zaterdag 14 maart 2015

Wat gij niet wilt dat U geschiedt

Er was eens een imker in een land heel ver weg. De hele winter was hij niet bij zijn bijtjes geweest. Die stonden nl. in een bijenstal in de grote stad. In die stal stonden wel 20 bijenvolken, maar die waren niet allemaal van onze imker. Onze imker, een beginnend imker nog, had er slechts twee volkjes staan.
Zo aan het eind van de winter, toen hij de eerste bijtjes ontwaarde rond de bloemen van de krokussen in zijn tuin, werd hij onrustig.  Hij moest nodig naar zijn volkjes kijken.
In de bijenstal was alles heel rustig. De zon scheen vredig en de bijtjes vlogen dat het een lieve lust was. Aha, de volkjes hadden de winter overleefd! Dat stemde onze imker blij en gelukkig. Maar wat zag hij daar? De hoofdimkers, die met de meeste ervaring hadden de broed- en de honingkamers al omgewisseld. O jé, dat moest onze imker dus ook gauw doen.
Dezelfde avond nog was hij terug in de bijenstal. Alle bijtjes zaten nu binnen, lekker dicht bijeen om zoveel mogelijk warmte vast te houden. Geen bijtje die ook maar een moment aan de imker dacht, en dat was precies wat de imker verlangde. Zo zou hij heel snel de beide kastkamers om kunnen verwisselen.
Bij het optillen bleken de kamers vast aan elkaar geplakt. Ja dat doen bijen, ze kitten alles vast en dicht zodat er geen warmte verloren gaat. Geen nood, dacht onze imker, daar hebben we wel een beiteltje en een plamuurmes voor. Hij trachtte het beiteltje op een van de hoeken tussen de twee kasten te wrikken. Dat viel nog niet mee. Maar na wat duwen en wringen lukte het. Een bijenkast heeft echter vier hoeken en tussen die hoeken vier lange zijden  die onze imker allemaal open moest wringen en snijden. Het koste wat moeite maar het lukte. Inmiddels waren de bijtjes natuurlijk wel wakker geworden van het trekken en duwen aan de buitenzijde van de kast. Ze schoten in de verdedigingstand maar dat had onze imker nog niet in de gaten, hij was immers nog een beginnend imker.
Toen alle zijden losgesneden waren tilde hij voorzichtig de bovenste kamer op en zette die opzij neer naast de onderste kamer. Tenminste dat was de bedoeling en dat lukte ook wel, maar nog voor hij de kast neer kon zetten prikten de eerste boze bijtjes al in zijn polsen en in zijn sokken net boven de schoenen. Oei, dat was niet de bedoeling!
Bijtjes toch, willen jullie dat wel eens laten!! 
Vlug veegde hij de bijtjes van zijn lijf. Inmiddels kwam het hele volkje verontwaardig zoemend naar buiten, zich afvragend welke onverlaat toch hun huiskamer zo bruut uiteen had getrokken.
Natuurlijk niet zo vreemd, zeg nou zelf: als ’s avonds je huis plotseling in tweeën  wordt gespleten ga je toch ook kijken welke onverlaat daar bezig is? Onze imker begreep het wel maar was toch niet erg amused.  Haastig probeerde hij de orde te herstellen maar dat viel te midden van het gezoem nog niet zo mee. Steeds weer prikten de diertjes in zijn polsen en door zijn sokken. Ja, ze verdedigden zich met verve!
Uiteindelijk had de imker het huisje weer hersteld en trok hij zich haastig terug. Een hoop ervaring rijker en twee polsen en twee enkels die in omvang waren verdubbeld  ….
Wat ik nu maar zeggen wil:
Wat gij niet wilt dat u geschiedt   Doe dat ook de bijtjes niet !



Geen opmerkingen:

Een reactie posten