zondag 8 juni 2014

Lege buggy

Gisteren had ik een rondleiding met een groepje scholieren van een internationale school uit Frankfurt. Jongelui van 13 -14 jaar. De voertaal is Engels. Als we goed en wel op gang zijn komt een meisje naar me toe dat me vertelt dat twee vriendinnen graag naar het toilet willen, of dat zou kunnen, en waar dan? Tja, wie ben ik om een halt toe te roepen aan elementair menselijke behoeften? Bovendien heb ik zelf ook nog herinneringen aan leraren die ons dat vroeger bruutweg weigerden. Zat je daar 50 minuten lang ongemakkelijk  te wiebelen op je stoel. Een verloren les natuurlijk, maar dat besefte de leraar blijkbaar niet. Goed, ik vertel haar dat er een eindje terug toiletten zijn. Het meisje haast zich met die verlossende boodschap naar haar vriendinnen. Dan rept  zich een stoet van 12 leerlingen richting toiletten!!  Weer een kwartier, daar gaat mijn rondleiding!, denk ik. De bus was nl ook al veel later gearriveerd dan afgesproken.  Dan krijg ik een lucide inval, ik haast me in dezelfde richting en moedig ze aan: take that other one,  the boys..  - stomverbaasde en ietwat verschrikte gezichten – yes you can! do it!, maar nee, niets zal deze brave bakvissen ertoe kunnen bewegen het herentoilet te gebruiken, zoveel is mij wel duidelijk. Ik staak mijn poging. Tot mijn verbazing heeft tien minuten later het hele groepje de klus geklaard en staan we weer met z’n allen op het beginpunt. (Met een groep Nederlandse scholieren had dit zeker 20 minuten geduurd, maar dit terzijde).
In het oude schooltje van Lhee (Drenthe) voer ik mijn act op: allemaal op de bank rondom het vuurtje. Geen kachel, geen toilet, geen elektriciteit, geen schrift en al helemaal geen computers! Alleen een lei en een griffel. Als ze beginnen te giechelen roep ik: silent please, I am the teacher!, en ik verklaar dat ik nu een vogel naar de ergste kletskous gooi. Terugbrengen -  tik op de vingers met een houten stok – auw, dat doet pijn!  Zo deden ze dat in de tijd van jullie overgrootouders! Dat maakt indruk. En passant leg ik een Dutch saying van de pechvogel, ‘the unlucky bird’ uit.  (Het houten stokje stond bekend als de plak , maar ik waag me er niet aan om dat gezegde te gaan vertalen.) Als er weer een schaapachtig begint te doen hang ik hem een ezelschildje om en zet hem voor 45 minuten langs de muur. You’re a donkey!
Yes, we nowadays are lucky with our computers and so on, aren’t we?  We keuvelen nog wat verder over alleen ’s winters naar school, werken op het land, de onderwijzer betalen in natura etc.  Even later in een andere locatie allemaal brave kinderen, ze verwachten weer een act, maar nu hou ik me gedeisd, rondleiden is een serieuze zaak, toch?
Mijmerend over het verschil tussen zo’n groep buitenlandse kinderen en een Nederlandse groep, loop ik na afloop het museum uit, de Hoeferlaan op. Voor mij loopt een ouder echtpaar, opa schuift een buggy voor zich uit. Oma loopt stil naast hem. Dan zegt opa, terwijl hij gewoon doorloopt(!) op duidelijke toon: zeg, is het niet de bedoeling dat we die kleine ook meenemen? Oma kijkt verschrikt opzij en ziet dat opa een lege buggy voor zich uit schuift. Beiden kijken achterom en zien tot hun opluchting de kleine zitten spelen naast onze kassa! Oma blij, opa blij, en ook ik kan ook een glimlach niet onderdrukken.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten