Onze Gaay
Oma en Elsje picknicken in het stoffelijk overblijfsel van wat
ooit een machtige eik moet zijn geweest.
Bij insiders staat hij bekend als de Gaaymanseik.
Ik vertel oma en Els dat dit niet zomaar een boom is, nee,
deze boom, zeg ik, is ouder dan het hele openluchtmuseum bij elkaar. Maar op
Els maak ik geen indruk, het lekkers van oma en de brede takken van de boom
zijn veel uitdagender. Ze loopt er over met beide armen breed. En geef haar
eens ongelijk.
Met pijn in het hart bedenk ik op zo’n moment hoe jammer het
is dat onze Gaaij niet kan praten.
Hij heeft zó veel meegemaakt : hij stond hier al als een grote meneer lang
voordat generaal Hoefer en de zijnen in het prille begin van de vorige eeuw naar
Scandinavië trokken om te zien hoe je een openluchtmuseum moest opzetten. (Waar
zou hij overigens die studiereis hebben gedeclareerd, vraag ik als kind van
deze tijd, maar dit terzijde )
Vanuit de hoogte heeft onze eik de opening van het museum gadegeslagen,
én de grote folkloristische feesten die
er toen plaatsvonden. Hij heeft een van
de eerste aanwinsten, het los hoes uit Vasse zien fikken en de tentoonstellingsgebouwen
zien bouwen (en later ook zien fikken ) op de plek waar nu de entree is. Het
hele evacuatiegebeuren na de slag om Arnhem heeft hij gadegeslagen, misschien
is er onder zijn lommer wel gekookt. Hij heeft van dichtbij de schoten gehoord
die een eind maakten aan het leven van
verzetsman Anton Zwiers, en de bommen en granaatinslagen die her en der
verwoestend uithaalden naar bijv. de boerderij uit Beltrum en de standerdmolen.
De Gaaij heeft het allemaal
overleefd, de hele oorlog! Hij stond fier overeind bij het bezoek van Juliana en Margaretha II van Denemarken, en
sloeg in 1987 Beatrix gade die het museum kwam feliciteren amper drie maanden
na de mislukte poging van Brinkman om het te sluiten. Hij heeft het Hollandrama
en het Entreegebouw zien oprijzen. Alles sloeg hij op in zijn jaarringen.
En toen .., toen nam de grote septemberstorm van 1990 hem
plotseling te grazen.
En daar ligt hij nu, aan de voet van Kraantje Lek, een van de sprengen op de Waterberg. Het tekstboekje van de Groene route acht het niet onmogelijk
dat hij is geplant ten tijde van Arnold Gaaymans, 200 jaar geleden de eigenaar
van het landgoed De Waterberg. Maar
onze wetenschappers blijven studeren, het interne Dagblad wist vorig jaar te melden dat hij waarschijnlijk toch wel
wat jonger is. De Gaaij werd ge-de-monumentaliseerd…
Niets is heilig in deze tijd, zelfs niet onze Gaaymanseik!
Misschien is er nog hoop. Er is wel meer ge-de-monumentaliseerd.
De boerderij uit Zeijen bijvoorbeeld bleek schromelijk onderschat, en ook delen van het los hoes Harreveld bleken veel, wel 200
jaar ouder dan gedacht.
Oma, met wie ik dit alles deel, suggereert de Duitse dendrologen
die dit recentelijk openbaarden ook maar eens los te laten op het hout van onze Gaaij. ‘Maar dan moeten ze wel opschieten, zegt ze, anders is het te laat.’
Ondertussen jongleert Elsje vrolijk verder over de brede
stukken van het skelet. Oma ziet er geen gevaar in, misschien is ook zij wel
wat ouder dan gedacht.
Beste Gerard Beltman
BeantwoordenVerwijderenIk wil reageren op jou stukje over de gaaymanseik. Ik bereid namelijk een artikel voor over A.A. Gay(ij)mans in het Arnhems Historisch Tijdschrift en wil mijn verhaal openen met de gaaymanseik.
( http://www.weekbladbuiten.net/OZfoto2Dasplist.asp)
Uit het verhaal wordt mij niet duidelijk of de eik nog bestaat cq of er nog veel van over is. Bovendien wordt er getwijfeld over de leeftijd van de boom. Kunt u mij daar meer gegevens over leveren cq mij doorverwijzen naar de juiste specialist bij het openluchtmuseum.
Bij voorbaat dank
Peter Wouters