Brrr natte sneeuw
Het regent een beetje. Het
wordt een natte loop vandaag. Als ik de deur uitloop zie ik net Ingrid de hoek om fietsen.
Halverwege de Rozendaalse Laan stopt een auto: Ton Fransen biedt me een lift
aan. Nee, dank je ik vind het heerlijk om
vijf minuutjes in te lopen. Altijd, elke zaterdag is er wel een loopmaatje
die stopt om me een lift aan te bieden, en altijd bedank ik. Gek, dat lopers
denken dat je het erg vindt om te lopen zelfs als je voor de lol gaat lopen. In
de verte zie ik Els voor me lopen. Benieuwd hoe het met haar blessure is.
Er staat een grote groep
vandaag, Blijkbaar is er dus nergens een trail. Als voorzitter Bert me ziet
tovert hij meteen een waardebon voor mij tevoorschijn. Kijk dat noem ik nou een
hartelijk onthaal! Bas probeert nog even: waarom
jij wel en ik niet, maar dat is een flauwe. Later vanmorgen zal bij hem de
lust om grapjes te maken langzaam maar zeker doven. Daarvan heeft hij nu echter
nog geen flauw vermoeden.
Ruim te laat, want vijf over
negen, besluiten we te starten. Cees kiest vanmorgen de Velpse kant van de
parkeerplaats. Meteen de eerste meters in het bos is het al raak. Blubber,
sporen van brede banden, diepe voren met water, we glibberen het bos in. En dat
blijft zo want het Gelders Landschap heeft besloten de Koningsberg om te
ploegen tot een wandelpark zoals dat eeuwen geleden blijkbaar is geweest. Tja,
als je medewerkers in dienst neemt om subsidies aan te trekken dan is dit het
gevolg… Onvoorstelbaar wat voor een ravage er in één week tijd al is aangericht,
en hoeveel blubber dat oplevert!
Als we de sportvelden
bereiken heeft de helft van ons al natte voeten. Ik hoop dat Cees rechtsaf
gaat, maar nee hij besluit linksaf omhoog het bos weer in te gaan. Ojé, vorige
week was het al zo’n kliederboel, het zal na de regen van deze week nog erger
zijn, denk ik. Maar ja, als stadsmens denkt Cees zelfs bij regendagen niet aan
het bos. Ik wel en mijn gelijk wordt snel bevestigd. Glibberend en glijdend
klunen we naar boven. Boven bij de verharde weg blijkt er al een gapend gat met
de achterhoede. Ik heb nu al medelijden met Els, wetend van haar
hamstringblessure. Maar Cees kiest het pad achter de Emmapiramide naar het
noorden. Dit is begaanbaar maar ik weet wat er straks gaat volgen: iron man
Cees kiest straks – zeker weten - niet
het asfalt naar links of rechts. Precies zoals ik dacht gaan we rechtdoor
omhoog het zandpad naar de Zijpenberg op. Arme Els, nu wordt het menens!
Normaal is het pad berucht vanwege de stijgingen door het rulle zand. Maar nu
is het één lang, glad blubberig pad waarover we hink-stap-springend naar boven
klimmen. Halverwege staat er plompverloren een auto. Hoe die daar komt en
vooral weer wegkomt is mij een raadsel. Ik kijk achterom en zie dat Ronald
wacht op Els die verder beneden in haar gele jack aan komt klimmen. Mooi, dan
kan ik dus verder klunen. Els is in veilig gezelschap want mocht er iets
gebeuren dan weet ik dat Ronalds
polsapparaat alles opslaat: stops, afstanden, coördinaten, hartslagen enz. Ik kluun dus verder. Zo’n tweehonderd meter
onder de top kan ik het asfalt kiezen.
Ik aarzel ik geen seconde vermoedend dat
Sjoukje en Nancy dit voorbeeld zullen
volgen, maar nee hoor als echte mannen klunen ze verder over het pad. Op de top
staat de voorhoede te wachten tot de hele ploeg weer bijeen is.
Dan kiezen we een afdaling,
zo mogelijk nog gevaarlijker want de holle wegen nodigen uit tot zijwaartse
glijpartijen .Onze Harry heeft dan bedacht dat er nog wel een ommetje mogelijk
is. Uiteraard een helling en dan via een afdaling over verborgen boomwortels
toch richting de vijver van Beekhuizen. Dan begint het te sneeuwen. Het doet me deugt dat Harry noch de iron man van vanmorgen de weg langs het
zwembad kiezen maar nu opteren voor de gebaande weg door Velp richting de
Pinkenberg. Ik vraag Els even of ze last heeft van de blessure. Ja, ik voel hem, zegt ze, maar ik doe het zo graag, daarmee
bevestigend dat ze echt bij de Bedriegertjeslopers hoort. Want zo is ons cluppie: we lopen bij weer en
geen weer, in alle seizoenen. Sterker nog: als even later de sneeuw ons
ouderwets in het gezicht striemt, zeggen we: heerlijk hé !!
Op de parkeerplaats staat
Wilma nog te wachten. Dat wisten we. Wat
we niet wisten is dat de snelle lopers die zichzelf de naam trailgroep
hebben toegedacht, deze
ochtend al voortijdig hebben afgehaakt. De
vraag wie de echte trailgroep vormen is nu dus in alle duidelijkheid
beantwoord.
Terwijl we bij de kofferbak
genieten van Wilma’s koffie zijn we er getuige van hoe iron
man Cees zich in de striemende sneeuw omkleedt. Zelfs hij heeft koude
handen, het lukt niet zo goed, en uiteindelijk staat hij erbij als een
buideldier met een capuchon bungelend
onder zijn kin. Vanonder paraplu’s met een beker warme koffie in onze hand - wij wel ! - aanschouwen we het tafereel.
Nancy besluit dan enkele
foto’s te maken om later haar kinderen te
kunnen laten zien dat ook zij deze dan legendarische helletocht heeft
volbracht. Maar ze staat er zelf niet
op. Iron man is dan zo galant om het toestel even over te nemen. Kom op Cees, ik sta te verkleumen, roept
Wilma. Maar hoe Cees ook zwoegt, een stap naar voren, nog eens inzoomend, hij
krijgt het niet voor elkaar.
We gaan naar huis. Dankbaar
maak ik nu wel gebruik van de lift die Bas aanbiedt.
P.S.:
Juist deze week besloot het
bestuur van de stichting De
Bedriegertjeslopers al haar leden
een reanimatiecursus aan te bieden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten