerblad’. Ha, dat vinden ze leuk, alom gelach!

Zo zie je maar: het verschil tussen een VMBO-groep of een groep volwassenen is toch minder groot dan je soms denkt. Het oude ondergoed doet het bij alle groepen

Later die middag betrap ik me erop dat ik bij het passeren van Vierhouten roep: mannen, presenteer!… het geweer!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten