Baldewijn
Omar en Tinus lopen in de wei. Niemand van mijn gasten
besteedt aandacht aan ze. Waarom zouden ze ook? Je reist niet naar het
openluchtmuseum voor een paar paarden. Sinds enkele jaren lukt het mij echter
niet om achteloos aan onze zwarte Omar voorbij te lopen. Omar vertegenwoordigt
het Groninger paard, en het had maar een haar gescheeld of er was geen Omar
geweest, en geen enkel ander Groninger paard.
Dat weet ik omdat ik een paar jaar geleden een artikel heb
gelezen over hengst Baldewijn de laatste hengst van
het NWP fokprogramma en grondlegger voor het huidige stamboek "Groninger
Paard". Hij leefde van 1966 tot 1983.
In het artikel stond dat het moeilijk was om Groninger
merries bij Baldewijn te krijgen. Waarom?
Zo vroeg ik me af. Aan zijn naam zal het niet gelegen hebben, Baldewijn, zeg nou zelf: voor zo’n naam
staan de merries toch in rijen van drie? Lag het aan zijn figuur misschien?
Zeker niet, op internet vond ik een foto van hem, hij ziet er prima uit. Echt
een vent van je bent jong en je wilt wat,
dus daar zal het ook niet aan gelegen hebben. Hoewel, ik me kan vergissen
natuurlijk want bij paarden lijkt het me toch wel een heel gedoe. Maar
misschien waren er gewoon geen Groninger merries meer te vinden, dat zou ook
nog kunnen. En als ze er niet zijn, dan kun je ze ook niet bij Baldewijn
brengen. Hoe dan ook: het (fokken van het) Groninger paard heeft toch een
doorstart gemaakt. Aldus begreep ik uit het artikel.
Terug naar Omar en Tinus. Twee jaar geleden – ik zie het nog
voor me – stonden ze aangespannen op het entreeplein. Een moeder en een dochter
stappen in. Terwijl de koetsier
wacht op nog enkele passagiers, kan ik weer eens mijn mond niet houden en
vertel ze dat het niet zomaar willekeurige viervoeters zijn, nee het zijn bedreigde Nederlandse huisdierrassen. Ma
lacht ongelovig : een paard is dat een
huisdier? Haha! Ik doe mijn best om het begrip huisdier uit
te leggen, maar ik maak geen indruk. Dochterlief voelt met moeder mee: in
welke slaapkamer slaapt ie? Ze moeten allebei hard lachen. Een Israƫlisch
gezinnetje staat erbij en kijkt niet begrijpend naar het gelach. Ik voel me
niet geroepen om zoveel dommigheid te vertalen in het Engels.
Mijn gasten hebben uiteraard geen weet van de herinneringen
en associaties waarmee ik in het museum rondwandel. Ze zien de paarden niet of
nauwelijks. Wel de imposante Stolpboerderij. Wat zit er
achter die raampjes van dat gebouw?
Moet ik die dommigheid uitleggen..
Geen opmerkingen:
Een reactie posten