zondag 15 april 2018



Moedermelk, met vallen en opstaan 

De hele winter al loop ik met compressiekousen en met een brace om mijn knie, zo ook vandaag. Maar vanmorgen oordeelde ik het te warm voor een lange loopbroek, dus combineerde ik deze uitdossing met een korte. Als ik de groep nader kijken ze me aan alsof ze zoiets nog nooit eerder gezien hebben. Och, zeg ik, er mankeert van alles, mijn ogen, mijn oren, mijn stemband, dit is alleen maar wat je kunt zien…  
Bij afwezigheid van Geertjan heeft Wim vanmorgen de leiding.  Hij loopt voortvarend als een geboren aanvoerder voorop.  Vanaf het kerkhof linea recta naar achteren en dan via de stormbaan links om.
Voor mij loopt … laat ik haar Bea noemen. Ze vertelt Gemma die met haar op loopt dat het zo leuk was, dat ze bij veel verschillende mensen thuis kwam, soms met heel verschillende culturen, en dat ze dan ook wel eens mee moest eten. ‘Ik heb wel eens gedacht: eh, wat eet ik nu?’  ‘O ja?’ zegt Gemma, ‘kun je daar een voorbeeld van geven?’  ‘Nou bijvoorbeeld ooit eens werd de soep vermengd met moedermelk, dat is immers zo gezond. Toen zat de hele familie soep met moedermelk te eten. Op zo'n moment aarzelde ik wel even.’ Gemma wendt vol verbazing haar hoofd opzij en… oef, daar gaat ze ter aarde! Resultaat: een pijnlijke knie. Tja, praten en hardlopen, het zijn me er twee, zullen we maar zeggen.
In de verte – van dit alles geen getuige -  loopt Wim ondertussen dapper verder. Ik kom weer achter Bea te lopen die nu ander gezelschap heeft gekregen. Het duurt niet lang of ze loopt weer druk te praten. En dan, het kan niet uitblijven, is er plots voor me weer iemand die een struikelende beweging maakt en alle zeilen moet bijzetten om overeind te blijven. Tja, praten en hardlopen…
Een eind verder als we over  ‘de bulten’ gaan, zie ik dat het bij Barbara niet meer vanzelf gaat. Een beetje ondeugend vraag ik : ‘Barbara, vind je het nog wel leuk?’  Het antwoord luidt even kort als duidelijk: ‘Nee.’ Maar ze ploetert onversaagd verder. Bij het gaas langs de tuin van het kasteel aangekomen vraag ik empathisch: ‘je weet dat er even verderop nóg iets ligt te wachten he?’ ‘Ja, ik weet het,’ zegt ze terwijl haar houding vastberadenheid uitstraalt. Een echte Bedriegertjesloper: ze zoekt de bulten, gaat ze te lijf terwijl ze weet dat ze pijn doen, én overwint ze.  Zo doet ze dat en zo doen wij dat allemaal, want we zijn Bedriegertjeslopers.
Verder langs het hek blijken de gaten dieper dan ooit,  het wordt een soort hink stap sprong nu niet over de boomwortels maar over gevaarlijke diepe gaten. Zo zie je maar, ken je zo langzamerhand alle parcoursen, liggen ze er toch elke keer weer anders bij.  Het lijkt wel Parijs-Roubaix maar dan voor lopers. Ik hoop dat ergens achter mij ook Bea ongeschonden over dit pad komt.
En ja hoor, het duurt niet lang of daar komt ze.  We scharen ons rond de kofferbak ( onze koek en zopie), we zijn één en al tevredenheid, want : de aanloop langs het kerkhof, de rechte weg naar achteren, het rulle zand van de Tankbaan, het lastige pad langs de golfbaan, de bulten – ja die bulten! – én het ‘toetje’ langs het hek : we hebben het weer verorberd! 
Op naar de douche!

P.S. De meeste namen zijn gefingeerd, de echte namen zijn bij de redactie bekend

Geen opmerkingen:

Een reactie posten