Een
boeket in de boom en een mes in het zand
Na het wandelen van de Vierdaagse heb ik begin augustus het
lopen weer opgepakt. Er meldt zich nog maar een klein groepje, maar het
weerzien is allerhartelijkst. Ook Irma is er weer, lang niet gezien, maar ze
loopt als een kievit onverdroten het Kerkepad omhoog. En dat is geen kattenpis
kan ik u verzekeren. Dat Kerkepad is een lang aanhoudende klim diagonaal over
het Rozendaalse Veld. En altijd, altijd als wij er lopen is het zand rul! Inwendig zuchtend en steunend tracht ik haar bij
te houden. Dat was nooit een probleem, maar nu... Is Irma zo bijzonder getraind
of heb ik zoveel ingeleverd? Dat laatste is uitgesloten natuurlijk, anderen
worden ouder, ik niet, zo is dat toch?
Hoe dan ook: boven aan de Koningsweg staan we uit te hijgen
en verzamelen we ons. Vaste prik, niets bijzonders. Maar dan, plotseling wijst
W. op een mes dat daar in het zand ligt. Een mes! Zomaar in het zand op de Koningsweg!
Dat is vreemd, wat doet dat aardappelschilmes daar? Dat verwacht je eventueel
iets terug bij het bankje, maar hier?
Bloedsporen of afdrukken van een worsteling zijn niet te zien in het
rulle zand. Het blijft ons bevreemden. Iemand suggereert de politie te bellen, maar
die doet niets natuurlijk, de politie voert actie. Ze begeleidt geen
voetbalwedstrijden en dreigt zelfs de Tour de France in het honderd te laten
lopen. Het valt wel op dat bij ons geanimeerd gesprek W (ik noem zijn naam hier
niet) terzijde blijft staan en zich niet in het gesprek mengt. Dat is verdacht
natuurlijk… Maar goed, we besluiten het mes het mes te laten.
Volgt het onvermijdelijk gesprek over het vervolg van het
parcours. Uiteraard ga ik vandaag met de langzame groep mee die vanaf hier een
korte route kiest. Maar als het eind van die korte route bijna in zicht komt
vraagt Bas me : zou jij het leuk vinden als we nog een lusje zouden lopen? Enig
medelijden met wie net terugkomt van vakantie is hem ten enen male vreemd. Er
moet gelopen worden, anders moet je niet komen. Dat is nu eenmaal de heersende
moraal in onze groep. Ik zeg heel empathisch : nou of ik het leuk vind weet ik
niet maar misschien bedoel je te zeggen dat jij het wel heel leuk zou vinden om
nog een extra lusje te doen?
Om kort te gaan: het lusje blijkt nog een hele lus te zijn.
Als we terug op de parkeerplaats komen staat de groep van de langere route al
uitgebreid te genieten van de koffie van Wilma.
Iets verder op de parkeerplaats staat iemand ‘boerenijs’ te
verkopen. Teruglopend naar huis bedenk ik: boerenijs, dat bestaat helemaal
niet, dat is pure nonsens, er is geen boer die ijs maakt. Er zijn blijkbaar
mensen die je open en bloot knollen voor citroenen kunt verkopen, maar ik laat
me die niet aansmeren.
Het kan echter nog gekker. Een week later lopen we in de
buurt van de brandtoren. En wat zien we daar op een vijftiental meters bezijden
het zandpad op ooghoogte in een vertakking van een boomstam gestoken? Jawel:
een prachtig boeket bloemen. Zo te zien nog een vers boeket, met zorg
achtergelaten in deze boom…
Onwillekeurig denken we terug aan het aardappelschilmesje van vorige week… Zou er een verband bestaan..? Of heeft iemand
hier tevergeefs een huwelijksaanzoek gedaan…?
Of…al mijmerend draven we terug.
Wat ik nu maar zeggen wil: een rondje met de
Bedriegertjeslopers is nooit saai.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten