maandag 1 oktober 2018




Over hazuren, hardlopen en een diepe gedachte

Hij viel. Sprong weer op zijn fiets, soleerde terug naar het peloton, passeerde de hele meute en won met drie minuten voorsprong. Het gebeurde tijdens het WK wielrennen voor beloften. De verslaggever was lyrisch, hij noemde het een hazurenstuk (let wel: niet huzaren maar hazuren).
De volgende ochtend lag er ijs op het plat dak. Voor alleen een dun loopshirt was het veel te koud.  Ik besloot mijn loopjack uit de kast te halen en eenmaal buiten sloot ik de rits zover als kon. Op ons verzamelpunt beek bijna iedereen voorbereid op lage temperaturen. Ik kon het niet nalaten de enige collega in zomerse outfit aan zijn mouw te plukken en toe te voegen: daar krijg je spijt van joh! Ons gesprek werd echter onderbroken door een camper die ietwat onhandig de parkeerplaats opreed en daarbij pardoes een geel waarschuwingsbordje naar de Filistijnen hielp. Vervolgens zagen we hem bij het parkeren bijna de stuwwal afglijden.
‘Cees, waar gaan we heen?’ vroeg iemand. Cees aarzelde geen moment: de vorige keer zijn we die kant uitgegaan, dan gaan we nu (wijzend in Velpse richting) die kant uit. Met ons allen zetten we ons in beweging. Langs de spotvelden, over het smalle pad langs een vroegere zwembad richting Beekhuizen. Ingewijden weten dat de heuvels daar pittig zijn, maar Bedriegertjeslopers gaan geen uitdaging uit de weg. En dus gingen we bij herhaling heuvel op en heuvel af. De een na de ander ontdeed zich van het loopjack. Vroege wandelaars zagen met verbazing een vijftiental lopers naderen met op allerlei manieren  een jack om hun middel geknoopt. Heerlijk om zo rond te struinen! Sjoukje dacht ‘als ik dan toch moet vallen dan maar hier’, en boem! daar ging ze, klassiek met haar neus in het zand. Een heuveltje of wat verder dacht Bas: wat zij kan, kan ik ook. En boem! daar lag hij. Maar ervaringsdeskundig als hij is, krabbelde hij weer overeind, om vrolijk converserend verder te hollen alsof er nergens boomwortels te bekennen waren.
Zelf bewaar ik graag wat afstand, om beter te kunnen zien waar ik loop en om wat te kunnen mijmeren. Want mijmeren en hardlopen gaan prima samen. Ter hoogte van het kerkhof was het plots alsof ik hoorde wat ik onlangs ergens las:
wat jullie zijn, waren wij,
wat wij zijn, zullen jullie worden.
En zo, nu eens hijgend en puffend, dan weer vrolijk kletsend of mijmerend, soms even op elkaar wachtend en dan weer achter elkaar in draf, naderden we onze parkeerplaats, én de koffie en thee uit Nancy’s kofferbak. Onbetaalbaar, zo’n zaterdagochtend!
Later die dag hoorde ik op de radio iemand spreken over de grens van Friesland met Duitsland en beweerde Trump voor het forum van de VN dat hij de wereld beter had gemaakt! Soms geloof je je oren niet!
’s Middags zette Anna van de Breggen de achtervolging in, bereikte de vluchters, passeerde ze en won met meer dan drie minuten voorsprong de wereldtitel. Voorwaar, een hazurenstuk!

Hier had ik het bij willen laten. Het stukje was al lang genoeg. Maar toen las ik vanmorgen de Abel Herzberglezing die Sigrid Kaag heeft uitgesproken. Wat een speech, echt een HUZARENSTUK! Hier past geen grap, alleen een diepe buiging.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten