donderdag 21 augustus 2014


Lietberta
De mare gaat dat ze terug is. Ik besluit haar even op te zoeken. Al van verre zie ik haar staan. Haar solex lijkt als nieuw. De voorband is nog maar ietsje afgesleten, nieuw dus. Lietberta heeft blijkbaar haar retraite gebruikt om ook eventjes bij de fietsenmaker langs te gaan. Goed gedaan, zuster! Typisch Lietberta om dat tijdens haar retraite eventjes efficiƫnt te regelen. Hoe ik dat weet, vraagt u? Wel, ik heb gelezen over de evacuatie van de mensen uit Siebengewald, een plaatsje bij de Maas in Noord Limburg. In de laatste oorlogswinter moesten ze het dorp het verlaten. Zuster Lietberta die toen aldaar in het klooster woonde, is met die mensen meegetrokken, het werd een barre tocht, zo las ik.
Via Duitsland door de Achterhoek tot in Drenthe en Groningen. De zusters schreven over een helletocht, vrouwen, mannen en kinderen op boerenkarren door sneeuw en regen, over duistere slechte paden, over het zoeken naar onderdak en een lang niet altijd vriendelijke behandeling, zeker niet door de bezetter. Lietberta had gedurende die hele evacuatie een leidende rol. Ze heeft het blijkbaar goed gedaan want nog lang na de oorlog is men in Siebengewald over haar blijven spreken. Wellicht op grond van die ervaring heeft het bestuur van de Congregatie van Zusters van O.L.V. (spreek uit: Onze Lieve Vrouw)  haar in 1949 aangesteld voor de wijkzorg in Wessem. Voor de wijkzorg moet je immers iemand hebben die van aanpakken weet en efficiĆ«nt kan optreden. Iemand ook van als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan. Zo iemand lijkt me onze zuster die nu in leren jas, tas op het zadel, naast haar solex als eye-catcher voor het kruisgebouw uit Wessem in het openluchtmuseum staat. 
Ik neem haar eens goed op. Ze oogt wat beter nu, alsof ze na de retraite in het moederhuis weer blij is aan de slag te mogen bij haar mensen. Ik zie dat ze onder haar leren jas geen habijt draagt. Gewoon een bruin truitje lijkt me – niet al te schoon, maar dit terzijde – en een witte schort.  Bepaald niet het beeld van een tot in de puntjes gesteven kloosterhabijt. Kijkend naar haar handen heb ik de indruk dat haar lichaamsverzorging eigenlijk een beetje te wensen over laat. Vergelijk dat nu eens met Herman, even verderop in de wachtkamer van het kruisgebouw. Die handen van Herman, toch gewoon een vitale man op klompen, hoe schoon gewassen! Die heeft duidelijk meer Sunlight zeep gebruikt dan Lietberta! Lietberta’s kracht ligt duidelijk in: aanpakken, blijmoedig, dat wel, klus klaren en naar het volgende adres. Klaar staan, altijd weer klaar staan voor de vele hulpbehoevenden in die kinderrijke gezinnen.
Ik weet niet tot hoe lang Lietberta wijkzuster is gebleven in Wessem.  Rond 1970 hebben lekenverpleegsters het van de zusters overgenomen. De eerste was Mia Joris. Mia zal het niet gemakkelijk hebben gehad: je zult maar moeten opboksen tegen de altijddurende beschikbaarheid van zo’n echte zuster!
En Lietberta, wat is er van haar geworden? Ik weet het niet, wel weet ik dat ze hoogbejaard in 1998 is overleden en nu weldoende rondgaat hoog in de hemel. Want zeg nou zelf: iemand als zij laat zich niet op een stoel binden, zelfs niet op een gouden stoel, toch?


Geen opmerkingen:

Een reactie posten