dinsdag 7 juni 2016

Leren fietsen in Kadoelen

“We vragen ons altijd af in welke bedstede hij nou geboren is, die linker of die rechter.” Die opmerking was blijven hangen en daarom ben ik  op een mooie woensdagochtend op weg naar het schooltje in het openluchtmuseum om gastvrouw Aag eens nader uit te horen over de relatie van haar familie met de boerderij uit Kadoelen.
Allereerst vertelt ze me dat het over haar vader gaat. Die is daar in 1912 geboren. Haar grootvader woonde toen als pachtboer  op de boerderij in Kadoelen. Dat Kadoelen was een klein gehucht in de gemeente Sint.Jansklooster, vertelt ze. Maar in 1919 heeft haar opa die meer koopman dan boer was, de pacht opgezegd want het was daar onvruchtbare grond, en is fietsen gaan verkopen. Hij moest de mensen ook leren fietsen!  Kijk dat zijn nog eens tijden, denk ik. (Moeilijk voor te stellen dat dat nog maar 100 jaar geleden is. Mijn eigen opa moet dat ook meegemaakt hebben als volwassen man, maar dit terzijde) Weldra verkocht hij ook elektrische spullen die toen voor het eerst op de markt kwamen. Hij was dus de man die in Kadoelen de vooruitgang verkocht, zullen we maar zeggen.
 Aag meent te weten dat er drie boerderijen dicht bij elkaar stonden. Een staat er nog, een is er afgebroken en de ander staat nu in het museum. Van dat gehucht is niets over, vertelt ze. Wel is er nu nog een straat met de naam Kadoelen. De boerderij heeft ook een naam gehad maar die is ze vergeten. Haar vader heeft er dus gewoond tot zijn zevende jaar. Maar hij heeft er nooit veel over verteld, eigenlijk alleen maar aan Aag, zijn oudste. Hij had er natuurlijk ook weinig herinneringen aan. Toen Aag in het museum werkte en er eens met familie en kleinkinderen rondwandelde werd ze niet geloofd toen ze zei dat vader, respectievelijk opa, in deze boerderij is geboren! Maar later is het wel duidelijk geworden, zegt ze, want er is een boekje met interviews waarin hij ook op foto’s staat. Later bleek hij ook nog wat ansichtkaarten te hebben. “Maar als ik nu soms met familie in de boerderij uit Kadoelen sta”, zegt ze, “vragen we ons altijd af in welke bedstee hij geboren is, in de linker of in de rechter.”
Nu ik dit tik vraag ik me af of dit niet een mooie vraagstelling is voor onze wetenschappers. Kom, duik daar eens in, denk ik: in welke bedstee is de vader van Aag geboren? Wat zou het leuk zijn als ik staande voor de woonkeuken van Kadoelen en wijzend op de deurtjes van de bedsteden quasi toevallig kan zeggen: in die linker (of rechter) is de vader van een van onze collega’s nog geboren. Ik zie de verbaasde gezichten al voor me. “Hoe zegt u?” “ Is dat echt waar?”
Deze vorm van personaliseren is veel leuker dan het praten over jaartallen en gebinten! Een bevalling in zo’n bedstedekast! Volgens mij laten we dan onze gasten geschiedenis mee maken, en dat wil het museum zo graag. Dus wetenschappers, zet hem op! Het rondleidersgilde zal jullie dankbaar zijn.
Overigens weet Aag over haar grootvader nog iets te vertellen: de goede man heeft niet alleen fietsen en elektra, maar ook de eerste auto in Kadoelen verkocht. En het mooiste is dat hij eerst zelf in die auto een rijbewijs heeft gehaald! En dat rijbewijs, zegt Aag  – gewoon de straat een paar keer op en neer rijden – is hij zijn hele leven blijven verlengen! Hij schijnt zelfs als een Max Verstappen avant la lettre over een ophaalbrug gereden te zijn terwijl die al omhoog ging…


Geen opmerkingen:

Een reactie posten