donderdag 29 januari 2015

Je ne suis pas Charlie..

Nu eens geen verhaal over het Openlucht Museum maar een verhaal over de gekte van deze wereld. De aanslagen in Parijs waren schokkend. Plotseling liep ieder met de tekst je suis Charlie. Ik kon mijn ogen en oren niet geloven. Ik geloofde en ik geloof er geen barst van dat iedereen zo vierkant achter dat voorheen onbeduidend Franse blaadje stond. Om twee redenen. Ten eerste omdat ik de kennis van de Franse taal bij de gemiddelde Nederlander bepaald niet hoog inschat. Ik meen te weten dat die bedroevend is. Velen zijn echt niet in staat om zelfstandig in het Frans te verklaren dat ze Charlie zijn of solidair zijn met Charlie. Wie van de vijftig-minners kan nog het werkwoord être vervoegen? Ik bedoel maar.
Toch was de massaliteit en de vanzelfsprekendheid dat je met zo’n bord liep zó groot dat je je er niet met goed fatsoen van kon distantiëren, zo heb ik gemerkt.
Ik heb ik dat wel gedaan. Nee, ik heb niet met een bord Non, je ne suis pas Charlie gelopen, want  zeg nou zelf, wie heeft nog Frans geleerd? De helft van de mensen zou niet weten wat ik met die tekst bedoel.  Maar er is een tweede veel belangrijkere reden. Over de vrijheid van meningsuiting kunnen we wat mij betreft kort zijn, ik ben niet voor niets actief lid van de locale werkgroep van Amnesty International. De vrijheid van meningsuiting is een van de grondrechten die wat mij betreft onopgeefbaar is. Maar dat betekent niet dat we de vrijheid van meningsuiting moeten insnoeren, bijna dogmatisch moeten verengen tot zeg maar recht voor zijn raap alles wat je denkt. Er is toch een onderscheid tussen wat juridisch gezien toelaatbaar is en wat wenselijk of nastrevenswaardig is? Krenken en schelden, trappen op wat mensen heilig is, om welke reden dan ook - ook als ik die niet begrijp – : ik voel me daar niet bij thuis. Volgens mij behoren we er in het publieke domein frank en vrij op los te discussiëren en vooral te dialogiseren. Scherpe vragen horen daarbij. Maar dat is heel wat anders dan krenken en beledigen. Een beetje zelfbeheersing bij het uiten van gevoelens en gedachten die wel eens bij je opkomen, juist in het publieke domein, is m.i. onontbeerlijk, willen we de boel bij elkaar houden. Het is toch niet voor niets dat iedereen dat zijn kinderen leert. Goede omgangsvormen gelden ook voor het publieke domein. Sterker nog: het is voorwaarde om diepgaand van gedachten te kunnen wisselen over tal van netelige kwesties die er spelen in het samenkomen van sterk verschillende culturen. 

Non, je ne suis pas Charlie, en ik zal het nooit worden ook. Maar ik ga wel door met Amnesty, en ik wil me ook richten op het in deze dagen van de Auschwitz-herdenking meermalen gehoorde elfde gebod : gij zult niet aan de kant blijven staan toekijken. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten