Waterstralen
Vol verwachting spoed ik me naar het entreeplein. Ik had
tijdens mijn vakantie iets gehoord over een PlayFountain
en begrepen dat het om een heuse speelfontein zou gaan. Ik zie een platform met
een soort transformatiehuisje. Dat moet het zijn denk ik, maar water is er niet
te bekennen. Wel zie ik een viertal
medewerkers in druk overleg bij het geopende huisje.
Doet hij het niet?
vraag ik volkomen overbodig.
Nee, hij doet het even
niet, er is een technische storing.
Er wordt me verteld dat er de eerste week best veel kinderziekten zijn geweest,
maar plots verschijnen er dan enkele waterstralen. Hij doet het! Ogenblikkelijk
komt een klein jongetje aangelopen. Zorg
dat je niet helemaal nat wordt!, hoor ik vanaf het terras.
Na twee minuutjes valt de fontein weer stil. Hij heeft moeite met het opstarten zegt
de ene technicus. En een ander: even
zoeken waar het in zit, ik heb vanmorgen een stekkertje eruit getrokken, maar
in principe zou ie het moeten doen. Ik denk aan het stekkertje dat ik
afgelopen weekend bij de herinrichting van mijn werkkamer uit de telefoon heb
getrokken. Ik dacht dat die het zonder
dat stekkertje ook zou moeten doen. Maar dit hou ik voor me uiteraard.
En dan net als ik denk maar eens verder te wandelen, doet
onze PlayFountain het plots! Ik zie stralen in allerlei variaties, afwisselend sterk
en zwak, hoog en laag, links, rechts en diagonaal. Ik kijk geboeid en zie dat
het als een magneet werkt op het jonge volk.
Een uur later nader ik met de tram weer halte Grote Weide
bij het entreeplein. Buiten de tram hoost het. De fonteinstralen zijn
nauwelijks te onderscheiden van het hemelwater dat met bakken naar beneden
komt. Ik taxeer de afstand naar het wachthuisje en besluit het te wagen. Met
natte schouders en dito broekspijpen heb ik een fantastisch uitzicht over de
weide. Tinus en Omar staan te schuilen
onder de boom. Als het ook nog gaat onweren komen ze onder de boom vandaan. Moeder
natuur geleidt ze, denk ik. Even later begint het fors te hagelen. Hagelstenen
van zeker een centimeter geselen de paardenruggen (en zwiepen het wachthuisje
binnen). Arme beesten, dat moet pijn doen! Dan een prachtig tafereel: beide
paarden bewegen zich stap voor stap achterwaarts tegen de hagel in terug naar
de boom. Weer onder de boom aangekomen wordt Omar onrustig en zet een drafje in,
weg van de boom. Bij de eerste wending op het nu gladde grasveld zwiepen haar
vier benen onder haar uit en gelijk een schaatser die uit de bocht vliegt
zwiept Omar op haar rug. Een golf van schrik is hoorbaar in ons wachthuisje.
Omar krabbelt echter vlot weer overeind en blijft dan toch onder de boom staan.
Wat een schouwspel dit natuurgebeuren!
Een volgend sprintje brengt me in de Jordaanse kroeg. Die
blijkt veranderd in een snel stromend riviertje, de gastvrouw doet haar best
maar het is dweilen met de kraan open! Na nog een sprintje en nog wat natter,
zie ik even later dat het dak van ons entreegebouw op sommige plekken iets weg
heeft van een vergiet.
Maar het kan altijd nog gekker: het ietwat lager gelegen
Arnhems Watermuseum kreeg ook veel
water, veel, héél veel meer zelfs dan haar lief is. Ze hebben er nu behalve de
kennis, ook de ervaring in huis, zullen we maar zeggen…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten