De pootjes zijn er …
Dat betekent dat de maaltijd of de koffiepauze subiet wordt
afgebroken en pa zich met alle kinderen achter zich aan, naar Dora rept. Hij
bekijkt de situatie eens, haalt een kruiwagen met wat extra stro, pakt de twee
trekbalkjes met bijbehorende touwtjes en wacht eens even af. De koe is rustig,
ze ‘werkt’ en roept een enkele keer ‘boe’. Soms zegt mijn vader dat het niet lang
meer duurt. Soms is ‘’de bloase” wel gesprongen maar komen er geen pootjes
tevoorschijn. Dan stroopt mijn vader de mouwen op en gaat met een arm in de
koe. Dat is spannend want ik heb wel gehoord dat hij dan in de koe klem kan
komen te zitten en zijn pols wel kan breken. Ik begrijp er niets van, maar wat
hij doet is wel gewichtig. Soms weet hij de pootjes naar buiten te halen.
Gelukt !! Dan doet hij de touwtjes om de hoefjes van het kalfje en trekt hij
het kalfje naar buiten. Ook daarbij let hij op wanneer de koe ‘werkt’. Soms
gaat het heel moeilijk. Dan worden we naar de buren gesommeerd en roepen we
haastig: ‘buurman, buurman, papa zegt er is een koe aan het kalven.’ Dat is
voor buurman een teken om alles uit zijn handen te laten vallen en ogenblikkelijk
met ons naar onze stal te lopen. Gezamenlijk lukt het dan de mannen wel om het
kalfje te trekken, zij het soms met
grote inspanning. Nog zie ik dat ze zich soms zich met één voet afzetten tegen
de rand van de grup en met al hun kracht gedoseerd trekken, telkens als mijn
vader roept: ‘Ja!’ Mijn vader weet precies wanneer de koe ‘werkt’. (God de Vader en mijn vader weten alles,maar dit terzijde). En ik zie
ook nog heel scherp hoe plots de snoet van het kalfje, laag boven de pootjes
liggend, verschijnt. Prachtig is dat, ik zal het nooit vergeten! En dan plots
is daar het hele kalfje. Het valt met een behoorlijke smak achter Dora in de
grup. Maar blijkbaar doet dat het kalfje geen pijn. Mijn vader pakt het bij de pootjes en weet
dan meteen te vertellen of het een vaars of een stiertje (‘bolletje’) is. Wij
hopen altijd allemaal op een vaarsje. We weten ook altijd precies te vertellen
hoeveel vaarsjes er al zijn geboren. De buren praten daar achter de kerk of op
andere momenten onderling ook altijd over. Mijn vader droogt het heerlijk warme, nog natte kalfje onmiddellijk af met vers stro en legt het in de kruiwagen. Dan
vervoert hij het met ons achter zich aan in een kleine processie naar het
kalfjeshok. Terwijl wij over de rand van het hok hangen ligt daar de boreling verdwaasd
om zich heen te kijken. Bijna onmiddellijk probeert het te staan, maar zijn
pootjes zijn daarvoor nog te wankel. Onderwijl melkt mijn vader Dora’s biest en
geeft die uit een fles met een tuit aan het kalfje te drinken. Als we een
uurtje later nog eens kijken dan staat het kalfje meestal, zij het in nog
wankel evenwicht, overeind. Ook dat
staat nog steeds levendig op mijn netvlies.
Mooi! Zoiets vergeet je niet, toch?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten