zaterdag 24 augustus 2013

 Gastarbeiders ??

Tijdens een vrije rondleiding loop ik met een gezelschap over onze Westerstraat. Het is het stukje Amsterdam waar het openluchtmuseum een postkantoor, een Turkenpension en een Jordaanse kroeg heeft ondergebracht. Ik vertel Monique en Arthur, resp. 10 en 9 jaar (geen familie) dat je vroeger voor van alles en nog wat naar het postkantoor moest. Om te bellen (12 Hollandse guldens voor drie minuten spreken met Suriname of de Antillen!),  maar ook om een rekening te betalen, of om geld op te nemen. Want 30 jaar geleden kon je nog niet pinnen en ook geen geld uit de muur halen. Kunnen jullie je dat voorstellen? Nee, dat kunnen kinderen van 10 zich niet voorstellen: een wereld zonder pinnen…En geld storten, dat hebben ze helemaal nog nooit meegemaakt. Geld stort je toch niet, dat maak je toch even over? Ik vertel ze dat het postkantoor ook voor gastarbeiders heel belangrijk was om pakketten naar huis te sturen. Weten jullie wat gastarbeiders zijn?  Arthur weet het niet, Monique probeert: mensen uit Marokko en verre landen misschien? Ja, jij bent warm, zeg ik.

Na wat uitleg gaan we bij ze op bezoek in het pension. Ssstt, er slapen er nog een paar, zeg ik als we het schemerduister betreden. De kinderen kijken de ogen uit (ook de volwassenen trouwens).  Hierna zou de rondleiding eigenlijk moeten stoppen en zou het klassengesprek over gastarbeid gevoerd moeten worden. Maar helaas, the show must go on, het café wenkt ons. Monique en Arthur kijken verbaasd hoe een aantal volwassenen in de groep (n.b.: Rotterdammers!)  al dan niet dansend de Schlagers van Tante Leen en Johnny Jordaan meezingen. Zo kennen ze hen blijkbaar niet.
 
Onderweg naar de Vinkenbaan zien we in de verte op het land mensen druk in de weer. Papa, wat doen die mensen daar, vraagt Monique. Papa vertelt dat ze aan het hooien zijn. Dan krijg ik een ingeving: weet je wat dat is, hooien? Nee, dus. En hooi, weet je wat hooi is? En zo, al wandelend langs de wei leg ik uit dat gras wordt gemaaid en gedroogd, en dat het in de boerderij of op een grote berg achter de boerderij wordt bewaard voor in de winter, dan is het eten voor de koeien. (Hoezo: rondleiden? Stilletjes denk ik: het is basisonderwijs). 
Ook de Vinkenbaan is onbekend, voor jong én oud, maar daar dat is wel voorstelbaar. Immers, het vinkenslaan is al bijna 100 jaar verleden tijd. Monique vraagt wat ze met die gevangen vogeltjes deden.  Slachten?? Opeten?? Nog zie ik haar ongelovige blik vol afkeuring. Dezelfde blik die ik ook vaak zie als ik uitleg geef bij de hazen achter de kastdeur in Vierhouten.  En zo, wandelend langs de wei, praten we over vlees kopen in de supermarkt en het opeten van dieren. 

Na een klauterpartij in de Delftse molen krijgen we uitgelegd hoe kleine korreltjes van de tarwe worden fijngemalen tot meel. Iedereen weet nu dat brood van planten komt en – staande op de stelling – dat je maar beter geen klap van de wieken kunt krijgen!

In de papiermolen legt de molenaar van dienst nogal nadruk op de vieze, vaak stinkende vodden. Ze moesten eerst uitgezocht, gestampt en gewassen worden alvorens de vezels konden worden opgelost tot een waterige brei. Eenmaal buiten vraag ik aan de kinderen of ze weten wat vodden zijn. Nee dus…  
Zelf ontdekte ik onlangs , nota bene na vele tientallen rondleidingen, dat kinderen niet weten wat een mestvaalt is en ook het begrip mest niet kennen. (En ik maar praten over een waterput naast de mestvaalt!) Eigenlijk zo gek dus niet dat Monique niet wist wat hooi is.  

Misschien moeten we vrije rondleiding maar vervangen door een uurtje basiseducatie. En om het dan wat evenwichtiger te maken kunnen Monique en Arthur mij dan misschien iets uitleggen over iPods en iPads.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten